Posts tonen met het label liefde. Alle posts tonen
Posts tonen met het label liefde. Alle posts tonen

donderdag 31 december 2020

Dag 2020

 Lief 2020, wat ben je verguisd.

Inpakken en weg ermee, vat vriendin T. het samen. Een jaar om snel te vergeten, hoor ik op de radio. Ik blader door mijn blogs om je te vatten. Het begin dat we vierden op Schiermonnikoog, met oliebollen, vuurwerk en elkaar. Het virus in China was ver van ons bed en bleef onbesproken. We telden onze zegeningen dichtbij huis. Lang leve de liefde en onze gezondheid. Mijn voornemens waren kind en dapper te zijn. En vertrouwen te hebben. 

Februari was een sprookje. Ik ging samen met beste vriendin W. naar Marrakech. Een onwerkelijk cadeautje toen vier weken later Nederland op slot ging. Hadden we tijdens de eerste persconferentie nog gegrinnikt toen Mark Rutte per ongeluk de hand schudde van Jaap van Dissel, nu was het serieus. Amsterdam viel stil. We klapten voor de zorg. Zetten boodschappen voor de deur van onze ouders. En hielpen de kinderen met school. 

Tegenover de zorgelijke cijfers van zieken stonden veel lichtpuntjes. Initiatieven om voor elkaar te zorgen. De natuur die onverstoorbaar de lente aankondigde. En het virus dat een vuist leek te maken waar leraren en zorgpersoneel in 2019 voor de straat op waren gegaan. Zou deze crisis een verschuiving veroorzaken? 

Van het kapitalisme van het grote geld naar het kapitalisme van mensen.
Van we willen meer naar we hebben genoeg. 

Zo snel zou het niet gaan. Maar de veerkracht van mensen maakte indruk op me. Ik vond mijn draai en genoot van de tijd en rust met mijn gezin. De wandelingen met vriendin W. en de wekelijkse yoga op de steiger. Het najagen van mijn dromen stelde ik uit. Ik leerde in het nu te leven met een zo goed als lege agenda. Ik puzzelde neuzen en konten aan elkaar. We vierden verjaardagen net even anders. Lief en ik plakten weer een extra jaar aan onze liefde. Ik leerde staarten te delen aan de jongste, te plannen aan de middelste en de moed erin te houden aan de oudste. Ook met mijn snuf erbovenop vond ik ze lief.

Natuurlijk maakte ik me ook zorgen. En miste ik van alles. De eetclub, schrijven in mijn favoriete koffietentje, afspreken met vriendinnen. We annuleerden onze vakantie in Italië en ik vond het naar dat ik op afstand moest blijven van de mensen die me dierbaar zijn.

De keerzijde liet me zien wat belangrijk is. 

We improviseerden verder, verkenden voorzichtig onze vrijheid na de eerste lockdown maar wisten dat het nog niet voorbij was. Het venijn zat in de staart. Niet in de lockdown. Maar in het verongelijkte ongeduld dat als een golf door Nederland ging. De verontwaardiging. Omdat we willen winkelen op Black Friday? Onze skivakantie niet kunnen missen?

Druk met onszelf hoeven we niet verder te kijken dan onze neus lang is. De lessen te leren die jij ons liet zien. De lichtpuntjes die ons de weg wijzen. Dat het ook anders kan. En dat we daar nu het bewijs voor aan het verzamelen zijn.

Lief 2020, ik hoop dat we je niet snel vergeten. En ik hoop dat we met andere ogen naar je gaan kijken. Als de stof is gaan liggen. Ik hoop dat je het begin was van verandering. Dat het niet voor niets is geweest dat je onze wereld ondersteboven hield. 

En voor jou herhaal ik mijn wensen van vorig jaar, omdat ze nog niets aan betekenis hebben ingeboet. Integendeel. Ik wens je meer lichte dan moeilijke momenten. Maak plezier. Koester de wereld op jouw manier en vergeet zo nu en dan het nieuws te volgen. Vertrouw op anderen en op jezelf. De antwoorden komen meestal vanzelf. Je hoeft alleen maar de juiste vragen te stellen.

Wees dapper.
Be kind.
En heb lief.

Want daar komt het wel op neer.



Welke kant op lees jij 2020?


woensdag 30 december 2020

Lieve A.

Vandaag ben je 18, mijn lieve, mooie en slimme A. Volwassen en lichtjaren voorbij de vijfjarige die mijn hart veroverde met blonde staarten en gekke fratsen. 

'Waar is de tijd gebleven', mopper ik tegen je vader. Hij antwoordt met een schuine lach.

Je lijkt op hem. 
Maar je bent zoveel meer. 

Verstandig zoals past bij de oudste. Je waakt over harmonie en gezelligheid en zit het liefst aan de keukentafel met meer mensen dan passen. Je kletst honderduit maar houdt je diepste gedachten liever verborgen. Tot ze uitgedokterd het licht mogen zien. Stoutmoedig. Anders. Een activist in de dop omdat de wereld anders kan, volgens jou. Een waarin iedereen zichzelf mag zijn. 

Jij wordt het steeds meer. 
Jezelf. 

Zonder opsmuk maar stralend. De wereld aan je voeten ook al staat ze even op pauze. Je hebt je gitaar en grappen op zak. You light up the room en mijn hart.

Later als je groot bent.
Het is begonnen.



zondag 16 augustus 2020

10

 Soms denk ik je vooruit. Dan mijmer ik over hoe je als puber, met te lange benen en armen misschien, als student, serieus en onderzoekend misschien, als volwassen man, verliefd en vader misschien.

Soms denk ik je achteruit. Aan de eerste keer dat ik je zag. Je wiebelende stapjes. Je schaterlach. Je eindeloze mama's en mollige armpjes die zich naar me uitstrekten. Herinneringen draaien rondjes als de groeven in een langspeelplaat. 

Maar meestal kijk ik naar je zoals je nu bent. Omdat ik weet hoe snel het gaat en ik liever niet teveel wil missen. Dan schrijf ik het op. Of ik leg het vast. Klik! Je blik. Je stem. Stiekem, want van jou hoeft het niet zo. Voor later, leg ik uit. Soms wil je er dan wel even voor zitten. Haar goed en blik op, nouja hoe bijna-tieners kijkers. Dat weet jij beter dan ik. 

Ik zie gewoon jou. De gouden vlekjes in je ogen. De sproeten op je gezicht die deze zomer ontelbaar zijn. Je haar dat niet kan kiezen tussen rossig of blond.

