Waar haar kleine broertje en grote zus de oren van onze hoofden kletsen, is middelste zuinig met haar woorden. Ze is graag alleen met haar gedachten. Dan zijn we haar zomaar een tijdje kwijt als ze even naar boven is om iets te pakken. Meestal zit ze dan in haar kamer te mijmeren op haar stoel. Haar lange benen opgekruld en geklemd tussen haar lange armen. De tijd vergeten. Gewoon. Meer mindful dan middelste ken ik ze niet. Ik probeer van haar te leren maar wordt meestal pijnlijk geconfronteerd met mijn ongeduld. Waarom, hoor ik haar denken maar ze zegt het niet. Ze trekt een gek gezicht want dat kan ze als de beste. Ik lach en zie weer een flits van het kleine meisje dat zo mijn hart in wandelde. De krullenbol met haar onvoorwaardelijke vertrouwen waar ik zo vaak om heb moeten lachen. Nog steeds kan ze onverwacht grappig en origineel uit de hoek komen. De wereld door haar ogen. Geen ruimte voor onrecht en gedoe. Als het aan haar zou liggen. Meelopen doet ze niet. Met niemand. En niet alleen omdat ze net even staat te dromen.
Ik vind haar stoer, deze puber in de dop. Het meisje dat vroeger altijd net één stap achter de rest van het gezin aan hobbelde. Met ontbijt. Met aankleden. Met jas aantrekken. Soms liep ze op haar sokken naar de auto met haar schoenen nog in haar hand. Net op tijd. Maar waarom die haast, zag je haar denken. Tsja, waarom? Het leven wacht ook op je als je niet stipt op tijd bent. Zij is het bewijs als ik haar doordeweeks vroeg naar school zie fietsen waar ze de mooiste cijfers en liefste vriendinnen verzamelt. Op het Winterfeest vlak voor de vakantie danste ze de hele avond.
Bijna 14 en het puberen op de loer. Ik vind het moeilijk, maar weet dat ik meer moet loslaten. Gewoon vertrouwen maar. Dat het goed zit. Met haar. Tussen ons. Ook als ze niet vertelt en ik haar probeer te vinden onder haar ondoorgrondelijke blik. Bij het onderstoppen bespreken we nog steeds de vraag van de dag. Ik met een filosofische blik, volgens haar en zij met haar eigen blik. Soms lezen we onze antwoorden van een paar jaar geleden, dan lijkt het ook haar te verbazen hoe groot ze al is. Ze lacht om haar jongere ik.
Ik zucht een zacht verlangen en hoop dat ze me niet hoort. Zuchten is nu aan haar.
Ik vind haar stoer, deze puber in de dop. Het meisje dat vroeger altijd net één stap achter de rest van het gezin aan hobbelde. Met ontbijt. Met aankleden. Met jas aantrekken. Soms liep ze op haar sokken naar de auto met haar schoenen nog in haar hand. Net op tijd. Maar waarom die haast, zag je haar denken. Tsja, waarom? Het leven wacht ook op je als je niet stipt op tijd bent. Zij is het bewijs als ik haar doordeweeks vroeg naar school zie fietsen waar ze de mooiste cijfers en liefste vriendinnen verzamelt. Op het Winterfeest vlak voor de vakantie danste ze de hele avond.
Bijna 14 en het puberen op de loer. Ik vind het moeilijk, maar weet dat ik meer moet loslaten. Gewoon vertrouwen maar. Dat het goed zit. Met haar. Tussen ons. Ook als ze niet vertelt en ik haar probeer te vinden onder haar ondoorgrondelijke blik. Bij het onderstoppen bespreken we nog steeds de vraag van de dag. Ik met een filosofische blik, volgens haar en zij met haar eigen blik. Soms lezen we onze antwoorden van een paar jaar geleden, dan lijkt het ook haar te verbazen hoe groot ze al is. Ze lacht om haar jongere ik.
Ik zucht een zacht verlangen en hoop dat ze me niet hoort. Zuchten is nu aan haar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten