We zitten in de tent. Met meer dan past, maar dat is niet erg. Buiten is het weer op zijn Nederlandst en we houden elkaar warm rond de eettafel. Het gezelschap is een mengelmoes van huishoudens waarin de kinderen een rode draad proberen te ontdekken. Wat voelt als familie blijkt ingewikkelder dan we dachten. Tenminste als we er namen aan willen geven. We gaan van familie naar achter tot aangetrouwd en aangewaaid. Van warme kant naar koude kant en van bloed naar banden die zijn aangegaan en soms ook weer verbroken.
J. trekt er een denkrimpel van: 'Dus jij bent eigenlijk niet mijn oom, maar A. en E. zijn wel mijn nichtjes?' Hij kijkt vragend naar mijn lief, die nu ook een denkrimpel trekt. Is hij zijn oom-recht verloren toen hij en de zus van de moeder van J. uit elkaar gingen? Ik probeer ondertussen te bedenken wat ík dan ben van J. terwijl hij op hetzelfde moment met bedenkelijke blik naar mijn zoon kijkt. 'Ben ik dan een halfneef van J. omdat hij ook een halfbroer van mijn nichtjes is?' De tafel kauwt even op het woordje half terwijl de halve neven elkaar beteuterd aankijken.
Achtereenvolgens proberen we uit te leggen dat je 'achter' bent als de moeder van je neef de nicht van jouw moeder is. Dat zij dan geen tante is maar een achternicht. En dat M. dus zowel een achternichtje is van J. als van zijn moeder. Ook praten we over aangetrouwd en vertrouwd. En dat stief geen bloed is en dat er bloed nodig is voor half. Maar dat de liefde zich over het algemeen er weinig van aantrekt.
Het regent kwartjes terwijl vaderskanten en moederskanten worden ontward, maar niet alles valt op zijn plek. Soms zijn er geen woorden voor banden die we wel voelen. Door gedeelde herinneringen, alle vakanties die we samen doorbrachten en vertrouwd zijn met elkaars mooie en mindere kanten. 'Jij voelt als mijn tante', vertrouwt oudste W. toe ook al ben je dat niet echt. Dat W. en ik ons al zussen voelen sinds we elkaar leerden kennen op ons 18e heeft hier vast mee te maken. En lief mag wat J. betreft zijn oom-rechten houden. We vervangen de halfjes en de stiefs en de achters voor vol en I. noemt ons haar gevonden familie. Aanwaai, maken we er lachend van.
Buiten klaart het op. De tent kan weer open en de kinderen naar buiten. Dan steekt J. zijn hoofd nog even naar binnen voor een laatste vraag: 'Familie kies je toch eigenlijk?' Voordat ik antwoord kan geven, is hij alweer weg om achter zijn neefjes en nichtjes aan te jagen op het natte gras.
Ik lach, knik en tel.
Ik lach, knik en tel.
Het duizelt mij allemaal, maar vind jullie nu al allemaal even lief🥰
BeantwoordenVerwijderen