Je eigenheid en eigenwijsheid. Je gedachten die vragen om begrepen te worden. Ooh.  Je zachtheid. Je aarzeling voor denkbeeldige drempels. Je uitbundigheid er eenmaal over heen. Je gezien willen worden. Schatzoeker van woorden. Kletskous sinds je kunt praten. Over van alles. Met opa. Met beste vriend T. Met mij. Dan maak je plannen en wens je dat alle oude mensen voor altijd gezond blijven. Dan droom je jezelf in Nike van top tot teen terwijl je een vliegende Tesla bestuurt. Uit de boxen klinkt muziek waarvoor je mij inmiddels te oud schat. Van wiebelige stapjes naar voorzichtig stoer.

Vandaag ben je jarig en maak je al 10 jaar mijn leven licht. Of eigenlijk plus negen maanden, waarin  je als Lampje in mijn buik woonde. Een lichtje ben je nog steeds. Stuiterend, schaterlachend en stralend op je zevenmijlslaarzen. Ga maar, ik houd je wel bij. Je wereld wordt steeds groter dus niet altijd meer in mijn zicht. Maar altijd in mijn hart. Weet je nog hoe we dat vroeger oefenden omdat je bang was dat je me op school zou missen. Gewoon je ogen dicht doen, dan zie je me ook als ik er niet ben. Je probeerde het met ogen en vuistjes dichtgeknepen. Teleurgesteld vertelde je later aan oma dat je daar nog te klein voor was. 

Zou je het nu wel kunnen? Jij vraagt je andere dingen af. Of je de hele nacht wakker zou kunnen blijven. Met een kop echte koffie en dutjes overdag als voorbereiding. En waar we in godsnaam je cadeaus dit jaar hebben verstopt. En wat er gebeurt in het geheime-appgroepje dat we hebben aangemaakt voor je verjaardagsfeestje. En dat uitdelen minder leuk is in coronatijd. En, en, en...

Lieve grote kleine man, hiep hiep hoera!
Ik van jou.
Met mijn ogen dicht
en dan snel weer open om niks te missen.


De tekening voor het geboortekaartje dat vriendin P. 10 jaar geleden voor ons maakte. 

zaterdag 1 augustus 2020

Homo

Wat dacht je, toen je de titel van mijn blog zag? Hoorde je er een uitroepteken achter of een vraagteken? Dacht je aan de liefde misschien? Of dacht je aan het scheldwoord dat we maar al te vaak horen. Op straat. Op scholen. Langs het sportveld. Want, gewoon. Of niet?

Deze week vieren we Pride Amsterdam om te vieren dat je kunt zijn wie je bent en mag houden van wie je wilt. De programmering van NPO3 staat in het teken ervan. De prachtige Britse film Pride komt voorbij, ik zie de documentaire Mans Genoeg over de in mei overleden Saïd Zankoua en de documentaire Pisnicht: The Movie van Nicolaas Veul. Aanleiding was een column van Youp van het Hek waarin hij het woord pisnicht gebruikte. De ophef die daarover ontstond was veelzeggend over de stand van zaken in ons land. Degenen die er aanstoot aan namen, hadden geen gevoel voor humor. Je mocht ook niks meer zeggen. Het was - gewoon - een woord dat je gebruikte. 

Lach of ik schiet

De aanval is de beste verdediging, dan hoef je verder niet over je eigen handelen na te denken. Of over wat het met een ander doet. In zijn documentaire probeert Nicolaas het uit te leggen. Dat hij het woord homo al jong associeerde met zwak, niet mannelijk, minderwaardig. Hij hoorde het als je ergens niet goed in was, andere interesses had dan verwacht, je anders kleedde, praatte of bewoog dan je geacht werd te doen. Hij leerde daarmee al jong dat je niet zomaar kon zijn wie je was en hield zijn ware gedachtes en gevoelens voor iedereen verborgen. 

Homo als scheldwoord. Vraag maar liever niet waarom. Want achter het gewoon gaat nog meer stompzinnigheid schuil. Dat het prima is om homo te zijn, als zij er maar geen last van hoeven te hebben. Dat het niet handig is om twee mannen op tv met elkaar te laten zoenen, want dan leer je jonge mensen dat dat kan. De vader die naast zijn zoontje op straat belooft dat hij het nooit zal accepteren als hij homoseksueel is. De vijandigheid die erachter schuilgaat wordt luchtig weg gelachen. Mijn mening maar. Over jou.

Nicolaas kwam er uiteindelijk uit en ervoor uit, maar niet ongeschonden. Net als Saïd Zankoua, die - omdat hij op jongens viel - meer klappen kreeg dan hij aankon. Hij hield er zware epilepsie aan over en stierf dit jaar aan de gevolgen ervan. Op de dag tegen homofobie. Hij werd dertig. Zijn familie had hem nooit geaccepteerd voor wie hij was. Zouden ze de documentaire hebben bekeken en net zo betoverd zijn als ik door de prachtige jongeman die zij nooit in hem wilden zien? 

De liefde zwijgt met het schaamrood op de kaken. 

Er is nog een lange weg te gaan voordat iedereen kan zijn wie hij is en kan houden van wie hij wil. Maar laten we hem vooral gaan. Samen. Want.

We couldn't all be cowboys
So some of us are clowns
And some of us are dancers on the midway
We roam from town to town
I hope that everybody can find a little flame
Me, I say my prayers,
Then I just light myself on fire
And I walk out on the wire once again



vrijdag 17 juli 2020

Alles is familie

We zitten in de tent. Met meer dan past, maar dat is niet erg. Buiten is het weer op zijn Nederlandst en we houden elkaar warm rond de eettafel. Het gezelschap is een mengelmoes van huishoudens waarin de kinderen een rode draad proberen te ontdekken. Wat voelt als familie blijkt ingewikkelder dan we dachten. Tenminste als we er namen aan willen geven. We gaan van familie naar achter tot aangetrouwd en aangewaaid. Van warme kant naar koude kant en van bloed naar banden die zijn aangegaan en soms ook weer verbroken. 

J. trekt er een denkrimpel van: 'Dus jij bent eigenlijk niet mijn oom, maar A. en E. zijn wel mijn nichtjes?' Hij kijkt vragend naar mijn lief, die nu ook een denkrimpel trekt. Is hij zijn oom-recht verloren toen hij en de zus van de moeder van J. uit elkaar gingen? Ik probeer ondertussen te bedenken wat ík dan ben van J. terwijl hij op hetzelfde moment met bedenkelijke blik naar mijn zoon kijkt. 'Ben ik dan een halfneef van J. omdat hij ook een halfbroer van mijn nichtjes is?' De tafel kauwt even op het woordje half terwijl de halve neven elkaar beteuterd aankijken. 

Achtereenvolgens proberen we uit te leggen dat je 'achter' bent als de moeder van je neef de nicht van jouw moeder is. Dat zij dan geen tante is maar een achternicht. En dat M. dus zowel een achternichtje is van J. als van zijn moeder. Ook praten we over aangetrouwd en vertrouwd. En dat stief geen bloed is en dat er bloed nodig is voor half. Maar dat de liefde zich over het algemeen er weinig van aantrekt. 

Het regent kwartjes terwijl vaderskanten en moederskanten worden ontward, maar niet alles valt op zijn plek. Soms zijn er geen woorden voor banden die we wel voelen. Door gedeelde herinneringen, alle vakanties die we samen doorbrachten en vertrouwd zijn met elkaars mooie en mindere kanten. 'Jij voelt als mijn tante', vertrouwt oudste W. toe ook al ben je dat niet echt. Dat W. en ik ons al zussen voelen sinds we elkaar leerden kennen op ons 18e heeft hier vast mee te maken. En lief mag wat J. betreft zijn oom-rechten houden. We vervangen de halfjes en de stiefs en de achters voor vol en I. noemt ons haar gevonden familie. Aanwaai, maken we er lachend van.

Buiten klaart  het op. De tent kan weer open en de kinderen naar buiten. Dan steekt J. zijn hoofd nog even naar binnen voor een laatste vraag: 'Familie kies je toch eigenlijk?' Voordat ik antwoord kan geven, is hij alweer weg om  achter zijn neefjes en nichtjes aan te jagen op het natte gras.

Ik lach, knik en tel. 


dinsdag 26 mei 2020

Armeense engel

Hij was er weer, vertelt mijn moeder. En zonder hem ooit zelf te hebben ontmoet, zie ik hem voor me. De Armeen die elke dag op de Amsterdamse begraafplaats zit. Als de dag in tweeën breekt, klapt hij zijn stoel en spulletjes uit. Een grote paraplu die hem beschermt tegen het weer. Een tas met wat eten en drinken.  Wat klein tuingereedschap. Een gieter voor alle vergeet-me-nietjes. En een doekje om woorden weer zichtbaar te maken. 

Hij is in de zestig en heeft zijn dromen en zijn land ver achter zich gelaten. Samen met zijn moeder ontvluchtte hij ooit zijn geboortegrond. Ze waren zijn leven lang samen. Van kind naar oude zoon die eigenlijk nog niet zonder haar kan. Maar ze is dood. En hij wacht. In de tussentijd houdt hij haar gezelschap. Elke dag. Trouw als de oude boom aan de ingang van de begraafplaats. 

Hij lijkt te waken over de graven en de mensen die er komen. Zittend onder zijn grote paraplu vertelt hij zijn verhaal. Vrolijk ondanks alles. En mensen vertellen hem hun verhaal. Dat gaat vanzelf. Het voelt goed om het toe te vertrouwen aan deze grote vriendelijke Armeen. Hij luistert en begrijpt hun verdriet. Hun gemis. Hun reden om daar te zijn. Alle verhalen passen in zijn hart. En zijn hoofd onthoudt de namen en de dagen. 

Mijn ouders komen er tenminste één keer per jaar. Op deze Amsterdamse begraafplaats. Voor een klein graf dat inmiddels is bijgezet in het familiegraf. Hun eerstgeborene werd maar een week oud. Ze vertelden hun verhaal een paar jaar geleden aan de Armeen. Hij luisterde en sloot hun zoon in zijn hart en in zijn hoofd. Sindsdien maakt hij op de geboortedag van T. het grafsteentje schoon. Hij snoeit de hortensia zodat deze eind mei kan bloeien en steekt een kaarsje aan. 

Een Armeense engel waakt over mijn grote kleine broertje.

maandag 27 april 2020

Happertjes zijn we

8 jaar getrouwd. Terwijl ik het ontbijt op bed maak dat jij me gisteravond beloofde, denk ik aan alles wat achter ons ligt maar bij ons bleef in veranderde vorm. Het gezin waar we samen aan begonnen. Met voorsprong, want plus twee. Ze waren 9 en 6 toen ze hun handtekening zetten onder ons 'Ja, ik wil' in dat witte kerkje in Amsterdam Noord. Onze lieve familie en vrienden dicht op elkaar in de banken. De hekkensluiter droeg de ringen, want bijna 2. Geluk in één dag gevangen. Er volgden meer. Ze kleurden de gewone dagen. Gaven het hollen en het vliegen, de vermoeidheid en ook tegenslag tegenwicht. Het ene jaar meer in balans dan het andere.

De liefde bleef. In al haar onverstoorbaarheid. Ik, die twijfel aan alles, twijfel nooit aan jou. Hoezeer ik me soms ook verwonder over hoe verschillend we gebakken zijn. De herkenning zit in de kern. In  mijn hart, dat je al kraakte toen je achttien was.  De allerliefste keter. Ontregelaar, nog steeds. Van baksteen. Onverstoorbaar in je liefde voor de kinderen, mij en nog wat geluksvogels.

Zoveel als ik van woorden houd, jij laat het liever zien. Waar de nacht in de dag overgaat, dat zijn wij. Dat magische moment van alles en niets. Rust en belofte.

8 jaar getrouwd. Geen papier meer. Maar van stevig karton. Vrolijk gekleurde vellen die we vouwen in verschillende vormen. Wensbootjes, slingers, harten met hoekjes en happertjes met verborgen zinnen. Eenmaal gevouwen lijntjes blijven zichtbaar als de voorzichtige kreukels op onze lijven. Mooi, vind jij. Wars van ijdelheid alsof je stiekem weet waar het om gaat. Ik denk het ook te weten.

zaterdag 18 april 2020

Krantenknipsels en biscuitjes met slagroom

We maken een ontbijtdoos want oma Net is jarig. 79 jaar en in haar hele lange leven heeft ze niet eerder in een anderhalve meter maatschappij geleefd. Maar ze laat zich niet kisten. Dus wanneer ze de deur opendoet voor haar onverwachte ontbijt in een doos piept er een vrolijk Hollands vlaggetje uit haar (langer geworden) haar. Ik verdenk opa Henk die erin te hebben gestoken toen hij haar wakker zong. Ook hij laat zich niet kisten.

De gevulde doos vertelt iets over de jarige. Het pak Maria-koekjes verraadt dat ze houdt van biscuitjes met slagroom erop. En dat je haar daar 's nachts voor wakker mag maken. (Sterker nog, vroeger maakte ze daar mijn schoonvader voor wakker.) De druiven zijn iets van de laatste tijd en haar liefde ervoor houdt groenteman E. op de been, ook in deze onzekere tijden. Toen ze nog goed kon zien, knipte ze elke week krantenknipsels voor ons uit. Van leuke uitjes en opvallende en voor ons (volgens haar) relevante zaken. Dus plakken de kinderen knipsels op de doos. Over gratis online muziekles en de Hou Vol-voorpagina van het Parool. We lachen liefdevol om de herinnering aan de talloze knipsels die we vonden als ze bij ons was geweest.

