- Zaterdag: "Mama, mijn joggingbroek is eigenlijk een oorlogsbroek." Hij bedoelt zijn legergroene broek. " Dat zeggen ze op school. Die broeken hebben ze aan als het oorlog is." Bah, antwoord ik, dan is het eigenlijk geen fijne broek. Want oorlog is niet leuk, je kunt beter met elkaar praten. "Nee hoor mama, oorlog is als iemand een ander land wil en die ander wil dat niet. Dan maak je oorlog." Terwijl ik nog even met mijn mond vol tanden op de bank zit, draait kleine man zich opnieuw naar me om: "Maar ik vind het gewoon een joggingbroek hoor."
- Zondag: kleine man en ik zijn alleen omdat grote man in Barcelona zit en de meiden bij hun moeder zijn. We hebben alle tijd en terwijl ik de was vouw, ontdekt kleine man opnieuw zijn speelgoed. Tevreden kijkt hij naar me: "Wat zou ik zonder jou moeten mama. Dan zou ik niks kunnen, niet naar buiten, niet spelen, geen dingen kopen... en ook niet knuffelen." Ik lach naar hem en voel me volmaakt gelukkig.
- Zondag: we halen grote man van Schiphol en kleine man zit koortsig achterin de auto onder een dekentje. Hij heeft 'last van zijn ogen' terwijl hij erin wrijft en 'hoofdpijn' terwijl hij wijst op de zere plek. Dan is het even stil. Ik kijk in mijn achteruitkijkspiegel naar mijn zieke mannetje als er een lach op zijn gezicht verschijnt: "dat moeten we vaker doen, mama. Zo met zijn tweeën."
- Vandaag: Oma past op kleine man. Zoals altijd met alle geduld van de wereld. Kleine man hangt en voelt zich ongelukkig maar wil het toch even kwijt: " Oma, ik moest aan je wennen. Maar nu ben ik aan je gewend."
De wondere wereld van mijn vierjarige kleine kletskop
Geen opmerkingen:
Een reactie posten