Maar dus toe aan vakantie. Ik keek naar juf en verdacht haar van een flink potje projectie. Helemaal niet erg, want ook mijn projector begon op volle toeren te draaien. Mijn gedachten dwaalden af naar dat magische woord: vakantie! Naar elke dag mooi weer, slippertjes en bruine benen. Naar geen wekker en stiekeme middagdutjes in de schaduw. Naar Italiaanse pasta en kleine kopjes espresso...
Kleine man zette me weer met beide benen op Hollandse bodem door aandacht te vragen voor een koprol aan het rek. Met een piep en een kraak begonnen mijn hersenen langzaam weer op volle toeren te draaien. Ik had nog precies een uur om boodschappen te doen. Dan weer terug naar school. Daarna paspoorten verlengen, hopelijk ging dat snel, want we moesten ook nog naar de tandarts én zwemles. Doe je niks geks, zou Brigitte Kaandorp zeggen en ik grinnik zachtjes.
Werk, school, een gezin, het is een wondere wereld schreef ik ooit. Die na het instoppen, verhaaltje lezen en kusjes heel even tot stilstand komt. Als een sneeuwbol. De avond strekt zich verleidelijk voor je uit, de mogelijkheden zijn oneindig. Was je maar niet zo moe.
En daarom heeft iemand ooit vakantie bedacht. Zodat je daar lekker aan toe kunt zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten