woensdag 21 juni 2017

Warm hart

Kleine man en ik fietsen naar school. Hij wil het liever niet want fietsen is maar spannend als het buiten de wijk is. Aan het ontbijt wil hij al alles weten. Over wie er voorrang heeft op het zebrapad bij school en welke bocht hij moet nemen bij dat viaduct. Ook fietst hij eigenlijk liever met papa omdat die hem zo goed kan begeleiden.

Ik vertel hem dat ik mijn best zal doen en smelt van zijn serieuze blik. Eenmaal op de fietst, kletst hij honderduit. Over hoe hij het liefste opstapt, met zijn ene pedaal naar boven. Wie er van ons over welke drempel mag en dat we op de Dijk zeker gaan stoppen bij het oversteken. Met praten bezweert hij zijn angst en gaandeweg wint hij zelfvertrouwen. Zeker als ik hem vertel dat hij de baas over zijn fiets is. Hij schatert en bedenkt dat het maar goed is dat we niet op een paard zitten. Die kunnen zomaar in draf. Zijn fiets niet en remmend gaat hij de heuvel af.

Mijn lieve kleine held. Vaak even over een denkbeeldige drempel voor hij zich een superheld voelt. Dat heeft hij vast van zijn moeder. Ik kan ook nog steeds iets schijnbaar eenvoudigs spannend vinden. Het honderduit kletsen gebeurt dan in mijn hoofd. Niet meer hardop. Ik ben immers al groot. In gedachten bedenk en versla ik beren.

"Ben jij wel eens warm om je hart, mama?"

Als ik vraag wat hij precies bedoelt, legt kleine man uit dat hij zo dicht bij de stoep fietsen een beetje eng vindt. Bang om met zijn wiel de stoep te raken. "Dan voelt het warm om mijn hart, mama." Mooi gezegd van mijn zesjarige en ik knik dat ik ook wel eens warm om mijn hart voel. "Dan maakt hij een sprongetje. Soms van angst. En soms van vreugde." Als er zomaar weer een drempel overwonnen is. Groot of klein. Mooi toch.






maandag 19 juni 2017

Beginnetje

Soms ben je er even uit. Sporten. Lezen. Schrijven. Dan wil je wel maar doe je het niet. Oké, in het eerste geval wil ik ook meestal niet. Dan vind ik het pas fijn achteraf of als voornemen ooit. Met lezen is het soms even zoeken naar het juiste boek. Dat boek waarvan je ogen niet dichtvallen als je in bed ligt en waar je stiekem al een beetje naar verlangt als je nog op je werk bent. Schrijven is weer anders. Heerlijk met af en toe een flinke drempel. Net als hardlopen. Alleen met discipline en de nodige inspanning kom je in een flow.

Sinds ik aan mijn boek ben begonnen, schrijf ik elke zondag. Lief kijkt er streng op toe als ik de kantjes er vanaf probeer te smokkelen. Wanneer ik voorstel om heel even mee te gaan naar het Amsterdamse Bos of dat ik na het uitgebreide ontbijt én de krant echt ga beginnen, zwijgt hij veelzeggend. Ik weet het. Geen letter op papier zonder discipline en inspanning. Inspiratie is leuk. Maar domweg zitten is onvermijdelijk. Hoewel ik niets fijner vind dan aan het einde van de zondag een stuk geschreven te hebben (meestal kom ik net in een flow als lief en de kinderen weer binnen komen rollen) word ik er onbewust de rest van de week een beetje opstandig van. Genoeg dagelijkse dingen maar bloggen ho maar. De pagina blijft leeg en de cursor knippert verwijtend. 

Zucht. 

Geen idee. Geen noodzaak. Te warm. Geen woorden. 

Stom! 

Hoe meer ik schrijf des te beter. Net als met hardlopen, toch? Vandaar dit beginnetje. Gewoon maar weer eens wat woorden op papier. Zodat ze niet opdrogen. Ik zou over van alles kunnen schrijven. De kinderen van juffrouw Kiet, die ik terug moet kijken omdat ik nu aan het bloggen ben. Over de giraffe die middelste en kleine man vandaag in Artis geboren hebben zien worden (!) en hoe ik me dan heel even schuldig voel dat ik niet mee was met het uitje. Ik kan de bos bloemen beschrijven die ik vandaag kreeg op mijn werk of de zanger die ik zomaar ontdekte (Benjamin Clementine). 

Ik kan onder woorden proberen te brengen waarover ik twijfel of waar ik naar uitkijk, maar ik doe het met dit beginnetje. Een beginnetje over het dagelijkse naar misschien wel weer een dagelijks dingetje. Want eenmaal begonnen is het zo fijn. 

maandag 12 juni 2017

Beschermer van de bijfiguren

Ik kijk de documentaire Life, Animated op Nederland 2. Het gaat over Owen een jongen die de wereld om hem heen begrijpelijk heeft gemaakt via Disney films. Als hij 3 is, lijkt zijn ontwikkeling te stoppen en krijgen zijn ouders te horen dat hun prachtige zoon autistisch is. Vlak daarvoor zien we hem op een filmpje met zijn vader tussen de herfstbladeren spelen. Owen is Peter Pan, zijn vader Kapitein Haak. Hij lacht onweerstaanbaar om de gekke fratsen van zijn vader.

Na de diagnose zegt hij een jaar bijna niets. Het enige dat hem rustig en gelukkig lijkt te maken zijn Disney films. Die kan hij eindeloos kijken met zijn oudere broer Walter. Wanneer ze De kleine zeemeermin kijken, horen ze Owen sinds lange tijd weer wat zeggen. Ze verstaan hem niet, hij speelt de film terug en weer af, terug en weer af, terug en weer af. Het is de scene waarin de zeeheks Ariël haar stem wil afpakken: give me your voice. Deze drie woorden probeert Owen aan zijn ouders te zeggen. Zo ontdekken ze dat Owen met hen kan communiceren via de films.

Ze gaan door een moeilijke tijd als Owen op de middelbare school blijkt te worden gepest. Hij verwerkt het door zelf een Disney verhaal te tekenen en te schrijven: Protector of the sidekicks. Zo voelt hij zich namelijk, een sidekick en geen held. Net als zijn favoriete bijfiguren in de Disney films, Iago in Aladin, Baloe in Jungle Book. Ze zijn lief, grappig en slim maar dat lijkt niemand te zien. Het is Owens verhaal en hij besluit de beschermer van de bijfiguren te worden.

De documentaire is prachtig. Owens boodschap misschien nog wel het meest. Dat we voorbij de helden moeten kijken naar de talloze sidekicks. Anders dan anderen, niet zo opvallend misschien, ogenschijnlijk gewoon of juist ongewoon. Bijfiguren die niet alleen de Disney films kleuren maar ook onze wereld. Of zoals Owen zegt: "zij maken me het hardst aan het lachen".

donderdag 8 juni 2017

Pot

Mijn tante A. heeft er een pot voor. Een grote glazen die op tafel staat. Daarin stopt ze de grappige, mooie en die-moet-ik-onthouden-uitspraken van haar kleinkinderen. Veel handiger dan mijn rondslingerende schriftjes en instant dagboeken. Die zijn namelijk nooit voor handen als er weer eens iets grappigs of wijs aan de monden van mijn kinderen ontsnapt. Ik denk dan, die wil ik onthouden, maar breek 's avonds in bed weleens teleurgesteld mijn hoofd.

Gelukkig heb ik er ook veel onthouden.

  • Papa, ben jij graag moe?
  • Vandaag hebben we gepraat op school over de doodheid
  • Slagroomboom (slagboom)
  • Waarom is het veertien en niet viertien (terechte vraag van middelste)
  • Siekensaus (mijn nichtje toen ze nog heel klein was, we noemen het ziekenhuis nog steeds zo)
  • Mag ik jouw bakini aan? (neefje tegen middelste op vakantie, bikini is ook nog steeds bakini voor ons)
  • Mama, mag je ook met twee iemanden trouwen?
  • Ik zie je borstels mama!
  • Soms is mijn piemel groot en dan staat hij rechtop (kleine man heeft zojuist het 8e wereldwonder ontdekt)
  • Wil je mijn paagina zien? (oudste toen ze heeeel klein was, moet ik erbij zeggen)
  • Waarom ga je dood? (achterop de fiets is kleine man het meest filosofisch)
  • Mama, iedereen heeft een tweede leven. Ik: misschien wel meer. Kleine man: nee, mama, je hebt twee levens, niet meer.
  • Waarom geloof jij niet in God, mama?
  • Kleine man over de Kruidvat-reclame 'steeds verrassend, altijd voordelig'. Neeeeeeee, ze liegen gewoon mama!
  • Tita (auto natuurlijk)
  • Mooie wielen mam (toen was hij 2!)
  • Ik wil een knus! (een knuffel en kus in één)
  • Mama, privé wil ik nog wel met je kussen, maar niet op school
  • Kleine man tegen middelste  - die hem in de hal van de school altijd een filmsterrenkus geeft om te plagen - doe het anders nu alvast, dan hoeft het straks niet. 
Met kinderen kom je niet meer zo vaak in het theater. Maar je haalt cabaret in huis!


En dan heb ik het nog niet eens over de tekeningen van kinderen...

Verhuisbericht

Mijn blog is verhuisd naar dagelijksedingen.blog Zie ik je daar?