zondag 27 oktober 2019

Hiep hiep

Jarig! Hoewel niet meer zo kriebel-verwachtingsvol-magisch-spannend als vroeger blijft het iets fijns. Kon ik vroeger niet wachten om ouder want wijzer en later en meer,  dat veranderde rond mijn dertigste in een lichte verbazing om de getallen die ieder jaar kwamen aankloppen. Inmiddels verberg ik mijn lichte verbazing achter een rotsvast vertrouwen dat mijn hoofd en mijn hart ergens op het feestje voor mijn 28e zijn blijven hangen. Dat is aan de buitenkant niet te zien, dus die mevrouw blaast morgen keurig 48 kaarsjes uit. Haar ogen dicht en blij als ze alle kaarsjes in één keer uit blaast want dan mag ze een wens doen. Zachtop. Want er is nog zoveel te wensen. Tegelijkertijd zijn er al zoveel wensen uitgekomen en telt ze haar zegeningen.

De grootste zitten aan tafel en eten van de zelfgebakken appeltaart. Het meisje dat een stiefmoeder en moeder mocht worden. En trouwde met haar beste vriend van vroeger. Die nog steeds herinneringen kan ophalen met haar ouders. En standaard in de rol van kleine zus schiet met haar broer in de buurt. Die veilig achter vriendinnen W. en T. kan aanhobbelen die haar ieder jaar voorgaan met weer een jaartje ouder worden. Die altijd even denkt aan P. en aan R. die ze zo graag aan haar tafel had willen zien zitten. En dankzij hen telt ze nog wat harder... 

Jarig! Er is geen houden aan, de kaarsjes passen maar net op de taart. Hoera! Al zoveel moois in the pocket. De 28-jarige zet de muziek alvast wat harder en trekt haar hoge- hakken-dansschoenen aan. 'Cause I've got one hand in my pocket and the other one is giving a peace sign. De mevrouw lacht en als je morgen goed in haar ogen kijkt, zie je de discolichtjes flikkeren.







woensdag 9 oktober 2019

Dag!

Dag! Nog niet echt, maar wel al een beetje. Ik kijk naar buiten en wens mijn hoofdpijn weg. In het water tussen het spoor en de weg - waar ik zo vaak op het bootje boterhammen at - zie ik twee zwanen zwemmen en tel ik 1... 2... 3... 4 meerkoeten! Ik glimlach om de laatste die als een cadeautje uit het riet tevoorschijn komt. Ik las dat meerkoeten niet graag vliegen maar zich bij voorkeur rennend over het water verplaatsen. Toch kunnen ze grote afstanden afleggen als ze midden in de nacht migreren. Deze lijkt voorlopig nergens naartoe te gaan. "En jij?" snatert het in mijn gedachten.

Ik draai mijn rug naar het raam en ga zitten. Tas en jas binnen handbereik op de lege stoel naast me. Een pen en een schriftje voor de zekerheid. Voor als ik het niet begrijp. Of voor houvast. Straks zal ik pas schrijven. Na het gesprek. Waarvan ik een beetje moet huilen. Niks aan te doen. Net zo monogaam als een meerkoet. Met duizend armen, hoor ik lief grinniken in mijn hoofd. Plus één, knipoog ik terug.

Maar ik kan het, weet ik. Verstrengeld en in de knoop geraakt, laat ik ze langzaam los. Dag! En dankjewel. Denk ik. Niemand is er vandaag.  De meesten zijn al weg. Ik neem de lift naar beneden en toch weer omhoog. Voor koffie bij de barista die Nederlands leert en lachend woordjes met met oefent. Ik krijg er een hartje bij. De stempelkaart voor korting laat ik liggen. Ik loop langs het prikboord en hap even naar adem, 1... 2... 3.... 4. Bij het opstijgen uit het water, leggen ze het eerste stuk rennend af. Niet halfbakken maar heldhaftig. Wholehearted. Rennen op water. Kleine helden.

Terwijl ik in de lift stap begint in mijn hoofd het deuntje van Fleetwood Mac. You can go your own way... 

Dag! Bijna.


Laat staan vliegen...

vrijdag 4 oktober 2019

Humeurig, harig en hartveroverend.

We zijn thuis met zijn zessen. Een vader, een moeder, drie kinderen en een poes. Deze harige en humeurige dame kreeg mijn lief cadeau toen hij voor me koos. Ik kreeg twee meisjes. We boften allebei, want hiermee vormden we een instant en ronkend gezin. Bovendien bleek mijn zwaar allergische lief niet allergisch voor mijn huisgenoot. Wat een klein wondertje was. Hoewel hij het zelf wijt aan de zware verliefdheid die hij onder de leden had en die hem immuun maakte tegen kattenharen. Grote vrienden zijn ze nooit geworden, maar wel familie. De harige en humeurige dame weet dat - hoewel die grote man als eerste opstaat en beneden komt - hij nooit haar etensbakje zal vullen. En zodra hij in bed stapt, zoekt zij haar heil ergens anders in huis. Hij kan haar echter kammen als de beste en als niemand kijkt, wil hij ook nog wel eens aaien. Prrrr... Zij vermaakt hem door de beste plek op de bank in te pikken en toen ze heel klein was onverwacht aan zijn blote voeten - die uit de twijfelaar staken -  te gaan hangen.

Toen ik haar kreeg was ze nog maar zes weken oud. Een bolletje geluk dat als ik niet oplette tussen de twee kussens van mijn bank wegzakte. 's Nachts sliep ze het liefst op mijn hoofd, luid knorrend van genoegen. Met haar in huis was ik nooit alleen. Spinnend, slapend, spelend, miauwend, hongerig,  om aandacht verlegen en uitermate tevreden met wat zon en een plekje om te liggen. Zo werd ze groter en groeide met me mee.

Inmiddels is ze de Grande Dame van ons gezin. Humeurig, harig en hartveroverend. De oogappel van oudste, een kersenpit voor middelste en een luisterend oor voor jongste. Ze komt en gaat zoals het haar uitkomt. Koningin van onze tuin en een voorzichtige avonturier daarbuiten. Binnen kan ze jaloersmakend lummelen, in de zon liggen en slapen. Bij grote uitzondering komt ze op schoot, veel vaker schuift ze dicht tegen je aan om gekriebeld te worden. Als je verdrietig bent, likt ze het zout van je wangen. En als er een feestje is, verschuilt ze zich bij voorkeur in de kast. Nog steeds ben ik nooit alleen, zelfs niet nu ik vaker thuis ben. Zij is er altijd

Haar naam is Teigermuis, speels als Teigetje van Winnie de Pooh en lief als een muis. Ze is 12 jaar in kattenjaren of zoals kleine man omrekent x 7 naar mensenjaren: 84! Een Grande Dame dus. Ik hou van haar tot aan de maan en weer terug. Ze is mijn bolletje geluk x 7! 


Van bolletje geluk naar...


Grande Dame van ons gezin. Geluk blijft het!

donderdag 3 oktober 2019

Mijn konijn is dood

Ik zit in de hal van school. Kleine man wil uitdelen op Woest Zuid, de naschoolse opvang waar hij op dinsdag en donderdag levend Stratego speelt en latten-voetbal. Hij werd in de zomer 9 en dit is welgeteld de 5e viering rondom deze heuglijke gebeurtenis. Gisteren was zijn partijtje (nummer 4) en omdat we dat hebben overleefd kan ik in de hal zitten met 30 zakjes chips.

"Mijn konijn is dood." Een kleuter komt voor me staan.
"Goh", ik moet even omschakelen van mijn regelmodus naar mijn gesprekmodus.
"Was hij oud?"
"Nee", de kleuter glijdt vrolijk van links naar rechts.
"Hij was een jaar oud."
"Goh", peins ik. 
"Wat is er gebeurd?" wil ik weten terwijl ik mijn ogen vragend mee beweeg van links naar rechts.
"Hij lag op zijn zij." 
"Goh", vind ik. "Ben je verdrietig?"
De kleuter staat stil en kijkt me aan. Verbaasd alsof hij daar nog niet over heeft nagedacht en stuift weg. Naar huis. Misschien mag hij een nieuw konijn.

De naschoolse kinderen komen gezellig om me heen zitten. Een mand met 30 zakjes chips doet wonderen. "Het zijn er niet genoeg", aldus L. het kleine zusje van de beste vriend van kleine man. Een jongetje met het mooiste rode haar en een brilletje knikt. Hij kijkt me vorsend aan, want hoe heb ik het zo verkeerd in kunnen schatten. "Dan neem jij toch niet", stel ik voor aan L. Dat vindt ze grappig en stelt voor dat de jarige (die alweer twee maanden 9 is) niet neemt. Ik knik. Daar komt het feestvarken al aan. Op zijn nieuwe tweedehands Nike Air die zijn beste vriend voor hem heeft geregeld - na heel lang zoeken samen met zijn moeder - op marktplaats. Hij knapt bijna uit zijn gympen van trots en dat is maar goed ook want ze zijn nog een maatje te groot. Geeft niks. Met zulke vrienden mag je je trots voelen. Terwijl ik afspreek dat ik nog maar een grote zak uitdeel-chips ga kopen, knikt het jongetje met het mooiste rode haar en brilletje me bemoedigend toe. "We zijn wel met heel veel", roept hij me na. Ik knoop het in mijn oren. 

De kleuter met het dode konijn zie ik niet meer. Ik denk aan het artikel dat ik vandaag las over small talk en hoe we het door onze afhankelijkheid van de mobiele telefoon steeds meer verleren. Jammer. Gelukkig is het enige wat we hoeven doen, minder op ons scherm  kijken en leren van kleine kinderen. Zij zijn er meesters in.



dinsdag 1 oktober 2019

Hoge hakken, echte liefde

Helaas heb ik er nooit op kunnen lopen. Op hoge hakken. Mijn moeder wel. Als ik mijn ogen dicht doe, zie ik haar weer voor me zoals ze vroeger was. Mooi opgemaakt, dik blond haar, hippe kleren en hoge hakken, waar ze op liep alsof het gympies waren. Klaar om naar haar werk te gaan of naar een feestje. Dan kuste ze me gedag en rook de kamer naar L'Air du Temps van Nina Ricci, weet ik nu, toen rook het gewoon naar mijn moeder.

Als ze ging werken - dat deed ze drie avonden in de week bij de PTT (toen er nog heel veel post werd verstuurd) - gingen mijn vader en ik voor het raam staan om naar haar te zwaaien terwijl ze op de bus of in de auto stapte. Standaard verzuchtte mijn vader dan dat mijn moeder zo'n knappe verschijning was en ik kon niet anders dan het met hem eens zijn. Als mijn moeder met de bus was, zorgde mijn vader dat hij haar na het werk met de auto ophaalde. Ze werkte tot laat en mijn vader moest voor zijn werk vroeg op, maar toch. Ook toen ze haar rijbewijs had gehaald en zelf heen en weerde, bleef mijn vader wakker om nog wat te drinken en te kletsen zodat ze niet in een slapend huis thuis kwam.

Dat was heel gewoon voor mij als kind. Net als dat mijn moeder -voordat ze naar haar werk ging - het eten klaar had staan en mijn vader het alleen nog maar moest opwarmen als we iets later aan tafel gingen. Mijn vader zijn enige specialiteit zijn frietjes, die hij zelf schilt, snijdt en bakt en die inmiddels ook favoriet zijn bij zijn kleinkinderen. Maar buiten de keuken kan hij maken wat zijn ogen zien. Zo timmerde hij het tuinhuisje waarin we eindeloos veel zomers doorbrachten, de bedden in onze kinderkamers, bureaus op maat en op de groei en weer wat nieuws bij de volgende fase of gril. Hij haalde en bracht ons van A naar B en als nodig naar Z. Met liefde. Krant mee en de radio afgestemd op zijn favoriete muziek. Ruzie was er zelden. Hooguit wat gemopper dat altijd weer werd overstemd door liefde en lachen. Want dat werd er veel bij ons thuis, gelachen. Om elkaar, om verhalen, om running gags, om een boekje met brieven waaruit we elkaar tijdens het eten voorlazen tot de tranen over de wangen van mijn ouders liepen.

Mijn moeder bewaakte onze harten met thee, een luisterend oor en (ant)woorden die verraadden dat ze ook in ons hoofd kon kijken. Thuis was de plek waar we mochten zijn wie we waren en meer, want ook dat zagen mijn vader en moeder in mijn broer en mij. Mijn lieve Italiaanse (ook al is ze er niet geboren), stoere mama en mijn zachtaardige, sterke papa die het boeddhisme bedacht zou kunnen hebben zonder er ooit een woord over te hebben gelezen. Vandaag zijn ze 55 jaar getrouwd. En nog steeds lachen ze samen de tranen over hun wangen. Nog steeds kan mijn vader verzuchten dat hij bij kans de knapste vrouw ter wereld heeft getrouwd. Nog steeds bewaakt mijn moeder het hart van mijn vader.

Liefde was het begin én het antwoord. Mijn nest, mijn geluk.


Verhuisbericht

Mijn blog is verhuisd naar dagelijksedingen.blog Zie ik je daar?