donderdag 31 december 2020

Dag 2020

 Lief 2020, wat ben je verguisd.

Inpakken en weg ermee, vat vriendin T. het samen. Een jaar om snel te vergeten, hoor ik op de radio. Ik blader door mijn blogs om je te vatten. Het begin dat we vierden op Schiermonnikoog, met oliebollen, vuurwerk en elkaar. Het virus in China was ver van ons bed en bleef onbesproken. We telden onze zegeningen dichtbij huis. Lang leve de liefde en onze gezondheid. Mijn voornemens waren kind en dapper te zijn. En vertrouwen te hebben. 

Februari was een sprookje. Ik ging samen met beste vriendin W. naar Marrakech. Een onwerkelijk cadeautje toen vier weken later Nederland op slot ging. Hadden we tijdens de eerste persconferentie nog gegrinnikt toen Mark Rutte per ongeluk de hand schudde van Jaap van Dissel, nu was het serieus. Amsterdam viel stil. We klapten voor de zorg. Zetten boodschappen voor de deur van onze ouders. En hielpen de kinderen met school. 

Tegenover de zorgelijke cijfers van zieken stonden veel lichtpuntjes. Initiatieven om voor elkaar te zorgen. De natuur die onverstoorbaar de lente aankondigde. En het virus dat een vuist leek te maken waar leraren en zorgpersoneel in 2019 voor de straat op waren gegaan. Zou deze crisis een verschuiving veroorzaken? 

Van het kapitalisme van het grote geld naar het kapitalisme van mensen.
Van we willen meer naar we hebben genoeg. 

Zo snel zou het niet gaan. Maar de veerkracht van mensen maakte indruk op me. Ik vond mijn draai en genoot van de tijd en rust met mijn gezin. De wandelingen met vriendin W. en de wekelijkse yoga op de steiger. Het najagen van mijn dromen stelde ik uit. Ik leerde in het nu te leven met een zo goed als lege agenda. Ik puzzelde neuzen en konten aan elkaar. We vierden verjaardagen net even anders. Lief en ik plakten weer een extra jaar aan onze liefde. Ik leerde staarten te delen aan de jongste, te plannen aan de middelste en de moed erin te houden aan de oudste. Ook met mijn snuf erbovenop vond ik ze lief.

Natuurlijk maakte ik me ook zorgen. En miste ik van alles. De eetclub, schrijven in mijn favoriete koffietentje, afspreken met vriendinnen. We annuleerden onze vakantie in Italië en ik vond het naar dat ik op afstand moest blijven van de mensen die me dierbaar zijn.

De keerzijde liet me zien wat belangrijk is. 

We improviseerden verder, verkenden voorzichtig onze vrijheid na de eerste lockdown maar wisten dat het nog niet voorbij was. Het venijn zat in de staart. Niet in de lockdown. Maar in het verongelijkte ongeduld dat als een golf door Nederland ging. De verontwaardiging. Omdat we willen winkelen op Black Friday? Onze skivakantie niet kunnen missen?

Druk met onszelf hoeven we niet verder te kijken dan onze neus lang is. De lessen te leren die jij ons liet zien. De lichtpuntjes die ons de weg wijzen. Dat het ook anders kan. En dat we daar nu het bewijs voor aan het verzamelen zijn.

Lief 2020, ik hoop dat we je niet snel vergeten. En ik hoop dat we met andere ogen naar je gaan kijken. Als de stof is gaan liggen. Ik hoop dat je het begin was van verandering. Dat het niet voor niets is geweest dat je onze wereld ondersteboven hield. 

En voor jou herhaal ik mijn wensen van vorig jaar, omdat ze nog niets aan betekenis hebben ingeboet. Integendeel. Ik wens je meer lichte dan moeilijke momenten. Maak plezier. Koester de wereld op jouw manier en vergeet zo nu en dan het nieuws te volgen. Vertrouw op anderen en op jezelf. De antwoorden komen meestal vanzelf. Je hoeft alleen maar de juiste vragen te stellen.

Wees dapper.
Be kind.
En heb lief.

Want daar komt het wel op neer.



Welke kant op lees jij 2020?


woensdag 30 december 2020

Lieve A.

Vandaag ben je 18, mijn lieve, mooie en slimme A. Volwassen en lichtjaren voorbij de vijfjarige die mijn hart veroverde met blonde staarten en gekke fratsen. 

'Waar is de tijd gebleven', mopper ik tegen je vader. Hij antwoordt met een schuine lach.

Je lijkt op hem. 
Maar je bent zoveel meer. 

Verstandig zoals past bij de oudste. Je waakt over harmonie en gezelligheid en zit het liefst aan de keukentafel met meer mensen dan passen. Je kletst honderduit maar houdt je diepste gedachten liever verborgen. Tot ze uitgedokterd het licht mogen zien. Stoutmoedig. Anders. Een activist in de dop omdat de wereld anders kan, volgens jou. Een waarin iedereen zichzelf mag zijn. 

Jij wordt het steeds meer. 
Jezelf. 

Zonder opsmuk maar stralend. De wereld aan je voeten ook al staat ze even op pauze. Je hebt je gitaar en grappen op zak. You light up the room en mijn hart.

Later als je groot bent.
Het is begonnen.



maandag 19 oktober 2020

Zetje

Wanneer ga je weer eens bloggen?
Mijn schoonvader kijkt me aan. 
Die 10 heb ik nu wel vaak genoeg gelezen.
Hij lacht. 

Ik bloos. Omdat hij mijn blogs mist.
Omdat ík het mis,  maar toch niet blog.
Ze zitten gevangen in mijn hoofd.
Zinnen.
Concepten.
Flarden.

Billen. 
Weet je waarom ik nooit dikke billen wil?

Zomerdag. 
Langgerekt fiets je achter me aan. Ik ga sneller. De zon in mijn gezicht.

Ik begin er wel aan, maar maak ze niet af.
Het leven komt tussendoor. 
Onzin. Ik weet het.
Maar als straks.
Of als eerst.
Maar.
Als. 

Nee.

Morgen schrijf ik een blog voor je, beloof ik.
Mijn schoonvader lacht.
Mijn lief ook. Ze kennen me. 

Ik kom er altijd weer op uit.
Schrijven.

Hoezeer het leven ook tussendoor komt.
Of twijfel. Gedoe. Onzekerheid.

Ik heb toch mijn woorden en verhalen. 
Dat zei kleine man deze week toen hij vertrok naar beste vriend T. en ik hem vroeg of hij nog iets wilde meenemen.

Mooi, knikte ik tegen zijn al lang om de hoek verdwenen rug. 
Een waarheid voor mijn voeten.

Dus hier is ie dan, lieve H.
Een blog voor een begin?


zondag 16 augustus 2020

10

 Soms denk ik je vooruit. Dan mijmer ik over hoe je als puber, met te lange benen en armen misschien, als student, serieus en onderzoekend misschien, als volwassen man, verliefd en vader misschien.

Soms denk ik je achteruit. Aan de eerste keer dat ik je zag. Je wiebelende stapjes. Je schaterlach. Je eindeloze mama's en mollige armpjes die zich naar me uitstrekten. Herinneringen draaien rondjes als de groeven in een langspeelplaat. 

Maar meestal kijk ik naar je zoals je nu bent. Omdat ik weet hoe snel het gaat en ik liever niet teveel wil missen. Dan schrijf ik het op. Of ik leg het vast. Klik! Je blik. Je stem. Stiekem, want van jou hoeft het niet zo. Voor later, leg ik uit. Soms wil je er dan wel even voor zitten. Haar goed en blik op, nouja hoe bijna-tieners kijkers. Dat weet jij beter dan ik. 

Ik zie gewoon jou. De gouden vlekjes in je ogen. De sproeten op je gezicht die deze zomer ontelbaar zijn. Je haar dat niet kan kiezen tussen rossig of blond.

