Dat hele moederschap valt natuurlijk ontzettend mee. Met liefde en goede zorgen kom je een heel eind. Ze worden vanzelf groot. Ook als je er niet de hele dag met je snuf bovenop zit. En daarin zit de grootste angel voor de(ze) moeder: loslaten. Amen.
Vanaf hun geboorte begin je daar eigenlijk al mee. De eerste keer naar de crèche (en voor de deur het wenuurtje op je horloge wegkijken). De eerste keer logeren (en je, pasgetrouwd, in het vliegtuig afvragen waarom je per se naar New York moest voor jullie huwelijksreis). De eerste keer school. Afspreken. Buiten spelen (in het zicht). Buiten spelen (uit het zicht).
De regel is eigenlijk, hoe groter, hoe minder snuf. In theorie dan, de praktijk hobbelt daar regelmatig bokkig achteraan. Maar diep van binnen weet je dat daar je grootste taak ligt. Je kinderen opvoeden tot zelfstandige mensen die niet in zeven sloten tegelijk lopen (en als ze dat wel doen, tenminste hun zwemdiploma en een droge onderbroek op zak hebben). Veel oefenen dus. En geen ge-curling. Je moet maar zo denken dat ze op hun 18e beginnen te dromen over verre wereldreizen (alleen of in ieder geval zonder jou) en op hun 20e daar zomaar het geld voor bijeen gesprokkeld kunnen hebben.
Als ik weer eens moeite heb met loslaten, doe ik mijn ogen dicht en zie ik ze alle drie staan. Op het vliegveld, rugzakje op en een ticket voor naar weet ik niet waar. Dan kun je maar beter veel geoefend hebben. Met elkaar. Maar natuurlijk bedoel ik dan vooral mezelf. Ik hou me vast aan mijn lief die daar veel beter in is dan ik. Hij heeft nu eenmaal niet zo'n levendige fantasie als ik. Ook al weet ik heus dat niet alles wat ik denk waar is. Maar ik dwaal af.
De hele middag het huis voor me alleen. Een zalige zeldzaamheid deze laatste weken. Heerlijk dus. Zou je denken. Maar jongste is zwemmen met vriend O. "Leuk", zeg ik tegen de moeder van O. die ik bel om te informeren of zij daar toevallig ook bij is. En "Dat is toch veel te koud" bedenk als ze niet mee blijkt te gaan. Ze lacht en komt op de belachelijke gedachte dat mijn zoon dan kan besluiten niet te gaan zwemmen. Ja, lach maar, zeg ik tegen niemand in het bijzonder en ook niet hardop. "We komen jullie kant op, hij fietst het laatste stuk alleen". Ik duw de curling-moeder opzij, terwijl ik A, B én C sis.
Het werd een
Tot ik een berichtje kreeg van de moeder van O.: "Ze zijn weer boven water hoor (plus een smiley die huilde van het lachen)."
Dat hele moederschap valt natuurlijk ontzettend mee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten