woensdag 20 april 2016

Geboren voor het geluk

#Schrijfopdracht (met dank aan vriendin T.)

Je ziet er moe uit. Ze keek in de spiegel en trok gedachtenloos de denkrimpel tussen haar wenkbrauwen glad. Zo, beter. Geen denkrimpel ook geen gedachten. Ze moest lachen. Als dat toch eens waar kon zijn. Met een blik op het kleine klokje naast hun bed, rekende ze uit dat ze  nog tijd had voor een kop koffie. Ze schoof de ochtendkranten opzij en zette zijn espressokopje op het aanrecht. Met aandacht. Ze zag hem zitten daar. Een denkrimpel, net als zij. Maar minder ijdelheid. Ik hou van je. Hij had het miljoenen keren tegen haar gezegd, maar toen hij het gisteren uitsprak voelde het vreemd.

Ze was blij met de stilte in huis. Hij had niet alleen een groot lijf, ook zijn liefde voor haar vulde de ruimte. Tot in elk hoekje. Soms schoof ze de ramen open. Op zoek naar lucht, die ze in kon ademen. Heel even maar. Een koukleum was hij. Haar blik verzachtte. Hij was niets veranderd in al die tijd. Toen ze net samen waren, nam ze zijn handen onder haar warme oksels als ze samen door de kou naar huis waren gefietst. Dat gevoel! Dat zeker weten! Haar lichaam ontspande even om snel weer aan te spannen. Wat was zij veranderd. Niet erg, stelde ze zichzelf gerust. Of toch?

Wat was het antwoord? Wat was de vraag? Dat laatste wist ze, ook al had ze hem nog nooit hardop uitgesproken. Dat leek hem weerbarstiger te maken, opstandiger, als een puber die zich de mond niet laat snoeren. De puber die zij nooit was geweest, laat staan opstandig. Geboren voor het geluk. Zo leek het. Ze was er zelf in gaan geloven. Hoofd had er een handje van overtuigender te zijn dan Hart.

Terwijl ze haar koffiekopje naast zijn espressokopje op het aanrecht zette, bekeek ze het. Dagelijks geluk bevroren in een beeld. Iets uit het verleden. Over het antwoord ging ze nadenken.





dinsdag 12 april 2016

Patatje karma

Vandaag probeerde ik werk en privé in balans te houden, dus fietste ik na een thuiswerkdag naar school om jongste en middelste op te halen. Met de fiets, dat was de eerste verrassing en met een plan: door naar IJskoud de Beste voor een hoorn met bol. Op de fiets bedachten we welke smaak we gingen kiezen. Mango voor middelste en strakkiatelli voor kleine man. "Of gewoon die met die stukjes chocola." Ik twijfelde tussen koffie, citroen, walnoot-vijg... Stick to the plan? Bij IJskoud de Beste werd het Tutti Nutti.

Weer op de fiets droomde kleine man dat hij vriend F. was. Omdat vriend F. iets van Lego had dat hij zo graag wilde hebben. "Maar als je vriend F. bent, heb je ook een andere moeder." "Wat geeft het?", kwam het weinig invoelende antwoord van achter mijn rug. "En dan heb je ook geen zussen", probeerde ik. "Maar wel een broer", kaatste het mormel terug. "Wel een vervelend broertje", hoorde ik hem er achteraan bedenken. Het bleef even stil. Gelukkig, dacht ik. Maar helaas ging het hardop dromen over het begeerde Legospul verder. "Dus jij wilt liever iets van Lego dan je eigen moeder?", slingerde ik dreigend en weinig pedagogisch naar het hoofd van jongste. Geen antwoord. De zon scheen maar een wolkje bleef boven onze fietsen hangen.

Eenmaal thuis geen tijd om te mijmeren over moeders en zonen want het andere kind was haar tas vergeten. Haar hoofd had ze bij zich, die zat vast. Gelukkig, dat scheelt ons een hoop tijd elke dag. Terug naar IJskoud de Beste terwijl het wolkje boven onze auto bleef hangen. Maar daar stond tas, verstopt tussen al het lekkers en de zon brak weer door. Snel naar huis en koken voordat lief en oudste hongerig binnen zouden vallen. Bloemkool Tandoori... Vast en zeker heerlijk als Pauline het maakt, maar... Als vier opstandige pubers lieten we lief beduusd achter voor een patatje aan het IJ. Wat geeft het? In de auto ging het over Karma, beeldend en licht ongeduldig uitgelegd door oudste aan middelste.

De terug gevonden tas en het onverwachte patatje waren goed karma, concludeerde middelste, terwijl ze zichtbaar genoot van haar variantje oorlog. Zou het?, dacht ik, terwijl ik uitkeek over het IJ en drie kinderen op een schommelbank.



zaterdag 9 april 2016

Kusjes en tulpen

Zomaar een zaterdagmorgen waarop de zon schijnt, letterlijk en figuurlijk...


  • Groenten, kaas en eieren halen op de markt, vriendelijke woorden en grapjes van de verkopers en een banaan voor kleine man
  • Een koffie- en kaneelbroodje uit het vuistje voor kleine man en mezelf, om de beurt van elkaar proeven
  • Drie bossen rode tulpen. Kleine man mag betalen en kijkt trots als een pauw
  • Schoenen passen die voelen alsof je op wolken loopt
  • Cadeautjes uitzoeken voor twee jarigen dit weekend
  • Een feestje, Plien en Bianca en een strandlunch in het vooruitzicht
  • Filosofische vragen van kleine man over het huwelijk: waarom mag je niet met twee vrouwen trouwen? 
  • Kleine man die de hele ochtend kusjes voelt aankomen: "Oh mama, ik voel er weer eentje" waarop ik mag incasseren
  • Alle boeken van Martin Bril voor 4,99 euro bij mijn favoriete boekwinkel
  • Spijkers met koppen op de radio
  • Tijd om mijn nagels te lakken
  • Een kaartje schrijven met een prachtige Gouden Boekje-postzegel erop
  • De zaterdagkrant, een boterham met oude kaas en koffie in het zonnetje
  • Lief die heel even zijn ogen dichtdoet op de bank
  • Een te dikke poes die tussen het toetsenbord en mijn scherm om knuffels vraagt
  • Het zonnetje! Had ik het al gezegd? Het zonnetje!

Fijn weekend! 


Ik kon hem niet laten liggen...




maandag 4 april 2016

Domweg gelukkig

#schrijfopdracht

Ik woonde heerlijk, driehoog achter in de Willemsstraat, hartje Jordaan. De bakker en de kroeg om de hoek. Onder mij buurvrouw Bep met haar spionnetje op scherp. Opgegroeid in Amsterdam Noord, was ik in wezen een echte Jordanese. Import volgens mijn buurvrouw ook al noemde ze me schat. Uitkijkend op de Westertoren, kwam verhuizen niet in me op. Oké, heel af en toe. Als ik verlangde naar een extra kamer of gratis parkeerplek voor de auto die ik inmiddels reed. Na bijna tien jaar grootstedelijk geluk, lokte de liefde me naar de Kwakel. Maar na een halfjaar zette ik opgelucht mijn koffers weer in mijn aangehouden Amsterdamse paleis. Nooit meer een Vinex, waar om klokslag half acht de hele buurt in de auto stapt en om zes uur ’s avonds aan tafel gaat. Brrr. Dan liever buurvrouw Bep die me trakteerde op roddels over de buurt.