Als het geen ontbijtdoos zou zijn, hadden we er tenminste één gehaktbal in gedaan. Een voorzichtig, zich bij voorbaat verontschuldigend exemplaar, want zo lekker als die van haar kan ik ze niet maken. Je kunt onze kinderen ervoor wakker maken, zeker de jongste. Middelste voor haar suddervlees en oudste voor haar biefstuk (die mijn schoonvader onder haar streng toeziend oog bakt). Maar zoals gezegd is het een ontbijtdoos. Dus bouwen we een torentje van roomsoezen met een kaarsje erop en verstoppen matzes met kleine doosjes zoet beleg (haar redding als ze bij ons eet en ik te alternatief heb gekookt naar haar smaak).

Als we niet in een anderhalve meter situatie waren beland, had ze haar verjaardag zeker gevierd. In een leuk restaurant, dat ik dan zou mogen uitkiezen. Of met een uitje, waar ze de kinderen een plezier mee zou doen. Of thuis, waar ze ons vanaf het moment van binnenkomst tot vertrek zou volstoppen met heel veel lekkers van alleen de beste adresjes, waarmee ze haar Amsterdamse herkomst eer aandoet.

Ze belt. Dat ze zo enorm heeft genoten van de ontbijtdoos. Dat mijn schoonvader alles heeft voorgelezen, van knipsel tot anti-piekerkaartje. Dan verontschuldigt ze zich nog maar eens dat ze in haar badjas opendeed. Maar ze had besloten tot een makkelijke luie dag. Ik geef haar gelijk en lach. Om mijn schoonmoeder die zich niet laat kisten. Die straks tussen de bloemen op haar balkon gaat zitten met een mini-appelflap (ook iets van de laatste tijd). Daar leest ze digitaal de zaterdagkrant van kop tot kont en knipt in gedachten een stuk of twee stukjes eruit. Waarschijnlijk belt ze nog een keer. Om nogmaals te vertellen hoe blij ze met de ontbijtdoos is (en om te vertellen wat er in die niet uitgeknipte stukjes staat).

Lieve schoonmama, ik wens je een dag vol luiheid en gemak. Op meer dan anderhalve meter houden we de wereld van je.

vrijdag 3 april 2020

Kacheltje

Hoewel al zo groot, een bijna tiener, ben je toch nog mijn kleine man. Woensdag was je spelen bij beste vriend T. en kwam ziek thuis. Zo wit als een tafellaken (oké, niet die van ons). Hoofdpijn. Geen trek. Je sliep de hele week slecht vanwege het verzetten van de klok. Heerlijke zomertijd, maar in praktijk was het 's ochtends te vroeg om op te staan en 's avonds ook om te gaan slapen. Bij elkaar opgeteld, viel je na vier dagen om.

Een kwestie van bijslapen? Maar het houdt aan, terwijl je de slaap nu toch wel meer dan hebt ingehaald. Griep dan? Je hoest, spuugt (ook al eet je niks) en legt 's nachts mijn hand op je snel kloppende hartje. Ook de hoofdpijn wil van geen wijken weten. Stom! Driedubbel in deze onzekere weken. Ik probeer mijn moederhart gerust te stellen en sluip ieder halfuur de kamer binnen om naar je te kijken, aan je hoofd te voelen of een geruststellend grapje te maken.

Je klinkt helder maar moe. Slapen is alles wat je wilt. Geen Animal Crossing op de Switch, je nieuwe favoriete spel. Geen iPad en geen YouTube. Zelfs je pas gekregen nieuwe oude mobiel van oma - waarmee je al drie dagen rondliep in je broekzak ook al moest de sim-kaart nog gekocht - kan je gestolen. Ik mag af en toe voorlezen. Uit Harry Potter. Je luistert - anders dan normaal - stilletjes.

Ik denk aan toen je nog heel klein was en in je bedje lag te slapen. Het eerste halfjaar in onze slaapkamer en daarna op je eigen kamer. Vaak sloop ik een paar keer naar boven. Om naar je te kijken als je sliep. Om te kijken of alles wel goed ging. Check. Dubbelcheck. En nog een keer.

Mijn moederhart gerust. Voor even.

"Hoe voel je je, mop?"
"Moe."
"Je bent een kacheltje. Wil je wat drinken?"
"Nee."
"Wat eten dan?"
"Nee."
...
"Mag het lichtje uit, mama."
"Zeker mannetje, kom ik straks weer even kijken"
"Ja."
"Wat doe ik van je?"
"Houden."


Illustratie uit het geweldige boek 'Raad eens hoeveel ik van je hou'.

zaterdag 7 maart 2020

Meisje van plastic

De tranen zaten hoog deze week. Een vermoeidheid die zeurde en een slaap die dat niet wilde vatten. In plaats daarvan dwaalde ik 's nachts door eindeloze witte gangen om veel te vroeg wakker te worden in mijn eigen slaapkamer. Ons gezin was min één. Middelste lag in het ziekenhuis. Dat ze zou worden opgenomen wisten we al een tijdje. Sinds we weten dat ze scoliose heeft. In haar wervelkolom zitten twee bochten die onaangekondigd haar rug hebben verdraaid. De oorzaak van scoliose weten ze niet. Wel dat het vaak voorkomt bij kinderen - en dan met name meisjes - in de groei.

Middelste had zich een versuffing gegroeid en ineens leek er eind vorig jaar iets mis met haar rug. Het bot links op haar rug stak uit, veel meer dan haar rechter. De dokter zag meteen dat er iets mis was en verwees ons door. In het OLVG vertelden foto's de uitkomst. Haar mooie rug was niet recht maar als een halve acht van een achtbaan waar we in leken te belanden. Middelste moest een brace gaan dragen zolang ze nog groeide. En omdat dat nogal wat is, zou ze een week worden opgenomen om eraan te wennen. We knikten en verborgen ons verdriet voor middelste die onze baken van rust en vertrouwen bleek.

De week vloog gelukkig. Op donderdag mocht ze onverwacht eerder naar huis wegens doorslapen met brace. We waren blij met iets waarvan we nooit gedacht hadden blij te zijn. Maar toch. En nu gaat het echte leven weer beginnen. Met brace. Het meisje van plastic noemt ze zichzelf terwijl ze iedereen plettert die haar ook maar een beetje zielig vindt. Dat is ze niet, zegt ze stellig. En wij vermannen ons maar weer eens en herhalen in ons hoofd dat het beter wordt als we haar moeilijk de trap op zien lopen. Het wordt beter. En het komt goed.

Binnenkort nieuwe hippe broeken kopen, en zachte iets wijder vallende shirts en truien. Die zitten fijner en verbergen het plastic dat het meisje voorlopig met zich meedraagt. Ons lieve, dappere en grappige meisje.


En dat kan dus gewoon mét brace

dinsdag 4 februari 2020

Oefenen

"Vanaf de Hoornsestraat, mama." Hij fietst vlak voor me en onderhandelt. Ik trek mijn muts iets dieper over mijn voorhoofd want het regent en denk na. "Tot aan de kruising dan", komt hij me al tegemoet. Wie zwijgt, twijfelt, denk hij vast. Hij kent me.

We oefenen. In het voorjaar gaat hij alleen naar school fietsen. Daar kijkt hij al heel lang naar uit. Niet zozeer vanwege het fietsen. Niet zozeer vanwege het alleen. Hij verheugt zich op de mobiele telefoon die hij dan eindelijk krijgt van ons. Geen dag te vroeg, eerder een jaar te laat volgens mijn bijna tiener. Dus oefenen we. "Dit laatste stuk kan ik makkelijk zelf", vond hij vorige week. "Dat denk ik ook", antwoordde ik, "alleen moet je moeder ook nog oefenen." Verbaasd remde hij af. "Oefenen in loslaten", legde ik uit. "Oooh", versnelde hij alweer de trappers. "Echt iets voor moeders", hoorde ik hem hardop mopperen, "vaders zijn daar veel beter in".

Vandaag fietst hij zo hard dat ik hem niet kan bijhouden. Een gele punt in de verte. Hij passeert een grote container die in de lucht wordt getakeld maar netjes blijft bungelen als mijn rijkdom er rechts omheen draait. De afgesproken kruising komt in zicht. Ik zet mijn versnelling een tandje hoger in de hoop op een kus. Maar hoewel hij eerst netjes naar links kijkt en dan nog een keer naar rechts, kijkt hij niet meer achterom. "Oefenen", spreek ik mezelf streng toe terwijl ik toch niet afsla maar nog een stukje de gele stip volg. "Hoe weet ik nou dat hij straks echt op school is", sis ik verontwaardigd terug. Geen antwoord. Op de hoek kan ik niet verder. Tenminste niet zonder gesnapt te worden door mijn kind en ik hoor in gedachten al zijn verontwaardigde stem. Ik hou van je, denk ik dus maar en ik zwaai naar niemand in het bijzonder.

Op de terugweg waait de harde wind de muizenissen uit mijn hoofd. Ik denk aan oudste die bij het ontbijt hardop bedacht dat ze over een jaar officieel volwassen is. "18 jaar", lacht ze bij het idee. Ik schenk koffie in en denk na. "Maar ik blijf wel nog bij jullie wonen hoor", stelt ze me gerust. Wie zwijgt, twijfelt, denkt ze vast. Ze kent me.

Opvoeden is oefenen. Oefenen in loslaten. Oef.

vrijdag 10 januari 2020

Meer dan een

Hij komt naar buiten. Een kleine Mignon in zijn gele winterjas. Hij trekt aan mijn mouw en vraagt: "Gaan?!" "Geen affie vandaag?", check ik. "Dat kun je dus echt niet meer zeggen, affie", is zijn antwoord. Dan lopen we richting de auto. Waar hij nog niet zo lang geleden elke maandag, woensdag en vrijdag alleen zijn rugzak aan me gaf om vervolgens met beste vriend T. te vertrekken, is het dit jaar wisselvalliger. Kleine man wil wel, maar beste vriend T. niet altijd. Dan moet hij naar de kapper, de tandarts of wil graag even alleen zijn. "Smoesjes", vindt mijn kind, "maar ik ga het ook niet meer vragen." Ik knik en stuur de Curling-moeder in mijn hoofd terug haar hok in. "Je mag er meer dan een", zeg ik nog maar eens. Hij knikt ook, met een hoofd dat het al eerder hoorde maar nog niet weet of hij daar ook daadwerkelijk iets mee wil. "Ik pas gewoon het allerbeste bij T.", vertelt hij nog maar eens. "Met hem heb ik het meeste plezier." Ik denk aan O. die pas kwam logeren en de lol die ze samen hadden. "Dan is het jammer dat jij vaker wil afspreken dan T.", vat ik het samen. De Mignon knikt, een beetje verongelijkt en een beetje verdrietig. "Toch staat hij nog steeds voor mij op nummer 1." Hij denkt even na. "En ik sta ook op nummer 1 bij T. En bij O. Bij C. sta ik op nummer 2." Dat is best veel volgens mijn zoon: "maar alleen kletst C. zoveel. Dan moet ik mijn aandacht verdelen en dat vind ik gewoon lastig. Dus speel ik het liefst alleen met T." Ik knik nog maar eens.

"Wil je me iets beloven?", vraag ik. Kleine man kijkt me wantrouwig aan. "Dat je er dit jaar nog een maakt?" Want, beloof ik, "je zult zien dat dat fijn is". Hij kijkt me aan alsof hij dat nog zo net niet weet. "Zullen we ophouden met dit gesprek mam?" Dat vind ik goed, maar in mijn hoofd praat ik nog even verder met de Curling-moeder die op het punt staat de moeder van T. te bellen om te vragen wat er aan de hand is. "Stop daarmee", sus ik. Dit zijn lessen die hij zelf moet leren, moeilijk soms, maar belangrijk. Eenmaal thuis krijg ik een onverwachte knuffel en zie ik pretlichtjes in zijn ogen als hij me probeert over te halen warme chocolademelk te maken. Hij heeft immers nog een chocolade-gingerbread-man-stick van Kerst. Ik grinnik en ben trots op hem. Negen jaar en hij weet nu al waar het in vriendschap om gaat. Onvoorwaardelijk je hart geven en een rotsvast vertrouwen.

De volgende dag naar school, vertelt kleine man opgewekt zijn plan: "Voetbal en na school spreek ik af met O". Ik knik en vertel de Curling-moeder in mijn hoofd enigszins beschaamd dat het met onze onvoorwaardelijke liefde wel goed zit maar dat we  nog wel wat mogen werken aan ons rotsvaste vertrouwen.



Als Loesje het zegt.


dinsdag 31 december 2019

Dag 2019

Het jaar bijna voorbij. We doen een rondje in het café waar we met vrienden zitten. Was het goed of niet. In gedachten tellen we het jaar terug. De moeilijke momenten. De lichte. De vakanties waarin we even helemaal niets. Hoe groot de kinderen. Hoe snel de tijd. Niemand heeft het over het klimaat, de protesten en de groeiende ongelijkheid. Eigen sores en geluk boven de verwarring in de wereld. Struisvogelpolitiek of gewoon gezegend dat het kan? Ik denk het laatste.

Het afgelopen jaar was een goed jaar voor mij. Ik besef het pas nu ik erop terug kijk. Als je het me eerder had gevraagd, had ik waarschijnlijk andere woorden gebruikt. Verwarrend. Ingewikkeld. Ongewis. Hoofd dat niet op hart durfde te vertrouwen. Koudwatervrees maar toch. Soms is het genoeg te weten wat je niet meer wil. En dan nog. Knopen werden doorgehakt. Gelukkig want ik bleek meer gebakken dan goed voor me was. Ik haalde mijn hakken uit het zand en sprong. Een halve wereld aan mijn voeten. Ruimte weer in mijn hoofd. Ruimte weer om te schrijven. Ruimte weer om te dromen. De allerliefsten zagen de blik in mijn ogen veranderen. En ik vertel ze nog maar eens hoeveel. Hoe ik niet zonder. Ze knikken en proberen hun opluchting voor me te verbergen.

Ik kijk terug en besef pas nu dat het me is gelukt. Ik bén uitgestapt op dat kleine perronnetje. Waar altijd een bankje staat. Met daarboven een bordje met de naam van een Italiaans of Frans dorpje. Het is inmiddels opgehouden met regenen. De boom ruist vol vertrouwen. De rust en tijd waren meer dan fijn. Toch pak ik mijn rugzak en sta op. Op zoek naar de treintijden. Een boemeltje bij voorkeur. Maar wie weet.

En jij? Had je een goed jaar of niet of iets ertussenin? Hopelijk het eerste en anders, wees niet bang, zoals Freek de Jonge zo mooi onder woorden heeft gebracht:

wees niet bang je mag opnieuw beginnen
vastberaden doelgericht of aarzelend op de tast
houd je aan regels volg je eigen zinnen
laat die hand maar los of pak er juist een vast

wees niet bang voor al te grote dromen
ga als je het zeker weet en als je aarzelt wacht
hoe ijdel zijn de dingen die je je hebt voorgenomen
het mooiste overkomt je het minste is bedacht

En ik. Ik wens je meer lichte dan moeilijke momenten. Maak plezier. Koester de wereld op jouw manier en vergeet zo nu en dan het nieuws te volgen. Vertrouw op anderen en op jezelf. De antwoorden komen meestal vanzelf. Je hoeft alleen maar de juiste vragen te stellen. Wees dapper. Be kind. En heb lief. Want daar komt het wel op neer.


maandag 23 december 2019

De liefste

Terwijl haar krullen springen, staat haar gezicht op standje heus niet. Bijna 14 en het puberen op de loer. Dus zegt ze B op mijn A en kijkt me ondoorgrondelijk aan als ik probeer uit te vissen wat er achter haar blik schuilt. Wanneer ik het probeer in te vullen, krijg ik meestal een 'nee hoor' of een 'helemaal niet', wat ze kan zeggen als geen ander in ons gezin. Ik denk aan toen ze klein was en ook als de beste kon zuchten als er iets niet ging zoals ze wilde: 'uhuaaa'. Een oerzucht die we er lang in hebben gehouden. Tot haar grote plezier. Maar als we nu oefenen op de juiste klemtoon van de 'hélemaal niet', krijgen we een opgetrokken wenkbrauw.

Waar haar kleine broertje en grote zus de oren van onze hoofden kletsen, is middelste zuinig met haar woorden. Ze is graag alleen met haar gedachten. Dan zijn we haar zomaar een tijdje kwijt als ze even naar boven is om iets te pakken. Meestal zit ze dan in haar kamer  te mijmeren op haar stoel. Haar lange benen opgekruld en geklemd tussen haar lange armen. De tijd vergeten. Gewoon. Meer mindful dan middelste ken ik ze niet. Ik probeer van haar te leren maar wordt meestal pijnlijk geconfronteerd met mijn ongeduld. Waarom, hoor ik haar denken maar ze zegt het niet. Ze trekt een gek gezicht want dat kan ze als de beste. Ik lach en zie weer een flits van het kleine meisje dat zo mijn hart in wandelde. De krullenbol met haar onvoorwaardelijke vertrouwen waar ik zo vaak om heb moeten lachen. Nog steeds kan ze onverwacht grappig en origineel uit de hoek komen. De wereld door haar ogen. Geen ruimte voor onrecht en gedoe. Als het aan haar zou liggen. Meelopen doet ze niet. Met niemand. En niet alleen omdat ze net even staat te dromen.

Ik vind haar stoer, deze puber in de dop. Het meisje dat vroeger altijd net één stap achter de rest van het gezin aan hobbelde. Met ontbijt. Met aankleden. Met jas aantrekken. Soms liep ze op haar sokken naar de auto met haar schoenen nog in haar hand. Net op tijd. Maar waarom die haast, zag je haar denken. Tsja, waarom? Het leven wacht ook op je als je niet stipt op tijd bent. Zij is het bewijs als ik haar doordeweeks vroeg naar school zie fietsen waar ze de mooiste cijfers en liefste vriendinnen verzamelt. Op het Winterfeest vlak voor de vakantie danste ze de hele avond.

Bijna 14 en het puberen op de loer. Ik vind het moeilijk, maar weet dat ik meer moet loslaten. Gewoon vertrouwen maar. Dat het goed zit. Met haar. Tussen ons. Ook als ze niet vertelt en ik haar probeer te vinden onder haar ondoorgrondelijke blik. Bij het onderstoppen bespreken we nog steeds de vraag van de dag. Ik met een filosofische blik, volgens haar en zij met haar eigen blik. Soms lezen we onze antwoorden van een paar jaar geleden, dan lijkt het ook haar te verbazen hoe groot ze al is. Ze lacht om haar jongere ik.

Ik zucht een zacht verlangen en hoop dat ze me niet hoort. Zuchten is nu aan haar.








woensdag 4 december 2019

Lief

Knijp in mijn arm lief want je bent 50 vandaag. Vijf-tig! Het maakt op jou geen indruk. Voor altijd jong ook al vertelt de buitenkant een ander verhaal. Wat grijzer, wat kaler, wat vermoeider dan die eerste keer dat ik je zag. Toen was je 17 jaar. En nu heb je een dochter van bijna 17, over krap vier weken knijpen we in elkaars arm. Tijd vliegt, maar wat valt er veel te beleven onderweg. En wat hebben we een voorpret gehad toen vriendin T. vorig jaar op jouw verjaardag een app-groepje aanmaakte met de voorbode 'Sjaak 50'. De man die sinds zijn 18e zijn verjaardag niet meer viert, dacht er ook deze keer aan te ontkomen. Geen verrassingen, want dat had je al lang doorgehad, vertelde je me gisteravond nog terwijl ik mijn meest neutrale blik keek. Een paar minuten later ging de bel. Jouw verbazing en daaropvolgende lach? Priceless. En de stoet mensen die met feesthoedjes op hun hoofden ons huis binnen marcheerde, zingend en lachend. Nog iets meer. Je krijgt wat je verdient, lief. Van baksteen, maar wij weten toch beter. Dus knalde de champagne om 12 uur én de confetti-bom van vriendin W. We proosten en het Spotify-lijstje dat we voor je maakten ging op volume buren-ruzie: Nothing Else Matters.

En vandaag? Geen verrassingen meer? Had je gedacht! Maar één ding is zeker, ook vandaag. Ik hou van jou!


vrijdag 4 oktober 2019

Humeurig, harig en hartveroverend.

We zijn thuis met zijn zessen. Een vader, een moeder, drie kinderen en een poes. Deze harige en humeurige dame kreeg mijn lief cadeau toen hij voor me koos. Ik kreeg twee meisjes. We boften allebei, want hiermee vormden we een instant en ronkend gezin. Bovendien bleek mijn zwaar allergische lief niet allergisch voor mijn huisgenoot. Wat een klein wondertje was. Hoewel hij het zelf wijt aan de zware verliefdheid die hij onder de leden had en die hem immuun maakte tegen kattenharen. Grote vrienden zijn ze nooit geworden, maar wel familie. De harige en humeurige dame weet dat - hoewel die grote man als eerste opstaat en beneden komt - hij nooit haar etensbakje zal vullen. En zodra hij in bed stapt, zoekt zij haar heil ergens anders in huis. Hij kan haar echter kammen als de beste en als niemand kijkt, wil hij ook nog wel eens aaien. Prrrr... Zij vermaakt hem door de beste plek op de bank in te pikken en toen ze heel klein was onverwacht aan zijn blote voeten - die uit de twijfelaar staken -  te gaan hangen.

Toen ik haar kreeg was ze nog maar zes weken oud. Een bolletje geluk dat als ik niet oplette tussen de twee kussens van mijn bank wegzakte. 's Nachts sliep ze het liefst op mijn hoofd, luid knorrend van genoegen. Met haar in huis was ik nooit alleen. Spinnend, slapend, spelend, miauwend, hongerig,  om aandacht verlegen en uitermate tevreden met wat zon en een plekje om te liggen. Zo werd ze groter en groeide met me mee.

Inmiddels is ze de Grande Dame van ons gezin. Humeurig, harig en hartveroverend. De oogappel van oudste, een kersenpit voor middelste en een luisterend oor voor jongste. Ze komt en gaat zoals het haar uitkomt. Koningin van onze tuin en een voorzichtige avonturier daarbuiten. Binnen kan ze jaloersmakend lummelen, in de zon liggen en slapen. Bij grote uitzondering komt ze op schoot, veel vaker schuift ze dicht tegen je aan om gekriebeld te worden. Als je verdrietig bent, likt ze het zout van je wangen. En als er een feestje is, verschuilt ze zich bij voorkeur in de kast. Nog steeds ben ik nooit alleen, zelfs niet nu ik vaker thuis ben. Zij is er altijd

Haar naam is Teigermuis, speels als Teigetje van Winnie de Pooh en lief als een muis. Ze is 12 jaar in kattenjaren of zoals kleine man omrekent x 7 naar mensenjaren: 84! Een Grande Dame dus. Ik hou van haar tot aan de maan en weer terug. Ze is mijn bolletje geluk x 7! 


Van bolletje geluk naar...


Grande Dame van ons gezin. Geluk blijft het!

dinsdag 1 oktober 2019

Hoge hakken, echte liefde

Helaas heb ik er nooit op kunnen lopen. Op hoge hakken. Mijn moeder wel. Als ik mijn ogen dicht doe, zie ik haar weer voor me zoals ze vroeger was. Mooi opgemaakt, dik blond haar, hippe kleren en hoge hakken, waar ze op liep alsof het gympies waren. Klaar om naar haar werk te gaan of naar een feestje. Dan kuste ze me gedag en rook de kamer naar L'Air du Temps van Nina Ricci, weet ik nu, toen rook het gewoon naar mijn moeder.

Als ze ging werken - dat deed ze drie avonden in de week bij de PTT (toen er nog heel veel post werd verstuurd) - gingen mijn vader en ik voor het raam staan om naar haar te zwaaien terwijl ze op de bus of in de auto stapte. Standaard verzuchtte mijn vader dan dat mijn moeder zo'n knappe verschijning was en ik kon niet anders dan het met hem eens zijn. Als mijn moeder met de bus was, zorgde mijn vader dat hij haar na het werk met de auto ophaalde. Ze werkte tot laat en mijn vader moest voor zijn werk vroeg op, maar toch. Ook toen ze haar rijbewijs had gehaald en zelf heen en weerde, bleef mijn vader wakker om nog wat te drinken en te kletsen zodat ze niet in een slapend huis thuis kwam.

Dat was heel gewoon voor mij als kind. Net als dat mijn moeder -voordat ze naar haar werk ging - het eten klaar had staan en mijn vader het alleen nog maar moest opwarmen als we iets later aan tafel gingen. Mijn vader zijn enige specialiteit zijn frietjes, die hij zelf schilt, snijdt en bakt en die inmiddels ook favoriet zijn bij zijn kleinkinderen. Maar buiten de keuken kan hij maken wat zijn ogen zien. Zo timmerde hij het tuinhuisje waarin we eindeloos veel zomers doorbrachten, de bedden in onze kinderkamers, bureaus op maat en op de groei en weer wat nieuws bij de volgende fase of gril. Hij haalde en bracht ons van A naar B en als nodig naar Z. Met liefde. Krant mee en de radio afgestemd op zijn favoriete muziek. Ruzie was er zelden. Hooguit wat gemopper dat altijd weer werd overstemd door liefde en lachen. Want dat werd er veel bij ons thuis, gelachen. Om elkaar, om verhalen, om running gags, om een boekje met brieven waaruit we elkaar tijdens het eten voorlazen tot de tranen over de wangen van mijn ouders liepen.

Mijn moeder bewaakte onze harten met thee, een luisterend oor en (ant)woorden die verraadden dat ze ook in ons hoofd kon kijken. Thuis was de plek waar we mochten zijn wie we waren en meer, want ook dat zagen mijn vader en moeder in mijn broer en mij. Mijn lieve Italiaanse (ook al is ze er niet geboren), stoere mama en mijn zachtaardige, sterke papa die het boeddhisme bedacht zou kunnen hebben zonder er ooit een woord over te hebben gelezen. Vandaag zijn ze 55 jaar getrouwd. En nog steeds lachen ze samen de tranen over hun wangen. Nog steeds kan mijn vader verzuchten dat hij bij kans de knapste vrouw ter wereld heeft getrouwd. Nog steeds bewaakt mijn moeder het hart van mijn vader.

Liefde was het begin én het antwoord. Mijn nest, mijn geluk.


vrijdag 13 september 2019

Tips, kwartjes en kamp

De week wervelt en ik waai mee. Op mijn fietsje met Lou als bondgenoot. Het regent kwartjes en ik lach. Om de reiger die tot aan zijn enkels in de sloot staat en prinselijk onverschillig de regendruppels negeert die op hem vallen. We gaan snel naar huis omdat we van suiker zijn en kleine grote man met beste vriend een hut wil bouwen. Onder de lakens is het gezellig, zeg ik. De mannen vinden het vooral sfeervol en daar hoort behalve een discobal ook muziek bij. Klassiek is het verzoek, dus niet veel later klinkt Bach uit de kamer en een hoop gegiechel. Ik lach en maak een lijstje voor het feest dat we zaterdag vieren. Met negen kaarsjes erop en hopelijk in de tuin omdat de lavendel zo lekker ruikt.

Door het huis een spoor van speelgoed en avonturen. Als beste vriend is opgehaald, help ik opruimen en vul het bad. Met zijn duikbril kan kleine grote man onder water verder kletsen. Ik hoef dus niets te missen. Zijn flippers spetteren me nat en ik denk aan het badstoeltje waar hij als mollige baby in zat te schateren. Washandje op zijn hoofd en meestal een zus erbij. Mijn hoofd spoelt door. Naar zijn blote billen nu die straks weer een vrolijke herinnering zullen zijn.

Eenmaal op de bank krijgt duikmans een preek omdat hij - na al het opruimen - alweer een slakkenspoor achter zich laat. Slak is met een half oor en oog al bij Mario tot hij beseft dat we de enige twee mensen in de kamer zijn en de preek dus wel voor hem bedoeld moet zijn. Prompt komt hij van de bank om verbaasd te constateren dat het toch gek is dat hij nooit iets doet met mijn tips. Hij is ze altijd meteen vergeten. Argwanend kijk ik mijn jongste aan, maar ik zie geen spoortje sarcasme als hij al zou weten wat dat zou zijn. Ik lach.

Ik wervel.

Ik waai. Door naar donderdag. Ik ontmoet mijn oudste die op zich laat wachten maar als ze er is de tijd het nakijken geeft met haar lach en haar verhalen. Die ochtend zwaaide ze haar kleine zusje uit naar kamp zoals ze maandag ook gaat doen met haar kleine broertje. Dat herinnert me aan de heimwee-brief die ik nog moet schrijven en die waarschijnlijk ongeopend het schoolarchief ingaat. Maar toch. Morgen. Ik voel aan mijn nieuwe haar. Nieuw begin? Volgens mijn oude collega's die ik die avond zie wel. We eten, lachen en praten bij.

Vrijdag de dertiende. Vandaag. Een dag die de schijn tegen heeft. Maar de drie taarten die ik bak, lukken. En lief is vrij en brengt koffie op bed. Ik lach. Er schuift nog een kleine man bij. Makkelijk. Aan het einde van de dag zijn we weer compleet als de meiden komen. Twee wervelwinden. Ik waai eromheen. Pizza want moe van al het bakken. Ik zwaai want lief en oudste waaien alweer uit, op het fietsje. Een kus voor kleine man. Voor het slapen. En straks een voor middelste. Boven mijn hoofd allebei.

De week wervelde en ik woei mee. Kwartjes tellend. Lachend. Dankbaar.

dinsdag 18 juni 2019

Afscheid

Afscheid. We nemen het liever niet. Tenminste niet van wat ons lief is. Dat houden we het liefst altijd bij ons. Niet zo bewust misschien want wat je het liefste is, is ook vaak zo vanzelfsprekend. Die man met die mooie bruine ogen die 's ochtends op een veel te vroeg tijdstip de deur uit sluipt. Je wil hem nog zeggen hoeveel je van hem houdt maar je bent nog niet wakker en dat komt vanavond wel. Die lieve vriendin die zo belangrijk voor je is maar die je het laatste jaar bijna niet hebt gesproken. Je ouders waarvan je liever niet wilt zien dat ze toch echt ouder aan het worden zijn.

Afscheid. Ik ben er niet zo goed in. Afscheid van een fijne vakantie. Afscheid van dat de kinderen nog echt klein waren. Afscheid van een dierbare. Ik denk er liever niet aan. Het laatste. Schuif het voor me uit, de bocht om, niets te zien behalve een lange zonnige weg waarover ik in een oud Volkswagen busje rijd. Geen haast en een volle bak. Met alle lifters die mijn hart onderweg heeft opgepikt. Ik beloof veilig te rijden, maar we weten allemaal beter. Geen garanties.

Vandaag neemt mijn schoonzusje afscheid van haar vader. Met verstandige woorden probeert ze door de telefoon haar verdriet een plek te geven terwijl ze naar haar moeder in Limburg rijdt. De laatste weken was ze er vaak. Om nog bij hem te kunnen zijn. Iets wat zo lang vanzelfsprekend was. Gelukkig maar. Al die tijd troost nu. Bitterzoet.

Afscheid. We nemen het liever niet. En als we veel van iemand houden doen we het nooit helemaal. Mijn oma zit nog vaak bij me, in de lavendelblauwe stoel die van haar was en waar ik nu zo graag in dagdroom. Dan hoor en zie ik haar als ik mijn ogen sluit. Mijn opa scharrelt dan wat om haar heen, die kon namelijk nooit stilzitten. En R. en P. die zitten voorin in mijn busje met hun gordels veilig om terwijl ze een wedstrijdje doen wie het meeste kan ouwehoeren.

Hoe moeilijk ook, toch is het goed om wat meer te leven met die bocht in zicht. Niet om op de rem te gaan staan, maar wel om af en toe uit te stappen en dat stelletje lifters in je Volkswagen busje niet alleen door je achteruitkijkspiegeltje te zien.

Heb het leven en de lifters lief. En koester.


 De tekst op het briefje  is van Janne Schra en zo verdomd mooi en wijs.




vrijdag 14 juni 2019

Zorg je goed voor jezelf?

Zorg je goed voor jezelf?
op school
op het plein
wanneer je in bomen klimt

Zorg je goed voor jezelf?
op de fiets
over de drukke weg
in de stad

Zorg je goed voor jezelf?
als je met anderen bent
voorbij mijn horizon
op avontuur

Zorg je goed voor jezelf? 
als je twijfelt
verdrietig bent 
of boos

Zorg je goed voor jezelf?
als ik even niet oplet
vertrouw
je weet het wel

Zorg je goed voor jezelf?
straks
met hem
of met haar

Zorg je goed voor jezelf?
als je het niet kan
delen
of wil

Zorg je goed voor jezelf?
als je later
groot
en daar

Zorg je goed voor jezelf?
als ik er even niet ben
even maar

Zorg je goed voor jezelf?
omdat je mijn alles
toch

Zorg je goed voor jezelf?
altijd
ook als ik het niet kan
want ik hou

Zorg je goed voor jezelf?
voor mij
voor jou


Verhuisbericht

Mijn blog is verhuisd naar dagelijksedingen.blog Zie ik je daar?