"Maar je houdt zo van dieren", plaagde ik dan waarbij ik met de ene vinger naar haar en de andere naar mezelf wees. Waarop ze meestal haar hand in de lucht hield waartegen ik kon plagen als Brugman.
"Wat is er gebeurd?", vraag ik dan ook, verbaasd. "Niets", behalve dat ik vegetariër word, zegt ze met gevoel voor understatement. "Nou ja, alleen bij jullie dan, want bij mama mag het niet", vult ze praktisch haar zojuist gewijzigde levensstijl aan. Ik ben er even stil van. "Dus ook geen biefstuk van opa?", vraag ik. Vastberaden schudt ze van nee. "En de gehaktballen van oma?" "Die ook niet", bevestigt ze mijn vermoeden dat het serieus is. "En jouw spaghetti carbonara dan?" Ik moet ervan slikken en zie ook A. even verlekkerd wegdromen. "Nee", zegt ze vastberaden terwijl ik spijtig bedenk dat ze deze dus alleen nog maar bij haar moeder gaat maken.
"Ik vind het zielig voor de dieren", licht ze haar besluit toe. "En van vis hou ik eigenlijk toch niet", voegt ze er eerlijk aan toe.
Dus eigenlijk word je een weeketariër, vat ik ons gesprek samen. Ze moet lachen. "Ja, precies dat!" "Maar als jij geen vlees meer wil eten, kan ik ook niet meer achterblijven", pieker ik hardop. Oudste lacht nog maar eens. "Misschien", oordeelt ze mild. "en anders ben je gewoon een weaketariër!"
Idealist, parttime vleeseter én grappenmaker. Dat ze de wereld een stukje mooier maakt is zeker.
Hoelang kom ik nog weg met deze geweldige uitspraak van Catootje...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten