woensdag 19 februari 2020

So unsexy

Ik kan er een beetje jaloers op zijn. Mensen die zichzelf zijn. In welke situatie en welk gezelschap dan ook. Vriend A. is het. Zijn eigenzinnige zelf. Waar dan ook en bij wie dan ook. Als ik hem er wel eens om prijs, lacht hij zijn aanstekelijke lach en kijkt me tegelijkertijd een beetje verbaasd vorsend aan: "Natuurlijk ben ik mezelf. Wie anders?" Goede vraag. Het antwoord heb ik nog steeds niet. Hoewel ik steeds beter weet wie ik ben, moet ik het ook nog durven zijn. Waar dan ook en bij wie dan ook. Maar, hoewel steeds minder dan vroeger, kan het me nog steeds gebeuren dat een ander of een situatie het vertrouwen in mezelf verjaagt. Of zoals Alanis Morissette zo mooi zingt:

I can feel so unsexy for someone so beautiful 
So unloved for someone so fine 
I can feel so boring for someone so interesting 
So ignorant for someone of sound mind

Misschien is het goed. Als een ingebouwde wegwijzer die je de juiste paden in laat slaan met het juiste gezelschap. Een voelsproet voor vriendschap of een liefde die klopt. Dan nog zou het fijn zijn als iets of iemand anders je geen slecht gevoel over jezelf zou geven. Maar wat als het niet iets of iemand anders is, maar jijzelf. Jouw gedachten geprojecteerd op een ander. Klinkt waarschijnlijker dan die ander die hardop tegen je zegt: "Ik ga nu even met iemand anders praten, want ik vind jou zo vreselijk saai." Maar zou hij of zij het dan wel denken? Misschien. Kans is groter dat ze druk bezig zijn hun gedachten over zichzelf op jou te projecteren.

Was ik maar altijd mezelf. Of ben ik dat al? Mijn ingewikkelde zelf. De medaille die altijd twee kanten op kan vallen.


Volgens mijn wijze vriend A.

maandag 17 februari 2020

Magisch Marrakech

Elk jaar gaan we op reis, vriendin W. en ik. Tenminste dat proberen we. Zo zijn we al naar Argentinië, Japan, Spanje en Portugal geweest. Dit jaar stond het Noorderlicht op ons verlanglijstje. Naar de kou en sneeuw in Lapland. Tegen de tijd dat we eruit waren hoe en wat, waren de reizen vol. Dus gingen we naar Marrakech. In plaats van een slee met husky's, dwaalden we door de oneindige straatjes van de roze-oranje stad. We verbleven in een Riad - wat patio betekent - die was verstopt aan het einde van een doodlopend steegje en achter een kruip-door-sluip-door-poortje. Vast om de magie te versterken die ons betoverde toen we eenmaal in de patio en onze kamer stonden.

We durfden onze Riad bijna niet te verlaten omdat we dachten deze nooit meer terug te vinden. De talloze straatjes hebben geen namen. De grote moskeeën in de stad werden onze houvast en we vonden onze (om)weg. Naar het museum met foto's van het vroegere Marrakech, naar het oude paleis met prachtige mozaïeken, naar de plek waar onze fietstour begon en naar het grote plein Djemaa El Fna, waar we niet wisten hoe snel we er weg moesten komen en onze toevlucht zochten op een hoog dakterras. Per toeval kwamen we langs de hammam waar we pas veel later een afspraak hadden staan. Omdat we bang waren de weg niet meer te vinden, vroegen we of we al terecht konden. Dat kon en we werden gescrubd, gewassen en gemasseerd tot we rozig en als nieuw weer buiten stonden.

We sloten Marrakech in ons hart, onderhandelen als echte Berber vrouwen over een leren poef en tas en beseften dat het onderhandelen misschien toch niet zo in ons zat toen de verkoper wel heel vrolijk onze hand schudde om de deal te sluiten. We bedachten hoe leuk het zou zijn als we op Schiphol zouden aankomen met een tapijt tussen ons in en dan het gezicht van mijn lief zouden zien. Priceless. De gedachte alleen was genoeg terwijl we grinnikten achter een zeldzame Espresso Martini waar we proostten op onze vriendschap en op dat we zo goed samen kunnen reizen. Ik van de boekjes en lijstjes met dingen die ik per se wil zien en W. van het loslaten en gewoon maar dwalen. Daartussenin is het fijn reizen en de week vloog. In het vliegtuig naar huis was ons hoofd en hart vol indrukken,  geuren en herinneringen voor later.

