Tijdens de lunch op het werk waren we hardop aan het fantaseren hoe heerlijk het zou zijn om je af en toe weer als een kind te voelen en te gedragen. Om tijdens een saaie vergadering je pink in iemands neusgat te steken. Gewoon om te kijken of het past. (kleine man deed dat regelmatig bij mij toen hij kleiner was) Of tijdens de lange rij in de kantine tegen de meneer die de lekkere maaltijden maakt, zeggen: "Ik vind jou lief". Bij voorkeur met een allesomvattende knuffel. Stampvoeten mag ook of je op de grond gooien van boosheid als het even niet gaat zoals je wilt. En tijdens een lange, lange dag, doe je gewoon een knikkebol in je stoel. Schattig toch, want kijk eens hoe moe. Als de wereld niet een stukje mooier, zou hij tenminste een stukje grappiger worden. En wees maar eens boos op zo'n ontwapenende volwassene.
Kinderen leggen hun gedrag nog niet tegen een meetlat. Ze laten windjes in het openbaar. Schateren hardop waar ze stil moeten zijn. En vinden het niet gek om hun blote billen aan je te laten zien. Want dat is toch grappig. Volwassenen leren ze dan gaandeweg wat wel en wat niet kan. Dat verschilt nog eens per land, per cultuur en per gezin. Er schuift een filter in ons brein. De meetlat waardoor we sociaal wenselijk gedrag gaan vertonen. Wat natuurlijk best handig is. Jammer is alleen dat daarmee een deel van onze onbevangenheid verdwijnt. Wat zou het heerlijk zijn om niet bij alles na te denken. Kan ik dit wel aandoen? Had ik dat wel mogen zeggen? Ik ben eigenlijk moe maar houd uit beleefdheid dit gesprek gaande...
Gelukkig zijn er kinderen. Om ons mee te slepen. Te laten lachen. Om samen gek mee te doen. En door hun ogen naar de wereld te kijken. Opnieuw te ontdekken. Schuilt daarin de grote zegening van het ouderschap of iedere andere vorm waarin kinderen deel uitmaken van je leven? Kinderen halen soms het slechtste in je naar boven, maar ze maken je vooral een beter mens. Denk ik.
Gisteren vertelde ik kleine man dat ik moe was. Hij keek me aan, dacht even na en zei toen: "Je bent zo moe als de wind mama. Hij kan niet meer blazen." Mijn vermoeidheid verdween als sneeuw voor de zon en de glimlach bleef nog lang op mijn gezicht hangen.
Tenminste, niet in ons hoofd en hart...