Ben je stressbestendig? Had mij die vraag voor de vakantie gesteld en ik had zonder veel aarzelen bevestigend geantwoord. Best wel! Denkend aan al die situaties in mijn leven dat ik het hoofd koel hield, de humor ervan in zag (of probeerde), niet begon te gillen (of heel zachtjes), gewoon bleef ademen. Maar dat is verleden tijd.
Voor de autopech, maar vooral voor de takelwagen.
Na drie heerlijke weken vakantie begonnen manlief en ik vrijdagavond aan de terugreis naar Nederland. Het kroost achterin, verscholen onder kussens en achter bewegende schermpjes. Manlief achter het stuur, nadenkend over mijn vakantievragen: wat was het leukste, het stomste, het lekkerste, het mooiste, het Italiaanste? TomTom gaf de tijd aan: 21.00 uur en beloofde dat we om 9.15 uur thuis zouden zijn. Lekker vroeg, dacht ik nog, toen de auto een onaangenaam geluid maakte en begon te schokken. De kilometerteller liep terug naar 90 en schakelen lukte niet meer. Terwijl ik met grote ogen naar manlief keek, keek manlief naar een afbeelding op zijn dashboard. "We rijden nu op de veilige modus omdat er iets kapot is gegaan", verklaarde de (zeer bruine) man naast me. "Dat wordt met 90 kilometer per uur naar Nederland rijden." "Oke", zei ik hardop en rekende uit hoeveel uren extra dat zou kosten. "Gelukkig kleurt de afbeelding niet rood, want dan is het echt foute boel", wist de man die ik vanmiddag nog van mijn ijsje had laten proeven mede te delen. Toen weer dat geluid, schokken en een kilometerteller die langzaam achteruit liep. Vanuit mijn rechterooghoek een SOS-sein. "Hier, stoppen, NU." De auto was het ermee eens en slaakte zijn laatste zucht om vervolgens aan zijn vakantie te beginnen. Achterin keek ons kroost onverstoorbaar naar K3.
"Eerst maar eens zien waar we zijn", opperde ik dapper, terwijl ik iets anders dacht. "Dan bel ik de leasemaatschappij", zei manlief, terwijl hij iets anders dacht. En terwijl ik met het lampje van mijn iphone de tekst op het SOS-sein probeerde te lezen, vloekte ik voor twee. De voorbijrazende auto's gaven geen sjoege. Er prikte iets in mijn enkel. Brrrr. "Geen locatie, alleen twee knoppen. Een voor een ambulance en een voor een takelwagen. Allebei maar doen?" Lief was inmiddels druk aan het bellen en volgens het boekje ging ik met de kinderen achter de vangrail zitten. Sterren kijken dan maar, in de hoop dat er eentje zou vallen. En terwijl ik ze alledrie stevig vasthield, deed ik mijn eerste onderhandelingswens (je weet wel, zo'n wens van als... dan beloof ik...). Als we maar veilig de snelweg af komen (dan zal ik verder niet meer mopperen) Als er maar niemand stopt met slechte bedoelingen (dan zal ik voortaan het volste vertrouwen hebben in de mensheid). Uiteindelijk kwam er redding om 12 uur. De koets veranderde in een takelwagen en de fee was een onverschillige Italiaan die net zijn rijbewijs had gehaald en was gezakt voor het examenvak Engels.
"Hij zal toch niet", dacht ik. En terwijl ik met mijn mond vol tanden stond, takelde hij de auto met ons er nog in op de wagen. We pasten inderdaad niet in de takelwagen zelf, kon ik zien vanuit mijn nieuwe positie hoog op de weg. Slik. "Daar gaan we lief, langzaam op de vluchtstrook, toch?!" Achterin was een nieuwe film begonnen en kleine man zat op mijn schoot om Takel van dichtbij te kunnen zien. "Waarom gaat hij niet achteruit mama?" "Mama weet het niet, lief." En mama weet ook niet zo goed waarom Takel zo graag plankgas wil rijden en iedereen wil inhalen. Naast me nu ook een slik. "Hij gaat wel erg hard", constateerde de man die vanmorgen nog zo heerlijk baantjes had getrokken in ons zwembad.
En toen gebeurde het. Terwijl mijn hoofd zei het koel te houden (voor de kinderen!), deed mijn adem niet mee. Stille tranen biggelden op Job zijn hoofd. Wat was ik bang. Het hoofd naast me bleef koel en pakte mijn hand. Ik probeerde in gedachten na te gaan hoeveel krantenartikelen ik ooit had gelezen over gezinnen die om waren gekomen in een Italiaanse takelwagen.
Je hebt het vast al geraden. We hebben het overleefd. Hoe het met de auto gaat weten we nog niet, die staat nog in Italië met een deel van onze spullen. Wij zijn lekker teruggevlogen zondagochtend met het hele gezin. Heerlijk! Gedoe? Welnee. Mij hoor je niet klagen hoor. Dat heb ik namelijk beloofd...
Kleine man weet het zeker: de echte Takel is veel leuker. Echt wel!