Lief kwam ons halen en bleef een Berber-tapijt bespaard. Hij zou al genoeg moeten wennen aan de poef en gekleurde schaal. Ik sloop de slaapkamer in van kleine man want een hele week zonder... Halfslaperig maar blij om me te zien, moest ik weten dat hij in mijn afwezigheid zijn hart had verpand aan ripped jeans. "Dag mama, hoe heb je het gehad in Marrakech", plaagde ik hem. "Goed", was zijn verbaasde antwoord. Waarop we samen moesten lachen om het gekke nachtelijke gesprek.

En goed was het. Marrakech.


Blije voetjes!

vrijdag 7 februari 2020

Piekenpot

"Ik ben er klaar mee", spreek ik mijn drie biggetjes toe. Bij thuiskomst was ik gestruikeld over de tas van middelste, die gezelschap had, zag ik - vloekend - van de sporttas van haar zus. In de badkamer slingerde de verpakking van de tandpasta en in de wc sporen van een kind dat ook nog eens een leeg wc-rolletje op zijn of haar geweten had. Het was de spreekwoordelijke druppel. Ik wilde niet langer de hele dag lichten uitdoen, kommetjes en glazen achter konten opruimen, broodbakjes en bekers missen omdat die al dagen bivakkeren in schooltassen en rondslingerende sokken en sloffen verzamelen. Hun slaapkamers had ik al losgelaten, behalve dat de deur nog open moest kunnen zonder al teveel duwen. Maar het slakkenspoor in de rest van het huis moest stoppen, wilde ik niet veranderen in een langspeelplaat die op het meest gedraaide nummer bleef hangen.

Vriendelijk vragen had geen zin. Afspraken maken had geen zin. Sarcasme was ze volledig ontgaan. Verbazing en lichte verontwaardiging waren mijn deel als ik boos werd. Maar hoe moeilijk kan het zijn? Je eigen bord en beker opruimen na gebruik (ja dus ook dat kommetje. Nee, ik weet dat een kommetje geen beker of bord is). Je licht uitdoen als je naar school gaat (of weet je wat doe maar standaard als je je kamer verlaat). Bij thuiskomst je lunchspullen uit je tas halen en in de vaatwasser doen (nee dat is dus niet óp het aanrecht). En je kamer opruimen als de deur niet meer open kan (nee, als je nog door de kier past, telt niet).

Ik heb hele slimme kinderen, maar dit krijgen ze niet voor elkaar. Middelste heeft een week rondgelopen met drie broodbakken, twee fruitbakjes en twee bekers in haar tas. In twee broodbakjes zat beschimmeld brood en een appel die je niet eet maar wel vervoert in een volle, warme tas blijkt appelmoes te worden die een beetje stinkt. De bakken en bekers van oudste zijn al weken vermist en ik klim elke ochtend op de hoogslaper van de jongste omdat hij standaard vergeet zijn bedlampje uit te doen. "Als ik jullie zou vragen elke ochtend een snoepje voor het ontbijt te nemen, zouden jullie dat dan ook vergeten", mopper ik. Ze zwijgen strategisch.

Dus nu is er de piekenpot. Dat een piek een euro is voor mensen boven de veertig, weten mijn kinderen nu ook. Voor alles wat slingert, niet opgeruimd en (alweer) vergeten is, in ik een piek. Oudste kijkt verschrikt, middelste kijkt opstandig en jongste jammert dat ik het beste meteen maar zijn spaarpot kan omkieperen omdat hij het toch allemaal niet kan onthouden. "Je hebt het zelf in de hand", snuif ik. Op dag 2 na onze eenzijdige afspraak zitten er al 3 pieken in de pot, van elk kind een piek. Bij het onderstoppen vraagt kleine man beteuterd wat we met al dat geld gaan doen. "Ik denk uit eten", plaag ik en weet wel beter. De kinderen ook. Over een week is de piekenpot vergeten en zet ik de naald weer op de langspeelplaat.


donderdag 6 februari 2020

Het is niet normaal!

8 van de 10 jonge vrouwen wordt op straat in Amsterdam lastig gevallen. Onacceptabel vindt onze burgemeester Femke Halsema. En dat is het ook. Dat vrouwen worden lastig gevallen weet ik helaas maar al te goed. Op de weg naar volwassenheid lijkt er een leger aan mannen klaar te staan om je als object te beoordelen en te behandelen. Keurende blikken over borsten en billen. Verlekkerde blikken die ongegeneerd blijven plakken. Mannen die met je oplopen en praatjes tegen je aanhouden. Mannen die je ongevraagd aanraken. Meningen die hardop worden geroepen over hoe boos je kijkt of hoe lief of welk cijfer je verdient. Getoeter. Gefluit. Gesis.

De dreiging die je soms voelt. De woede die er soms loskomt als je hun aandacht negeert. De angst soms als de man met de verlekkerde blik op dezelfde halte als jij uitstapt en het is donker en stil op straat. Ik ben om die reden wel eens langs mijn huis doorgelopen naar de avondwinkel op de hoek waarvan ik de aardige eigenaar kende en vertrouwde. Hij is even met me meegelopen en heeft voor mijn deur gewacht tot ik veilig binnen was. Ook heb ik menig blokje omgefietst, donkere stukken vermeden, gehold soms, uitnodigingen afgeslagen om in auto's te stappen, vriendelijk om geen gedoe (of erger) te veroorzaken, mijn ogen naar de grond gericht, weggekeken, op mijn tong gebeten en mezelf bedekt of minder aantrekkelijk gemaakt. In het hotel waar ik tijdens mijn studie in de giftshop werkte, kreeg ik regelmatig een briefje met een kamernummer in mijn handen gestopt. De eerste keer dat het gebeurde, probeerde ik de man in kwestie nog uit te leggen dat hij zijn gekochte spullen gewoon zelf moest meenemen. Tot ik zijn verlekkerde blik zag. 

Ik hoorde een man ooit opscheppen dat hij in één minuut kon scannen welke vrouwen in de ruimte aantrekkelijk waren en welke niet. Ik denk dat vrouwen in één minuut kunnen scannen of een situatie veilig is of niet en wat in het laatste geval haar opties zijn. Verdrietig genoeg leer je als vrouw dat je nooit helemaal vrij bent op straat, tijdens het uitgaan, in het openbaar vervoer en zelfs op het werk. Verdrietig genoeg leer je rekening houden met mannen die je lastig kunnen vallen. Verdrietig genoeg leer je oogcontact vermijden in sommige situaties. Weg te kijken. Neutraal te kijken. Verdrietig genoeg leer je dat er zoiets als aanleidingen kunnen zijn. Of gelegenheid. En dat jij dat schijnbaar moet bewaken. Verdrietig dat vrouwen schaamte voelen om iets dat mannen doen. Verdrietig dat het impact heeft op hoe je als vrouw in de wereld staat en beweegt

Het is in 2020 niet anders. Mijn oudste die klaagt over een man (van middelbare leeftijd!) die om haar heen blijft hangen in de supermarkt waar ze op zondag een bijbaantje heeft. Tot haar leidinggevende hem wegstuurt. Haar beste vriendin L. die in de bar waar ze werkt regelmatig briefjes met telefoonnummers in haar handen gestopt krijgt van mannen (van middelbare leeftijd!). Ze beloven haar soms zelfs dat ze op haar willen wachten tot ze vrij is (en het donker en stil is op straat). Mannen die verlekkerd naar mijn middelste (van veertien!) kijken. Vaders op het hockeyveld die even zijn afgeleid als er een team van jongvolwassen meiden het veld oploopt. En hun mond net zo open valt als het gesprek stil. En dan heb ik het hier alleen nog maar over intimidatie die niet uit de hand loopt of erger. Dan heb ik het niet over ervaringen van vriendinnen waar dat wel het geval was.

Het is niet normaal. En ik hoef hopelijk niet al teveel zinnen te wijden aan dat niet alle mannen... Of aan dat er ook niets meer mag tegenwoordig... Intimidatie is niet normaal. Vrouwen tot object maken is niet normaal. Meisjes tot object maken is niet normaal.

Wat kunnen we eraan doen? Zoals de burgemeester van Amsterdam doet. Het onderzoeken. Het bespreekbaar maken. Burgers ter verantwoording roepen én verantwoordelijk maken voor dit probleem. Meisjes en jongens op weg naar volwassenheid leren dat het niet normaal is. Benoemen als je het ziet gebeuren. Mannen aanspreken op hun gedrag. Of het nou je vriend is in de kroeg, de vader op het hockeyveld of de man in de supermarkt. Om hulp vragen en hulp bieden. En laten we de schaamte teruggeven aan waar die hoort, bij de daders.

Amsterdam start nu een campagne die is gericht op meisjes en vrouwen met #jijstaatnietalleen. Ik stel voor om een campagne te starten die gericht is op jongens en mannen met #gajeschamen. We maken een poster met een opsomming van het intimiderende gedrag waar mannen zich dagelijks schuldig aan maken. De titel van de poster? HET IS NIET NORMAAL. Deze hangen we op in scholen, openbare gebouwen en het openbaar vervoer. Delen mag onder #gajeschamen.



dinsdag 4 februari 2020

Oefenen

"Vanaf de Hoornsestraat, mama." Hij fietst vlak voor me en onderhandelt. Ik trek mijn muts iets dieper over mijn voorhoofd want het regent en denk na. "Tot aan de kruising dan", komt hij me al tegemoet. Wie zwijgt, twijfelt, denk hij vast. Hij kent me.

We oefenen. In het voorjaar gaat hij alleen naar school fietsen. Daar kijkt hij al heel lang naar uit. Niet zozeer vanwege het fietsen. Niet zozeer vanwege het alleen. Hij verheugt zich op de mobiele telefoon die hij dan eindelijk krijgt van ons. Geen dag te vroeg, eerder een jaar te laat volgens mijn bijna tiener. Dus oefenen we. "Dit laatste stuk kan ik makkelijk zelf", vond hij vorige week. "Dat denk ik ook", antwoordde ik, "alleen moet je moeder ook nog oefenen." Verbaasd remde hij af. "Oefenen in loslaten", legde ik uit. "Oooh", versnelde hij alweer de trappers. "Echt iets voor moeders", hoorde ik hem hardop mopperen, "vaders zijn daar veel beter in".

Vandaag fietst hij zo hard dat ik hem niet kan bijhouden. Een gele punt in de verte. Hij passeert een grote container die in de lucht wordt getakeld maar netjes blijft bungelen als mijn rijkdom er rechts omheen draait. De afgesproken kruising komt in zicht. Ik zet mijn versnelling een tandje hoger in de hoop op een kus. Maar hoewel hij eerst netjes naar links kijkt en dan nog een keer naar rechts, kijkt hij niet meer achterom. "Oefenen", spreek ik mezelf streng toe terwijl ik toch niet afsla maar nog een stukje de gele stip volg. "Hoe weet ik nou dat hij straks echt op school is", sis ik verontwaardigd terug. Geen antwoord. Op de hoek kan ik niet verder. Tenminste niet zonder gesnapt te worden door mijn kind en ik hoor in gedachten al zijn verontwaardigde stem. Ik hou van je, denk ik dus maar en ik zwaai naar niemand in het bijzonder.

Op de terugweg waait de harde wind de muizenissen uit mijn hoofd. Ik denk aan oudste die bij het ontbijt hardop bedacht dat ze over een jaar officieel volwassen is. "18 jaar", lacht ze bij het idee. Ik schenk koffie in en denk na. "Maar ik blijf wel nog bij jullie wonen hoor", stelt ze me gerust. Wie zwijgt, twijfelt, denkt ze vast. Ze kent me.

Opvoeden is oefenen. Oefenen in loslaten. Oef.

Verhuisbericht

Mijn blog is verhuisd naar dagelijksedingen.blog Zie ik je daar?