Ik wil een boek schrijven. Dat wil ik heel graag. Alleen dat schrijven laat zich niet zo goed combineren met een baan voor vier dagen, een gezin voor alle dagen en alles wat daar nog achteraan bungelt. Natuurlijk, er zijn mensen die hun hand er niet voor omdraaien. Die schrijven 's nachts of 's ochtends vroeg of tussendoor op het toilet. Maar dat lukt mij dus niet. Ik heb het niet eens geprobeerd, want de laatste keer dat ik de ochtend wilde 'plukken' door een uur vroeger dan de rest van het gezin op te staan, viel ik gewoon weer op de bank beneden in slaap. Na twee koppen koffie! Ik schat in het dat het me midden in de nacht hetzelfde vergaat.
Alles in het leven gaat vanzelf - het mantra van vriend F. - maar mijn boek vooralsnog niet. Nu heb ik een plan. Eigenlijk al een tijdje. Ik heb namelijk nog ouderschapsverlof voor mijn kleine man. Recht op "er even tussenuit om te zorgen" of dus "ervoor te zorgen dat dat boek er eindelijk komt". Een deel heb ik al opgenomen. Drie maanden lang had ik elke laatste week schrijfvrij. Geweldig! Dat smaakte naar meer. Maar toen dat stopte, kwam er weer van alles tussen. Een uitgever die mijn boek toch niet zo vond passen. Een baan die mijn aandacht weer opslorpte. De winter met haar jaarlijkse blues.
Teveel tijd voor hoofd en hart om te spinnen. Zullen we nu of straks... Nooit steekt pesterig haar hoofd om de hoek. Volg je hart! Maar kan iemand ook mijn hand vasthouden? En is het wel verstandig om nu juist verlof op te nemen terwijl... Nooit heeft inmiddels gezelschap gekregen van drie breedgeschouderde redenen.
En terwijl ik zo graag groots en meeslepend wil zijn, maak ik dingen vooral groter dan ze zijn. De actrice op het toneel kucht: "Kan ik beginnen?" Ik knik en begin alvast zachtjes in mijn handen te klappen.
Gelukkig hebben voorzichtige twijfelaars lieve en stoere vriendinnen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten