Hij is in de zestig en heeft zijn dromen en zijn land ver achter zich gelaten. Samen met zijn moeder ontvluchtte hij ooit zijn geboortegrond. Ze waren zijn leven lang samen. Van kind naar oude zoon die eigenlijk nog niet zonder haar kan. Maar ze is dood. En hij wacht. In de tussentijd houdt hij haar gezelschap. Elke dag. Trouw als de oude boom aan de ingang van de begraafplaats.
Hij lijkt te waken over de graven en de mensen die er komen. Zittend onder zijn grote paraplu vertelt hij zijn verhaal. Vrolijk ondanks alles. En mensen vertellen hem hun verhaal. Dat gaat vanzelf. Het voelt goed om het toe te vertrouwen aan deze grote vriendelijke Armeen. Hij luistert en begrijpt hun verdriet. Hun gemis. Hun reden om daar te zijn. Alle verhalen passen in zijn hart. En zijn hoofd onthoudt de namen en de dagen.
Mijn ouders komen er tenminste één keer per jaar. Op deze Amsterdamse begraafplaats. Voor een klein graf dat inmiddels is bijgezet in het familiegraf. Hun eerstgeborene werd maar een week oud. Ze vertelden hun verhaal een paar jaar geleden aan de Armeen. Hij luisterde en sloot hun zoon in zijn hart en in zijn hoofd. Sindsdien maakt hij op de geboortedag van T. het grafsteentje schoon. Hij snoeit de hortensia zodat deze eind mei kan bloeien en steekt een kaarsje aan.
Een Armeense engel waakt over mijn grote kleine broertje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten