Eenmaal op het strand bleek daar de rest van Nederland ook te liggen. Lopend langs de gezellige strandhuisjes zochten we de rust. Terwijl middelste en ik naar binnen gluurden bij de huisjes en uiteindelijk onze favoriet kozen vanwege een tweepersoons-stapelbed met romantische lampjes, tilde lief de spullen zonder mopperen. Eigenlijk houd hij niet van zand, maar voor de liefde doe je veel. Voor de huisjes speelden, lazen, zonden, lummelden en barbecueden ogenschijnlijk gelukkige mensen. Hutje, mutje, maar dat leek niemand te deren. Ik neuriede en middelste huppelde. Aan het einde van de huisjes vonden we de rust en spreidden ons strandkleed uit. Snel kleren uit, zwemgoed aan en de zee in samen met papa. Maar na vijf minuten kwam kleine grote man alweer aangehold. "Ik moet poepen", schreeuwde hij hard tegen de wind in. Iets verderop zag ik een stel met twee grote kinderen heimelijk naar elkaar lachen. Ze lagen er keurig bij. Twee grote kleden, eentje voor de ouders en eentje voor de grote zoons, waarop geen zandkorrel te bespeuren.
Op weg naar de wc van de strandtent, die we nou juist ver achter ons hadden gelaten, brak ik mijn hoofd over dit verschijnsel. Dat er dus mensen zijn die netjes op het strand kunnen liggen. Geen zand op hun handdoek, vast ook niet tussen hun boterham en met windvrije kapsels. Ik stopte ze in het hokje van de zandlozen. Nadat kleine man had gepoept en we op de terugweg waren, bedacht ik nog wat meer hokjes voor de mensen op het strand. De zonaanbidders (van het type hittebestendig), de lezers (bij voorkeur onder de parasol), de loungers (wijntje in de hand), de smeerders (opvallend wit), de zwemmers en de drijvers (te herkennen aan de gekleurde inflatables en ter vermaak wanneer ze erop proberen te komen). Dat maakte het lekker overzichtelijk. Hoewel, dan had je nog de gezinnen, die met jonge kinderen en die met oudere, de stellen, de groepjes vrienden, de ligbed-huurders en de ik-neem-zelf-alles-mee-types, de luxe strandgangers en de Spartaanse, de picknickers en de bestellers...
Weer terug op ons rustige plekje viel er gelukkig niet meer zo veel in te delen. Ik viste ons strandlaken onder wat hoopjes zand vandaan en probeerde deze niet in de richting van het zandloze gezin te wapperen. Kleine man slaakte een oerkreet en galoppeerde alweer richting de zee. En hoewel ik een lezer ben (en een smeerder!) galoppeerde ik erachteraan. Want als er golven zijn, kunt u mij ook vinden in het hokje zwemmers.
Op weg naar de wc van de strandtent, die we nou juist ver achter ons hadden gelaten, brak ik mijn hoofd over dit verschijnsel. Dat er dus mensen zijn die netjes op het strand kunnen liggen. Geen zand op hun handdoek, vast ook niet tussen hun boterham en met windvrije kapsels. Ik stopte ze in het hokje van de zandlozen. Nadat kleine man had gepoept en we op de terugweg waren, bedacht ik nog wat meer hokjes voor de mensen op het strand. De zonaanbidders (van het type hittebestendig), de lezers (bij voorkeur onder de parasol), de loungers (wijntje in de hand), de smeerders (opvallend wit), de zwemmers en de drijvers (te herkennen aan de gekleurde inflatables en ter vermaak wanneer ze erop proberen te komen). Dat maakte het lekker overzichtelijk. Hoewel, dan had je nog de gezinnen, die met jonge kinderen en die met oudere, de stellen, de groepjes vrienden, de ligbed-huurders en de ik-neem-zelf-alles-mee-types, de luxe strandgangers en de Spartaanse, de picknickers en de bestellers...
Weer terug op ons rustige plekje viel er gelukkig niet meer zo veel in te delen. Ik viste ons strandlaken onder wat hoopjes zand vandaan en probeerde deze niet in de richting van het zandloze gezin te wapperen. Kleine man slaakte een oerkreet en galoppeerde alweer richting de zee. En hoewel ik een lezer ben (en een smeerder!) galoppeerde ik erachteraan. Want als er golven zijn, kunt u mij ook vinden in het hokje zwemmers.
Groot geluk
Geen opmerkingen:
Een reactie posten