Hij komt naar buiten. Een
kleine Mignon in zijn gele winterjas. Hij trekt aan mijn mouw en vraagt: "Gaan?!" "Geen affie vandaag?", check ik. "Dat kun je dus echt niet meer zeggen, affie", is zijn antwoord. Dan lopen we richting de auto. Waar hij nog niet zo lang geleden elke maandag, woensdag en vrijdag alleen zijn rugzak aan me gaf om vervolgens met beste vriend T. te vertrekken, is het dit jaar wisselvalliger. Kleine man wil wel, maar beste vriend T. niet altijd. Dan moet hij naar de kapper, de tandarts of wil graag even alleen zijn. "Smoesjes", vindt mijn kind, "maar ik ga het ook niet meer vragen." Ik knik en stuur de
Curling-moeder in mijn hoofd terug haar hok in. "
Je mag er meer dan een", zeg ik nog maar eens. Hij knikt ook, met een hoofd dat het al eerder hoorde maar nog niet weet of hij daar ook daadwerkelijk iets mee wil. "Ik pas gewoon het allerbeste bij T.", vertelt hij nog maar eens. "Met hem heb ik het meeste plezier." Ik denk aan O. die pas kwam logeren en de lol die ze samen hadden. "Dan is het jammer dat jij vaker wil afspreken dan T.", vat ik het samen. De Mignon knikt, een beetje verongelijkt en een beetje verdrietig. "Toch staat hij nog steeds voor mij op
nummer 1." Hij denkt even na. "En ik sta ook op nummer 1 bij T. En bij O. Bij C. sta ik op nummer 2." Dat is best veel volgens mijn zoon: "maar alleen kletst C. zoveel. Dan moet ik mijn aandacht verdelen en dat vind ik gewoon lastig. Dus speel ik het liefst alleen met T." Ik knik nog maar eens.
"Wil je me iets beloven?", vraag ik. Kleine man kijkt me wantrouwig aan. "Dat je er dit jaar nog een maakt?" Want, beloof ik, "je zult zien dat dat fijn is". Hij kijkt me aan alsof hij dat nog zo net niet weet. "Zullen we ophouden met dit gesprek mam?" Dat vind ik goed, maar in mijn hoofd praat ik nog even verder met de Curling-moeder die op het punt staat de moeder van T. te bellen om te vragen wat er aan de hand is. "Stop daarmee", sus ik. Dit zijn lessen die hij zelf moet leren, moeilijk soms, maar belangrijk. Eenmaal thuis krijg ik een
onverwachte knuffel en zie ik pretlichtjes in zijn ogen als hij me probeert over te halen warme chocolademelk te maken. Hij heeft immers nog een chocolade-gingerbread-man-stick van Kerst. Ik grinnik en ben trots op hem. Negen jaar en hij weet nu al waar het in vriendschap om gaat. Onvoorwaardelijk je hart geven en
een rotsvast vertrouwen.
De volgende dag naar school, vertelt kleine man opgewekt zijn plan: "Voetbal en na school spreek ik af met O". Ik knik en vertel de Curling-moeder in mijn hoofd
enigszins beschaamd dat het met onze onvoorwaardelijke liefde wel goed zit maar dat we nog wel wat mogen werken aan ons rotsvaste vertrouwen.
Als Loesje het zegt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten