maandag 31 december 2018

Dag 2018!

Rituelen, ik houd ervan. Goede voornemens maken met vriendin D. vlak voor het nieuwe jaar begint. Sterretjes kopen om af te steken wanneer de klok 12 uur slaat. Het nieuwe jaar beginnen met Happy New Year van ABBA. De bollen en flappen alvast op een grote schaal leggen. Kaarsjes aansteken en een blog schrijven. De laatste van het jaar. Dag 2018! Maar voordat we echt dag zeggen wil ik je nog even overdenken. Was je een goed jaar? Wat bracht je? Was je verwarrend,  groots,  gewoon of iets anders?

Ik blader door mijn papieren agenda omdat hoofd geen talent heeft voor archiveren op chronologische volgorde. Ik lach als ik denk aan hoe we je inluidden vorig jaar. Met karaoke en een confettibom, waar vrienden A. en S. de rest van het jaar nog aan herinnerd werden. Blader. De onverwachte trip naar Parijs met vriendin A. Gewoon omdat. Blader. Naar Aarhus met het gezin en naar betoverend Bretagne. Blader. We vierden feestjes, het leven en de liefde. Groots en soms klein, gepland en soms onverwacht. Blader. Limburg. Blader. Mijn schoonouders vijfenvijftig jaar getrouwd. Blader. Lief en ik een dappere zes jaar. Blader. Jongste alweer 8. Blader. Oudste alweer 16. Op de valreep. Middelste bijna 13. Echt!

Wat holt de tijd, ik dacht het vaak dit jaar. Ik probeerde het vast te houden door het op te schrijven. Middelste naar de middelbare. De leukste school van Amsterdam maar toch... Het wende, de wekker, het fietsen, het huiswerk. Net als de overgang van 3 om 4 naar week om week wende. Wat anders is, wordt gewoon. Toch?

2018 was een jaar met een droom. Die ik achterna jaagde met een papieren netje. De wind waaide hard. Ik nam verlof van mijn werk. Een adempauze. Heel even. Meer gedachten dan ik in werkelijkheid gieten kon. Een draai die zoek was. Sneeuwschuiven. Bevroren schouder. Bevroren. Wiebelig. Niet erg. Want ik blijf dromen van dromen die blijven.

En de wereld? Nog steeds ingewikkeld. Want waarom...? En waarom niet...? Zoveel dat me tegen staat. Brullende wereldleiders die deze naam niet verdienen. Hebzucht. De hang naar meer ten koste van zovelen. Gelukkig ook een tegengeluid. De Correspondent. Het Basisinkomen. Een Donuteconomie. Hear hear! In 2015 schreef ik:

"Vaak zou ik willen dat de wereld kleiner was. Dat we het ophakken in kleine stukjes en we binnen die kleine stukjes weer voor elkaar gaan zorgen. Verantwoordelijkheid nemen voor wat we doen en wat we niet doen en daar ook anderen op mogen aanspreken. Een mini-economie. Een mini-samenleving. Mini-uitdagingen en mini-problemen. Kapitalisme wordt minimalisme. We adopteren allemaal iemand om over te waken. Buiten familie en vrienden om."

Vandaag wil ik dat nog steeds. Tegelijkertijd hebben we het meer dan goed. Maar het mag duurzamer. Bewuster. Less is more. Ik probeer het. Met vallen, opstaan en smokkelen soms. Toch ontdek ik dat het waar is. Dus gaat het voornemen mee naar mijn lijstje voor het nieuwe jaar...

2019. Wat heb ik veel zin in je. Normaal gesproken blijf ik graag nog even hangen in de bubbel van Kerst. Waarin niet zoveel hoeft, behalve elkaar en lekker eten bij voordelig licht. Maar dit jaar ben ik ongeduldig. Ik wil met mijn neus in de wind, ook als ik hem tegen heb. Hoofd laten wapperen. Ballen weer in de doos en ander glanzends uitpakken. Ik ben nieuwsgierig en vind het spannend. Leuk spannend zoals kleine man het noemt als hij wakker ligt voor iets waar hij zin in heeft.

Hopelijk heb jij ook veel zin in het nieuwe jaar en kijk je terug op een jaar dat je graag wilt onthouden. En als niet, dan is dat ook niet erg. Het is pas zinloos als je het niet meer probeert, zoals Thomas Acda me gisteren vertelde in het theater. Dus gewoon weer proberen. Dat wat beter kan. Of anders. Het is nooit te laat en nooit te vroeg. Fijn toch.

Dus droom, dans, val, sta weer op, balanceer, lach, kus, be kind en heb lief, jezelf, de ander en het leven. In al haar volmaakte onvolmaaktheid. Het is de moeite waard.


Dus kom je vanavond vuurwerk maken? (Loesje)

zondag 23 december 2018

Spijt, altijd nog een beetje.

Ik wil een blog, roept lief vanaf de luie bank. Of eigenlijk meer lui lief vanaf de bank. Want onze bank is niet zo heel lui. Wel mooi, hoewel meer gehavend mooi aangezien onze kat - beetje te zwaar en daarom vaak op dieet en daarom weer uit haar humeur - haar nagels scherpt aan de randen. Gehavend mooie bank verving ooit onze luie bank. Waar ik soms nog stiekem naar terug kan verlangen. Omdat we daar met het hele gezin zonder moeite op pasten en dan kon er nog makkelijk iemand bij. Omdat je daar zo heerlijk op kon ploffen. Omdat kleine man als baby precies paste op het bijbehorende kussen en kat tijdens zijn dutje daarop dan als een sfinx de wacht hield. Nagels netjes ingetrokken. Omdat oudste daar wel drie koprollen op kon doen, vanaf de hoek naar de armleuning. Omdat middelste daar het lezen ontdekte, met haar vingers de regels volgend. Omdat lief en ik daarop...

Maar oude bank was moe. Hij had al veel gezien en meegemaakt. Lief en ik kochten hem toen we nog maar net verliefd waren. Onze eerste gezamenlijke aankoop. Een samengesteld gezin, een baby en een paar jaar later was bank uitgeblust. Van al het stoeien, dutten, koprollen en ploffen. Elke week klopte N. de kussens weer stevig, maar als ons gezin aan het einde van de dag thuis kwam, lieten ze hun hoofden alweer hangen. Wanneer de oma's eenmaal zaten in de bank, kwamen ze er nooit meer uit zonder hulp, mopperden ze. Dus...

Dus spijt, altijd nog een beetje. Stijlvoller is niet per se gezelliger heb ik ervan geleerd. Terwijl ik sokken aantrek omdat blote voeten statisch worden op de nieuwe. Ik trek ze onder mijn billen, maar niet zo lekker als op de oude waarin billen en voeten in een holletje vielen. Een holletje voor mij en een holletje voor lief, zichtbaar ook als we niet op de bank zaten.

Geen oude schoenen weg doen voordat je nieuwe hebt, luidt het gezegde. Hoezo? Neem van mij aan, geen oude schoenen weg doen als ze nog heerlijk zitten!




maandag 17 december 2018

Tussenstop

Ken je dat gevoel, dat je in een trein zit? De intercity, die je snel en efficiënt van punt A naar punt B brengt. Elke dag hetzelfde traject en precies dezelfde tijd. Je kijkt door het raam naar buiten maar door de snelheid zie je weinig meer dan vage contouren.  Van huizen, van mensen, van bomen. Soms mindert de trein even snelheid, als je langs een klein perronnetje komt. Daar staat altijd een bankje. Met daarboven een bordje met de naam van een Italiaans of Frans dorpje. Fijn, denk je, om daar even te zitten. Maar de trein raast alweer verder en de contouren van het bankje vervagen.

Dat gevoel had ik. Al een tijdje. En ik ging twijfelen of ik wel in de goede trein zat. Naar de juiste bestemming. Hoofd knikte verstandig van wel, maar hart maakte iedere keer een sprongetje. Bij dat perronnetje. Bij dat bankje. Opstandig. Verlangend. Verdrietig. Want zou het niet fijn zijn... Met mijn neus tegen het raam had ik een mooie oude boom naast het bankje ontdekt. Zijn takken ruisten en wenkten. De snelheid van de trein vervaagden mijn gedachten. Tot...

Ik bracht de trein met een schok tot stilstand. Omdat ik niet anders kon. Au! Ik stootte mijn hoofd aan het bagagerek maar aarzelde niet en stapte uit. Op dat perronnetje. En nu zit ik op dat bankje. Italiaans of Frans dorpje staat er boven mijn hoofd. Ik heb het nog niet gelezen omdat ik met mijn ogen dicht eerst de rust wil voelen. Het regent maar dat is niet erg. De boom buigt zich over me heen en fluistert dat ik niet van suiker ben. Ik grinnik en voel de druppels op mijn gezicht. Tranen. "Van zout", fluister ik terug.

Ik neem een tussenstop. Hier op dit perronnetje. Hier op dit bankje. En het is goed, verontschuldig ik me.


zaterdag 8 december 2018

Een stukje hemel

We zitten in de bioscoop, lief en ik. En omdat het vrijdagochtend is, voelt het alsof we spijbelen. We komen voor Freddy Mercury, muzikale en onvergetelijke held. Op verjaardagen spelen we wel eens het spelletje wie je nog graag zou zien optreden en dan is Queen mijn antwoord. Met Freddy natuurlijk. Voordat het licht uitgaat in de zaal, wrijft lief me nog maar eens in dat hij ze live heeft gezien. In 1986. "Toen de lucht nog schoon en de seks nog vies was", grap ik. Maar dan begint de film en meteen al goed als de gitaar van Brian May klinkt in de 20th Century Fox intro. "Die bouwde hij dus zelf, die gitaar", fluistert Wikipedia-lief in mijn oor. "En daarom herken je het altijd." Ik pak zijn hand vast en daar gaan we. Ruim twee uur lang worden we ondergedompeld in het verhaal van Queen en geloven we voor even dat Freddy still alive and kicking is.

De hoofdrolspeler zet een extravagante en tegelijkertijd bescheiden en lieve man neer, die één ding zeker wist, dat hij een performer was. Hij was op de wereld om het publiek a piece of heaven te geven. En dat heeft hij gedaan. On stage voor wie het heeft mogen meemaken. En nog altijd met zijn muziek. Met hun muziek. Want Queen bracht vier talenten bij elkaar die het beste in elkaar naar boven brachten. A family, zoals ze het zelf noemden, die altijd met elkaar verbonden bleven ondanks de gekte die roem met zich meebrengt.

Queen maakte muziek voor degenen die er niet bij hoorden. Omdat zij er niet bij hoorden. De wereld ging ervoor door de knieën, wat zegt dat. En nog steeds. Als de film is afgelopen, willen we nog even in het donker blijven. "Had jij ook steeds kippenvel?", vraag ik. Lief knikt, "en drie keer tranen".

Dat is wat muziek doet. Het laat je een stukje van de hemel zien. 's Avonds horen we dat Radio 2 de top 2000 van 2018 bekend heeft gemaakt.  Bohemian Rhapsody met stip...  wat anders. Denk jij bij dit nummer ook altijd dat je kunt zingen?


PS. Zien dus die film!

donderdag 6 december 2018

Floris Nightingale

Terwijl ik met mijn nieuwe en vlijmscherpe mes een komkommer wil fileren, schiet ik uit en fileer mijn pink. Au! denk ik terwijl ik nog geen pijn voel. Pink is waarschijnlijk in shock en kleurt dieprood. Terwijl ik kindvriendelijk -  ik ben alleen met grote kleine man - vloek, spoed ik me naar de badkamer boven. Daar liggen pleisters hoop ik. Maar voordat ik kan zoeken moet mijn pink onder de koude kraan tegen het bloeden.

Terwijl de witte wasbak rood kleurt, hoor ik van beneden: "Gaat het mama?"
Wat lief, denk ik nog en ik roep terug dat het gaat.
"Oké."

Maar het gaat niet. Pink blijft bloeden en ik bedenk of dat wiebelige en losse kapje dat een beetje blauw lijkt, vanzelf weer vast komt te zitten. Uiteindelijk. Eerst maar een pleister. Ik kan kiezen uit Ice Age of Buurman en Buurman. Grappig, normaal gesproken, maar het bloeden houdt maar niet op.

"Wil jij papa even bellen?", roep ik naar beneden.
"Waarohom?", roept mijn redder in nood terug terwijl ik hem geen aanstalten hoor maken.
"Bel nou maar even."
"Oke" en hij komt naar boven en geeft om het hoekje mijn telefoon aan. Mijn tere zieltje loopt liever geen onnodig risico door naar dingen te kijken die hij liever niet had willen zien.

Terwijl manlief me naar zijn vader verwijst die ooit een cursus EHBO volgde, is kleine man 'm alweer gepeerd. Ik hoor hoe hij beneden een nieuwe Duck van de stapel pakt. Het bloeden is nog steeds niet gestopt en mijn pink begint net als ik wit weg te trekken.

"Dichtknijpen en onder de koude kraan houden, dan stopt het bloeden vanzelf. En anders kom ik naar je toe en gaan we naar de Eerste Hulp." Ik grinnik en beloof mijn schoonvader dat het goed komt. Op pakjesavond naar de Eerste Hulp, dan eet ik nog liever mijn pink op.

Het duurt even, maar uiteindelijk stopt het ergste bloeden en kan ik pink afplakken met vier pleisters met vrolijke plaatjes. Wat je niet ziet is er ook niet. Adem in, adem uit. Nadat ik de rommel heb opgeruimd, blijft het beneden verdacht stil.

"Het gaat hier goed hoor", roep ik naar beneden en vraag me af of jongetjes van acht cynisme kennen.
"Oké" is het troostende antwoord, maar hij laat zich niet zien.

Eenmaal beneden kijkt mijn zoon niet op of om van zijn Duck. Ik wilde zo graag dat hij weer eens ging lezen, bedenk ik grinnikend. Toch kan ik het niet laten.

"Moest je niet even naar boven komen om mama te helpen?"
"Waarohom?"

Ja, waarom. Ik redde me toch en kijk beteuterd naar mijn beplakte pink. "Wat had je gedaan als ik flauw was gevallen?", overdrijf ik. "Dan had ik 112 gebeld", zegt de wijsneus terwijl hij nog steeds niet opkijkt van zijn strip. "Ja, als je had ontdekt dat ik van mijn stokje was gegaan", mompel ik tegen niemand in het bijzonder.

Ik smijt vlijmscherp mes in een diepe la en denk dat het zorgzame karakter van zijn vader en opa vast weer ergens in onze stamboom zal opduiken. Deze loot hier heeft het zorgzame helaas van zijn moeder.

"Wil jij nog iets drinken, Floris Nightingale?"
"Oké".

dinsdag 4 december 2018

Mijn lief

Je was 17 toen ik je leerde kennen. Je had de mooiste bruine ogen die ik ooit had gezien. Op de afdeling schrijfwaren van de V&D begonnen we te praten en hielden niet meer op. Onze vriendschap was onvermijdelijk. Je maakte me aan het lachen, met je schuine blik en standje keet. De wereld aan onze voeten. We zagen oneindig veel films, bleven hangen in de kroeg, schreven brieven aan elkaar en hingen uren aan de telefoon. Schijnbaar onverschrokken zag ik vooral hoe lief je was. Over de liefde dachten we niet na, want beste vrienden zoenen niet. Ja, met een ander, waardoor onze vriendschap na zoveel onvergetelijke jaren naar de achtergrond verdween.

18 jaar deed ik het zonder jou. Na een jaar van tranen had ik je weggestopt.  Een dierbare herinnering met een scherp randje. Een onverwacht bericht maakte dat ik naar je op zoek ging. We vonden elkaar op de dag dat jij weer opnieuw wilde beginnen. Toeval? Wij denken beter te weten.

Je was 39 toen je weer in mijn leven kwam. Je bruine ogen nog net zo mooi als ik me herinnerde. Onze vriendschap leek niet te zijn opgehouden in de jaren dat we even niet op elkaar hadden gelet. We begonnen weer met praten en hielden niet meer op. Je maakte me aan het lachen, alweer of nog steeds met je schuine blik en standje keet. Een halve wereld minstens aan onze voeten. De liefde was onvermijdelijk. Deze keer. Want It Has Always Been You.

Je was 41 toen je voor de 3e keer vader werd en van mij een stiefmoeder en moeder maakte. All you need is love toch zeker. En een huisje en een beestje, Hatsjoe! Domweg gelukkig in de vinex. Af en toe kneep ik in je arm. Dan lachte jij je aanstekelijke lach. Want hoewel we de bioscoop niet meer zo vaak van binnen zagen en ook al een tijd niet meer in de kroeg waren blijven hangen, bleek de keukentafel een goed alternatief. En bellen, dat deden we nog steeds. Zonder snoer, zoveel jaren later, maar wel elke ochtend. Onderweg van A naar B en dan weer naar C. Het maakt de liefde niet zoveel uit.

Je was 42 toen je "Ja, ik wil" tegen me zei ten overstaan van onze kinderen, familie en vrienden in een klein kerkje in Amsterdam Noord. Ik keek diep in je bruine ogen en wilde ook. Ja! Hoewel ik het eerste jaar een glimlach niet kon onderdrukken als ik over je sprak als 'mijn man'. Wat leken we met zevenmijlslaarzen door ons leven gelopen. Ons hart achterna maar diep van binnen soms nog die jongen en dat meisje van de V&D. Van beste vrienden naar geliefden naar man en vrouw. Wie had dat gedacht?

Vandaag ben je 49. Ik kan het bijna niet geloven. Ik breng je ontbijt op bed en een boekje met 49 redenen waarom ik van je hou. Ze stonden in een kwartiertje op papier. Terwijl je mijn handschrift probeert te ontcijferen, houd je je hoofd schuin. Standje keet? Ik lach en hoop dat wij onvermijdelijk blijven.

Alweer een stukje minder wereld aan onze voeten, maar wat is ie mooi.

Wat ben jij mooi. Mijn lief. Toen en nu. Nog en voor altijd.

Verhuisbericht

Mijn blog is verhuisd naar dagelijksedingen.blog Zie ik je daar?