Toen werd ik opnieuw verliefd. Op een man uit Amsterdam Noord. Ik kende hem van vroeger, toen ik nog een Noord-meisje was. Terwijl ik de wijde stad in was getrokken, was hij domweg gelukkig in Noord gebleven. Dat werd latten, besloot ik op het eerste gezicht. De pont was romantisch én geduldig. Wij iets minder en na ruim een jaar pakte ik mijn spullen om bij hem te zijn en zijn twee dochtertjes. In mijn buik het bewijs van onze liefde. Mijn zolder verruilde ik voor een vier-onder-één-kap, mijn dakterras voor een serieuze grote-mensen-tuin. Op zondag werd ik niet langer wakker gemaakt door ‘Sammy’ van Ramses Shaffy, die door de binnentuin galmde tot buurvrouw Bep – meestal na vier keer herhalen – eroverheen ging met een Amsterdamse “Kappe nou!” Ik kreeg er andere geluiden voor terug, klussende buren en spelende kinderen. Meestal op een iets vroeger tijdstip dan ik gewend was. En was het mooi weer, dan kon je de klok er op gelijk zetten dat in de namiddag een walmende BBQ-lucht door de wijk trok.

Een vinex, jawel hoor, oordeelde ik bevooroordeeld terwijl ik schoorvoetend aanschoof bij mijn eerste zondagmiddagborrel in de wijk. Een beetje stilletjes probeerde ik de buren in hokjes te stoppen. De buurman, die vaak ’s avonds laat nog in de tuin een biertje dronk en prachtige schilderijen bleek te maken. Het hippe stel op de hoek, waarvan hij stotterde maar zij zijn zinnen moeiteloos wist af te maken. Het groepje vrouwen dat me mee uit eten vroeg en waar we algauw de ‘Bongerd Housewives’ mee vormden, ook wel de ‘Hongerd Bousewives’ als er veel drank in het spel was.

Ik was in verwarring. Terwijl mijn buik groeide en de zon naar binnen scheen in onze doorzonwoning, zocht ik naar bezwaren. Natuurlijk, ik miste de bakker om de hoek, het café en Bep. Maar de pont bleek geduldig en de Jordaan binnen handbereik. Uitkijkend op een braakliggend bouwterrein en de ontbrekende bomen van onze Boomgaardlaan, maakte de verwarring langzaam plaats voor een ander gevoel. Een gevoel dat ik snel onderdrukte. Want waarom zou ik het hardop toegeven.

Domweg gelukkig in de Vinex.
Niet verder vertellen.



zaterdag 2 april 2016

Stick to the plan

Stick to the plan. Het is een zinnetje dat ik vaak tegen mezelf zeg. In mijn hoofd. Niet hardop natuurlijk. Ik bedacht dit zinnetje, toen ik het boek The Happiness Project van Ruben Gretchen las. Hierin wist ze me te overtuigen dat ieder mens wel een paar geboden kan gebruiken in zijn leven. Voor het nodige houvast en een stok achter de deur.

Een van de eerste zinnetjes op mijn lijstje was het stick-to-the-plan-gebod.  Ik ken mezelf namelijk al langer dan vandaag en wist dat hoofd voor een simpel plan minstens twee alternatieven kan bedenken. Voorbeeld? Ik heb een vrije dag. Mijn eerste gedachte is, wat heerlijk ik ga koffie drinken in de stad. Tegen de tijd dat mijn vrije dag is aangebroken, denkt hoofd, waarom koffie drinken in de stad als ik ook kan uitwaaien op het strand. Of misschien kan ik wel naar... Met een beetje pech verandert pret in gepieker en keuzestress.

Mijn verstandige lief adviseerde me dan maar gewoon te kiezen en dat zo snel mogelijk te doen, zodat ik in ieder geval geen tijd verspilde aan twijfelen. Makkelijker gezegd dan gedaan natuurlijk, als hoofd zelfs onderweg naar de bakker bedenkt of je niet beter eerst naar de supermarkt kan gaan. En welke supermarkt? De appie is lekker dichtbij, maar word je niet veel blijer van de Landmarkt... Dat dus. Er moest iets gebeuren. Het advies van lief en Gretchen werd mijn stick-to-the-plan-mantra. En het helpt. Dus bedenk ik iets en wil hoofd roet in het eten gooien dan wijs ik haar vriendelijk op het gebod. Meestal zwijgt ze dan, verontwaardigd. En dat geeft een rust.







Verhuisbericht

Mijn blog is verhuisd naar dagelijksedingen.blog Zie ik je daar?