Je eigenheid en eigenwijsheid. Je gedachten die vragen om begrepen te worden. Ooh.  Je zachtheid. Je aarzeling voor denkbeeldige drempels. Je uitbundigheid er eenmaal over heen. Je gezien willen worden. Schatzoeker van woorden. Kletskous sinds je kunt praten. Over van alles. Met opa. Met beste vriend T. Met mij. Dan maak je plannen en wens je dat alle oude mensen voor altijd gezond blijven. Dan droom je jezelf in Nike van top tot teen terwijl je een vliegende Tesla bestuurt. Uit de boxen klinkt muziek waarvoor je mij inmiddels te oud schat. Van wiebelige stapjes naar voorzichtig stoer.

Vandaag ben je jarig en maak je al 10 jaar mijn leven licht. Of eigenlijk plus negen maanden, waarin  je als Lampje in mijn buik woonde. Een lichtje ben je nog steeds. Stuiterend, schaterlachend en stralend op je zevenmijlslaarzen. Ga maar, ik houd je wel bij. Je wereld wordt steeds groter dus niet altijd meer in mijn zicht. Maar altijd in mijn hart. Weet je nog hoe we dat vroeger oefenden omdat je bang was dat je me op school zou missen. Gewoon je ogen dicht doen, dan zie je me ook als ik er niet ben. Je probeerde het met ogen en vuistjes dichtgeknepen. Teleurgesteld vertelde je later aan oma dat je daar nog te klein voor was. 

Zou je het nu wel kunnen? Jij vraagt je andere dingen af. Of je de hele nacht wakker zou kunnen blijven. Met een kop echte koffie en dutjes overdag als voorbereiding. En waar we in godsnaam je cadeaus dit jaar hebben verstopt. En wat er gebeurt in het geheime-appgroepje dat we hebben aangemaakt voor je verjaardagsfeestje. En dat uitdelen minder leuk is in coronatijd. En, en, en...

Lieve grote kleine man, hiep hiep hoera!
Ik van jou.
Met mijn ogen dicht
en dan snel weer open om niks te missen.


De tekening voor het geboortekaartje dat vriendin P. 10 jaar geleden voor ons maakte. 

zaterdag 1 augustus 2020

Homo

Wat dacht je, toen je de titel van mijn blog zag? Hoorde je er een uitroepteken achter of een vraagteken? Dacht je aan de liefde misschien? Of dacht je aan het scheldwoord dat we maar al te vaak horen. Op straat. Op scholen. Langs het sportveld. Want, gewoon. Of niet?

Deze week vieren we Pride Amsterdam om te vieren dat je kunt zijn wie je bent en mag houden van wie je wilt. De programmering van NPO3 staat in het teken ervan. De prachtige Britse film Pride komt voorbij, ik zie de documentaire Mans Genoeg over de in mei overleden Saïd Zankoua en de documentaire Pisnicht: The Movie van Nicolaas Veul. Aanleiding was een column van Youp van het Hek waarin hij het woord pisnicht gebruikte. De ophef die daarover ontstond was veelzeggend over de stand van zaken in ons land. Degenen die er aanstoot aan namen, hadden geen gevoel voor humor. Je mocht ook niks meer zeggen. Het was - gewoon - een woord dat je gebruikte. 

Lach of ik schiet

De aanval is de beste verdediging, dan hoef je verder niet over je eigen handelen na te denken. Of over wat het met een ander doet. In zijn documentaire probeert Nicolaas het uit te leggen. Dat hij het woord homo al jong associeerde met zwak, niet mannelijk, minderwaardig. Hij hoorde het als je ergens niet goed in was, andere interesses had dan verwacht, je anders kleedde, praatte of bewoog dan je geacht werd te doen. Hij leerde daarmee al jong dat je niet zomaar kon zijn wie je was en hield zijn ware gedachtes en gevoelens voor iedereen verborgen. 

Homo als scheldwoord. Vraag maar liever niet waarom. Want achter het gewoon gaat nog meer stompzinnigheid schuil. Dat het prima is om homo te zijn, als zij er maar geen last van hoeven te hebben. Dat het niet handig is om twee mannen op tv met elkaar te laten zoenen, want dan leer je jonge mensen dat dat kan. De vader die naast zijn zoontje op straat belooft dat hij het nooit zal accepteren als hij homoseksueel is. De vijandigheid die erachter schuilgaat wordt luchtig weg gelachen. Mijn mening maar. Over jou.

Nicolaas kwam er uiteindelijk uit en ervoor uit, maar niet ongeschonden. Net als Saïd Zankoua, die - omdat hij op jongens viel - meer klappen kreeg dan hij aankon. Hij hield er zware epilepsie aan over en stierf dit jaar aan de gevolgen ervan. Op de dag tegen homofobie. Hij werd dertig. Zijn familie had hem nooit geaccepteerd voor wie hij was. Zouden ze de documentaire hebben bekeken en net zo betoverd zijn als ik door de prachtige jongeman die zij nooit in hem wilden zien? 

De liefde zwijgt met het schaamrood op de kaken. 

Er is nog een lange weg te gaan voordat iedereen kan zijn wie hij is en kan houden van wie hij wil. Maar laten we hem vooral gaan. Samen. Want.

We couldn't all be cowboys
So some of us are clowns
And some of us are dancers on the midway
We roam from town to town
I hope that everybody can find a little flame
Me, I say my prayers,
Then I just light myself on fire
And I walk out on the wire once again



vrijdag 17 juli 2020

Alles is familie

We zitten in de tent. Met meer dan past, maar dat is niet erg. Buiten is het weer op zijn Nederlandst en we houden elkaar warm rond de eettafel. Het gezelschap is een mengelmoes van huishoudens waarin de kinderen een rode draad proberen te ontdekken. Wat voelt als familie blijkt ingewikkelder dan we dachten. Tenminste als we er namen aan willen geven. We gaan van familie naar achter tot aangetrouwd en aangewaaid. Van warme kant naar koude kant en van bloed naar banden die zijn aangegaan en soms ook weer verbroken. 

J. trekt er een denkrimpel van: 'Dus jij bent eigenlijk niet mijn oom, maar A. en E. zijn wel mijn nichtjes?' Hij kijkt vragend naar mijn lief, die nu ook een denkrimpel trekt. Is hij zijn oom-recht verloren toen hij en de zus van de moeder van J. uit elkaar gingen? Ik probeer ondertussen te bedenken wat ík dan ben van J. terwijl hij op hetzelfde moment met bedenkelijke blik naar mijn zoon kijkt. 'Ben ik dan een halfneef van J. omdat hij ook een halfbroer van mijn nichtjes is?' De tafel kauwt even op het woordje half terwijl de halve neven elkaar beteuterd aankijken. 

Achtereenvolgens proberen we uit te leggen dat je 'achter' bent als de moeder van je neef de nicht van jouw moeder is. Dat zij dan geen tante is maar een achternicht. En dat M. dus zowel een achternichtje is van J. als van zijn moeder. Ook praten we over aangetrouwd en vertrouwd. En dat stief geen bloed is en dat er bloed nodig is voor half. Maar dat de liefde zich over het algemeen er weinig van aantrekt. 

Het regent kwartjes terwijl vaderskanten en moederskanten worden ontward, maar niet alles valt op zijn plek. Soms zijn er geen woorden voor banden die we wel voelen. Door gedeelde herinneringen, alle vakanties die we samen doorbrachten en vertrouwd zijn met elkaars mooie en mindere kanten. 'Jij voelt als mijn tante', vertrouwt oudste W. toe ook al ben je dat niet echt. Dat W. en ik ons al zussen voelen sinds we elkaar leerden kennen op ons 18e heeft hier vast mee te maken. En lief mag wat J. betreft zijn oom-rechten houden. We vervangen de halfjes en de stiefs en de achters voor vol en I. noemt ons haar gevonden familie. Aanwaai, maken we er lachend van.

Buiten klaart  het op. De tent kan weer open en de kinderen naar buiten. Dan steekt J. zijn hoofd nog even naar binnen voor een laatste vraag: 'Familie kies je toch eigenlijk?' Voordat ik antwoord kan geven, is hij alweer weg om  achter zijn neefjes en nichtjes aan te jagen op het natte gras.

Ik lach, knik en tel. 


Verhuisbericht

Mijn blog is verhuisd naar dagelijksedingen.blog Zie ik je daar?