Ik breng kleine man naar school.Voor hem is het geen stemdag maar prikdag. Vandaag krijgt hij als achtjarige de negenjarige-prik die al een tijdje boven zijn hoofd hangt als het zwaard van Damocles. Beste vriend T. kreeg hem vorig jaar en sindsdien maakt deze prik deel uit van hun horror-verhalen. Tel daarbij op dat hij ooit meeging toen zijn zussen een prik moesten halen en hij herinnert zich nog levendig het gillen dat hij daar hoorde in de sporthal...
Kortom, de Efteling en Clash of Clans zijn naar de achtergrond verschoven en we hebben het al een paar weken over de prik. Ook ik hoop inmiddels dat we het snel achter de rug hebben. Maar eerst stemmen. Ik ben niet de enige. Vriendin W. doet nog snel de stemwijzer (Christen Unie tot haar afgrijzen!) en vriendin T. meldt opgelucht dat stemwijzer het eens is met haar voornemen op Groen Links te stemmen. Bij vriendin W. doemt nu ook Code Oranje op, waar we alledrie nog nooit van hebben gehoord. Je mag het zelf weten hoor, app ik ter geruststelling.
Het is een dag van ontroering. Want wat is alles toch goed geregeld in Nederland. De wegwijzers naar het stemhokje, de vier aardige vrijwilligers die me nog net niet in het hokje zetten. En als ik met kleine man ga prikken, kunnen we ook niet om de GGD-borden heen. Er staat een kleine file die door een man in een oranje hesje vriendelijk lachend in goede banen wordt geleid. We mogen gratis parkeren en volgen daarna nog meer GGD-bordjes tot we bij een lange rij vol negen- en dertien-jarigen komen met ouders. Kleine man heeft inmiddels bijna geen kleur meer op zijn wangen en hij probeert zijn angst met woorden te bezweren. Eenmaal binnen mogen we van een vriendelijke vrijwilliger lopen naar een andere vriendelijke vrijwilliger die een groene klaar-over in de lucht gestoken heeft. Tussen twee zusters in legt kleine man nog maar eens uit dat hij zenuwachtig is. Ze stellen hem met stralende glimlachen gerust en vragen hem spaghetti-armen te maken. Tegen de tijd dat hij begrijpt wat ze daarmee bedoelen, zijn beide prikken al gezet. Klaar!
Maar het onderwerp van gesprek nog niet. Want dat viel mee. Hij had niks gevoeld. Nou ja bijna niks. Na een ijsje bij IJskoud de Beste waarschuwt hij thuis kat Teigermuis wel een beetje voorzichtig te zijn met zijn linkerarm. Want die voelt een beetje stijf. De kat houdt haar hoofd schuin en gaapt.
Als we deze enerverende dag afsluiten met oma bij Kannibalen en Paradijsvogels wil hij er nog één ding over zeggen: "Oma, de prikken voelden als citroenen op mijn huid." We knikken en ik denk hem stiekem een schrijver als hij groot is. Of beroeps-ouwehoer.
Stem wijs!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten