Ik loop dus liever alleen. Nou met Evy dan, omdat zij precies vertelt wat ik moet doen en ik zonder haar instructies al binnen vijf minuten weer thuis zou zijn of in het dichtstbijzijnde café zou zitten. Met koffie en appeltaart. Behalve Evy mag ik ook graag Douwe meenemen. Douwe Bob of Bouwe Dop zoals we hem noemen sinds vriendin T. hem zo aansprak op een festival met een paar wijntjes teveel op. Bouwe is goed gezelschap. Als ik dapper begin aan vier minuten lopen (dat is dus niet wandelen zoals ik mijn eerste training dacht) zingt hij:
I Smoke and I drink.
And I don't work out but I think.
Er verschijnt dan altijd even een glimlach op mijn gezicht. Wat er vast eng uit moet zien, met dat zwiepende been en die wilde staart. Maar de schapen en koeien onderaan de dijk kauwen onverstoord door. Een tegenliggende hardloper steekt een goedkeurende duim naar me op. Het lijkt alsof ik met mijn hardloop pogingen toegetreden ben tot een geheime club met onuitgesproken mores. Hij kan natuurlijk ook gewoon aardig zijn en zien dat deze beginner alle support kan gebruiken. Ik mag alweer wandelen van Evy. Terwijl mijn tempo langzaam achteruit gaat, haal ik zoveel adem als ik kan. Ik merk dat het me goed doet. Het lopen, de buitenlucht, Bouwe en hij zingt:
Running faster doesn't mean you can't fall behind.
Ik knik, terwijl ik mijn loopbeentjes alweer aanzet tot de volgende vier minuten. De zin raakt me. Als er iets is wat ik heb geleerd het afgelopen halfjaar, nog steeds leer... Als ik de training heb afgerond is Evy fier op me. En weet je wat. Ik ook.
Hardlopen, zelfs tijdens ons weekje Engeland. Het moet niet gekker worden. Na afloop verse donuts halen op het strand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten