Het jaar bijna voorbij. We doen een rondje in het café waar we met vrienden zitten. Was het goed of niet. In gedachten tellen we het jaar terug. De moeilijke momenten. De lichte. De vakanties waarin we even helemaal niets. Hoe groot de kinderen. Hoe snel de tijd. Niemand heeft het over het klimaat, de protesten en de groeiende ongelijkheid. Eigen sores en geluk boven de verwarring in de wereld. Struisvogelpolitiek of gewoon gezegend dat het kan? Ik denk het laatste.
Het afgelopen jaar was een goed jaar voor mij. Ik besef het pas nu ik erop terug kijk. Als je het me eerder had gevraagd, had ik waarschijnlijk andere woorden gebruikt. Verwarrend. Ingewikkeld. Ongewis. Hoofd dat niet op hart durfde te vertrouwen. Koudwatervrees maar toch. Soms is het genoeg te weten wat je niet meer wil. En dan nog. Knopen werden doorgehakt. Gelukkig want ik bleek meer gebakken dan goed voor me was. Ik haalde mijn hakken uit het zand en sprong. Een halve wereld aan mijn voeten. Ruimte weer in mijn hoofd. Ruimte weer om te schrijven. Ruimte weer om te dromen. De allerliefsten zagen de blik in mijn ogen veranderen. En ik vertel ze nog maar eens hoeveel. Hoe ik niet zonder. Ze knikken en proberen hun opluchting voor me te verbergen.
Ik kijk terug en besef pas nu dat het me is gelukt. Ik bén uitgestapt op dat kleine perronnetje. Waar altijd een bankje staat. Met daarboven een bordje met de naam van een Italiaans of Frans dorpje. Het is inmiddels opgehouden met regenen. De boom ruist vol vertrouwen. De rust en tijd waren meer dan fijn. Toch pak ik mijn rugzak en sta op. Op zoek naar de treintijden. Een boemeltje bij voorkeur. Maar wie weet.
En jij? Had je een goed jaar of niet of iets ertussenin? Hopelijk het eerste en anders, wees niet bang, zoals Freek de Jonge zo mooi onder woorden heeft gebracht:
wees niet bang je mag opnieuw beginnen
vastberaden doelgericht of aarzelend op de tast
houd je aan regels volg je eigen zinnen
laat die hand maar los of pak er juist een vast
wees niet bang voor al te grote dromen
ga als je het zeker weet en als je aarzelt wacht
hoe ijdel zijn de dingen die je je hebt voorgenomen
het mooiste overkomt je het minste is bedacht
En ik. Ik wens je meer lichte dan moeilijke momenten. Maak plezier. Koester de wereld op jouw manier en vergeet zo nu en dan het nieuws te volgen. Vertrouw op anderen en op jezelf. De antwoorden komen meestal vanzelf. Je hoeft alleen maar de juiste vragen te stellen. Wees dapper. Be kind. En heb lief. Want daar komt het wel op neer.
Over de liefde en mijn liefsten. Over mijn hoofd en mijn hart. Over koffie en brieven. Over chasing dreams. Over gewone dingen die buitengewoon zijn. En over kindness, kussen en kniesoren.
dinsdag 31 december 2019
maandag 23 december 2019
De liefste
Terwijl haar krullen springen, staat haar gezicht op standje heus niet. Bijna 14 en het puberen op de loer. Dus zegt ze B op mijn A en kijkt me ondoorgrondelijk aan als ik probeer uit te vissen wat er achter haar blik schuilt. Wanneer ik het probeer in te vullen, krijg ik meestal een 'nee hoor' of een 'helemaal niet', wat ze kan zeggen als geen ander in ons gezin. Ik denk aan toen ze klein was en ook als de beste kon zuchten als er iets niet ging zoals ze wilde: 'uhuaaa'. Een oerzucht die we er lang in hebben gehouden. Tot haar grote plezier. Maar als we nu oefenen op de juiste klemtoon van de 'hélemaal niet', krijgen we een opgetrokken wenkbrauw.
Waar haar kleine broertje en grote zus de oren van onze hoofden kletsen, is middelste zuinig met haar woorden. Ze is graag alleen met haar gedachten. Dan zijn we haar zomaar een tijdje kwijt als ze even naar boven is om iets te pakken. Meestal zit ze dan in haar kamer te mijmeren op haar stoel. Haar lange benen opgekruld en geklemd tussen haar lange armen. De tijd vergeten. Gewoon. Meer mindful dan middelste ken ik ze niet. Ik probeer van haar te leren maar wordt meestal pijnlijk geconfronteerd met mijn ongeduld. Waarom, hoor ik haar denken maar ze zegt het niet. Ze trekt een gek gezicht want dat kan ze als de beste. Ik lach en zie weer een flits van het kleine meisje dat zo mijn hart in wandelde. De krullenbol met haar onvoorwaardelijke vertrouwen waar ik zo vaak om heb moeten lachen. Nog steeds kan ze onverwacht grappig en origineel uit de hoek komen. De wereld door haar ogen. Geen ruimte voor onrecht en gedoe. Als het aan haar zou liggen. Meelopen doet ze niet. Met niemand. En niet alleen omdat ze net even staat te dromen.
Ik vind haar stoer, deze puber in de dop. Het meisje dat vroeger altijd net één stap achter de rest van het gezin aan hobbelde. Met ontbijt. Met aankleden. Met jas aantrekken. Soms liep ze op haar sokken naar de auto met haar schoenen nog in haar hand. Net op tijd. Maar waarom die haast, zag je haar denken. Tsja, waarom? Het leven wacht ook op je als je niet stipt op tijd bent. Zij is het bewijs als ik haar doordeweeks vroeg naar school zie fietsen waar ze de mooiste cijfers en liefste vriendinnen verzamelt. Op het Winterfeest vlak voor de vakantie danste ze de hele avond.
Bijna 14 en het puberen op de loer. Ik vind het moeilijk, maar weet dat ik meer moet loslaten. Gewoon vertrouwen maar. Dat het goed zit. Met haar. Tussen ons. Ook als ze niet vertelt en ik haar probeer te vinden onder haar ondoorgrondelijke blik. Bij het onderstoppen bespreken we nog steeds de vraag van de dag. Ik met een filosofische blik, volgens haar en zij met haar eigen blik. Soms lezen we onze antwoorden van een paar jaar geleden, dan lijkt het ook haar te verbazen hoe groot ze al is. Ze lacht om haar jongere ik.
Ik zucht een zacht verlangen en hoop dat ze me niet hoort. Zuchten is nu aan haar.
Ik vind haar stoer, deze puber in de dop. Het meisje dat vroeger altijd net één stap achter de rest van het gezin aan hobbelde. Met ontbijt. Met aankleden. Met jas aantrekken. Soms liep ze op haar sokken naar de auto met haar schoenen nog in haar hand. Net op tijd. Maar waarom die haast, zag je haar denken. Tsja, waarom? Het leven wacht ook op je als je niet stipt op tijd bent. Zij is het bewijs als ik haar doordeweeks vroeg naar school zie fietsen waar ze de mooiste cijfers en liefste vriendinnen verzamelt. Op het Winterfeest vlak voor de vakantie danste ze de hele avond.
Bijna 14 en het puberen op de loer. Ik vind het moeilijk, maar weet dat ik meer moet loslaten. Gewoon vertrouwen maar. Dat het goed zit. Met haar. Tussen ons. Ook als ze niet vertelt en ik haar probeer te vinden onder haar ondoorgrondelijke blik. Bij het onderstoppen bespreken we nog steeds de vraag van de dag. Ik met een filosofische blik, volgens haar en zij met haar eigen blik. Soms lezen we onze antwoorden van een paar jaar geleden, dan lijkt het ook haar te verbazen hoe groot ze al is. Ze lacht om haar jongere ik.
Ik zucht een zacht verlangen en hoop dat ze me niet hoort. Zuchten is nu aan haar.
dinsdag 17 december 2019
Het origineel
Ik vroeg het alweer een tijd geleden aan haar. Of ik haar mocht interviewen voor mijn boek over stiefmoederen. "Natuurlijk", aarzelde ze geen moment, terwijl we samen de Avondvierdaagse liepen met haar dochter en mijn zoon. Maar de tijd vloog en het leven kwam tussendoor, tot ik in de herfst weer begon met schrijven. Met zeven hoofdstukken in de steigers, vroeg ik het haar opnieuw. "Natuurlijk", aarzelde ze geen moment. Ze maakte twee vrijdagmiddagen vrij en aan de keukentafel in haar vroegere huis keken we elkaar verwachtingsvol aan.
Een beetje lacherig bekenden we dat we het toch wel spannend vonden. Want ook al doen we het al elf jaar, niet eerder gingen we er zo voor zitten om over het co-ouderschap te praten. Over hoe het voor haar is om de zorg voor haar dochters met een stiefmoeder te delen. Hoe ze vindt dat we het doen, hoe ze vindt dat ik het doe en hoe het voor haar is om naast een moeder ook een stiefmoeder te zijn. Ons gesprek schiet alle kanten op en voor we het weten hebben we het uitgebreid over oudste. Interviewen is een vak dat ik duidelijk nog niet onder de knie heb. En misschien komt het ook wel omdat we dit nooit doen, zo samen zonder afleiding. Gelukkig heb ik vragen voorbereid en ik begin.
N. is openhartig en eerlijk en ik durf ook de wat moeilijkere vragen te stellen. Het gesprek gaat nog steeds alle kanten op maar er is ook een voorzichtige rode draad die ik langzaam ontdek als ik later onze gesprekken terugluister. Met ergernis, want waarom praat ík zoveel? Met ontroering, want ik hoor dingen die ik nog niet wist. Met bewondering, om haar wijsheid in alle roerigheid. Voorzichtig zoekt ze haar woorden soms. Ze heeft duidelijk door de jaren heen veel over dingen nagedacht en gezocht toen het plaatje in haar hoofd anders uitpakte. Ze raakte veel kwijt, maar niet zichzelf. Haar houvast en leidraad waren altijd haar dochters.
Hoewel ik haar door de jaren heen heb leren kennen, krijgt mijn beeld van haar meer diepte. Ik voel mijn wangen gloeien als ze me bedankt voor wie ik ben en wil zijn voor de meiden. Een vraag die ik bijna niet had durven stellen. En ik beken dat ik nog weleens wil worstelen. Dan vind ik mezelf wel lief maar niet het origineel. Het origineel lacht. Ze herkent het wel als stiefmoeder. En als moeder? Weer die aanstekelijke lach: Er is toch ook maar één origineel." Ik moet nu ook lachen. Ze heeft gelijk.
Wat boffen mijn meiden met hun origineel. En ik trouwens ook.
Een beetje lacherig bekenden we dat we het toch wel spannend vonden. Want ook al doen we het al elf jaar, niet eerder gingen we er zo voor zitten om over het co-ouderschap te praten. Over hoe het voor haar is om de zorg voor haar dochters met een stiefmoeder te delen. Hoe ze vindt dat we het doen, hoe ze vindt dat ik het doe en hoe het voor haar is om naast een moeder ook een stiefmoeder te zijn. Ons gesprek schiet alle kanten op en voor we het weten hebben we het uitgebreid over oudste. Interviewen is een vak dat ik duidelijk nog niet onder de knie heb. En misschien komt het ook wel omdat we dit nooit doen, zo samen zonder afleiding. Gelukkig heb ik vragen voorbereid en ik begin.
N. is openhartig en eerlijk en ik durf ook de wat moeilijkere vragen te stellen. Het gesprek gaat nog steeds alle kanten op maar er is ook een voorzichtige rode draad die ik langzaam ontdek als ik later onze gesprekken terugluister. Met ergernis, want waarom praat ík zoveel? Met ontroering, want ik hoor dingen die ik nog niet wist. Met bewondering, om haar wijsheid in alle roerigheid. Voorzichtig zoekt ze haar woorden soms. Ze heeft duidelijk door de jaren heen veel over dingen nagedacht en gezocht toen het plaatje in haar hoofd anders uitpakte. Ze raakte veel kwijt, maar niet zichzelf. Haar houvast en leidraad waren altijd haar dochters.
Hoewel ik haar door de jaren heen heb leren kennen, krijgt mijn beeld van haar meer diepte. Ik voel mijn wangen gloeien als ze me bedankt voor wie ik ben en wil zijn voor de meiden. Een vraag die ik bijna niet had durven stellen. En ik beken dat ik nog weleens wil worstelen. Dan vind ik mezelf wel lief maar niet het origineel. Het origineel lacht. Ze herkent het wel als stiefmoeder. En als moeder? Weer die aanstekelijke lach: Er is toch ook maar één origineel." Ik moet nu ook lachen. Ze heeft gelijk.
Wat boffen mijn meiden met hun origineel. En ik trouwens ook.
woensdag 4 december 2019
Lief
Knijp in mijn arm lief want je bent 50 vandaag. Vijf-tig! Het maakt op jou geen indruk. Voor altijd jong ook al vertelt de buitenkant een ander verhaal. Wat grijzer, wat kaler, wat vermoeider dan die eerste keer dat ik je zag. Toen was je 17 jaar. En nu heb je een dochter van bijna 17, over krap vier weken knijpen we in elkaars arm. Tijd vliegt, maar wat valt er veel te beleven onderweg. En wat hebben we een voorpret gehad toen vriendin T. vorig jaar op jouw verjaardag een app-groepje aanmaakte met de voorbode 'Sjaak 50'. De man die sinds zijn 18e zijn verjaardag niet meer viert, dacht er ook deze keer aan te ontkomen. Geen verrassingen, want dat had je al lang doorgehad, vertelde je me gisteravond nog terwijl ik mijn meest neutrale blik keek. Een paar minuten later ging de bel. Jouw verbazing en daaropvolgende lach? Priceless. En de stoet mensen die met feesthoedjes op hun hoofden ons huis binnen marcheerde, zingend en lachend. Nog iets meer. Je krijgt wat je verdient, lief. Van baksteen, maar wij weten toch beter. Dus knalde de champagne om 12 uur én de confetti-bom van vriendin W. We proosten en het Spotify-lijstje dat we voor je maakten ging op volume buren-ruzie: Nothing Else Matters.
maandag 25 november 2019
Piet Hein en Jan Steen
Dit weekend vielen er wat kwartjes. Allereerst dat ons huishouden uit meer dan vijf personen bestaat: naast lief, onze drie bloedjes van kinderen en ikzelf, woont Jan Steen bij ons in. Ik ben bang dat ik hem heb meegenomen toen ik van mijn driehoog achter in de Amsterdamse Jordaan naar de Vinex in Amsterdam Noord verhuisde. Maar hij woonde ook al in mijn ouderlijk huis, ik hoor het mijn moeder nog zeggen.
Het maakt dus niet uit - en dat was het tweede kwartje - hoe stijlvol ik mijn huis probeer in te richten, hoe smaakvol mijn borden op Pinterest, hoezeer ik ook schuif, mix of match. Er slingeren altijd spullen (speelgoed, boeken, tijdschriften, haarspeldjes, plakband, sokken); Er staat meestal en minimaal één wasmand annex vouwmand in een hoek; De kussens voor óp de bank liggen meestal naast de bank (die zijn namelijk prima te gebruiken als fort, spring- of surfplank). Onder de bank uit piept een voetbaltafelspel (dat we dus nergens anders kwijt kunnen vanwege de grootte). Het design én duurzaam geknoopte vloerkleed ligt of scheef of gerimpeld. Het zelfgemaakte bureautje is scheefgezakt omdat ik het advies van mijn vader in de wind sloeg. Onder datzelfde bureautje lacht de kluwen stekkers me dagelijks uit. De zwarte kast ernaast gaat niet goed dicht. Onze tafel was mijn eerste aankoop ooit en dat kun je zien en ook de lamp die ik kocht toen ik op mezelf ging wonen, is gebleven. Er hangen twee zelfgemaakte slingers en een knutselwerk van kleine man aan.
Bij het raam staat de stoel van mijn oma en daar zit Jan Steen. Hij heeft zijn schoenen niet bij de voordeur uitgetrokken en zijn kop koffie laat een kring achter op het kleine tafeltje naast de stoel. Hij heeft plezier. En ik? Ik moet het los laten. Dat was het derde kwartje, dat niet zozeer viel, maar dat ik er nog steeds probeer doorheen te duwen. Hij klemt een beetje. Ik troost mezelf dat ik heus stijl heb. Iets met eigen ervoor.
Van mijn huisgenoten moet ik het ook niet hebben. Lief zou het liefst in een witte kubus wonen met meubels die aan de muur zweven en tot die tijd heeft hij het los gelaten. De meiden maakt het niks uit, gezien het slakkenspoor dat ze dagelijks achterlaten tussen gemeenschappelijke ruimtes en eigen (zwijnen)stallen. En kleine man? Een zwijntje thuis en op school bouwt hij het meest luxe huis dat je ooit hebt gezien. Voor Piet Hein, een klein uiltje met een eikeltje op zijn hoofd dat met gouden glitters is bestrooid. Aan de muren hangt Gucci en Louis Vuitton (lees de logo's). Het bed heeft een deken van Burberry-ruitjes en in de tuin staat een jacuzzi (met dezelfde gouden glitters als op Piet Hein zijn hoofd). En in de oven ligt de broer van Piet Hein te bakken (tenminste dat was vanmorgen het geval). En wat denk je? Hartstikke netjes dus dat huis. Vanwege de dagelijkse zorg van de Piet Hein-club, waar kleine man trots lid van is en de huishoudster die rondloopt in een schort van Chanel. "Kijk mam, hoe cool ze is", wijst mijn zoon. Ik knik. Buiten de klas aan het prikbord hangt de Piet Hein-krant met artikelen over de belevenissen van de kleine stinkend rijke uil. Ik pak een pen, teken een kader en schrijf:
___________________________________________________________________________
Woonruimte gezocht! Gezellige man met eigen stijl zoekt huis voor onbepaalde tijd. Beloning: jacuzzi met gouden glitters. Mail jouw gouden tip naar JanSteen@home.nl
____________________________________________________________________________
Het maakt dus niet uit - en dat was het tweede kwartje - hoe stijlvol ik mijn huis probeer in te richten, hoe smaakvol mijn borden op Pinterest, hoezeer ik ook schuif, mix of match. Er slingeren altijd spullen (speelgoed, boeken, tijdschriften, haarspeldjes, plakband, sokken); Er staat meestal en minimaal één wasmand annex vouwmand in een hoek; De kussens voor óp de bank liggen meestal naast de bank (die zijn namelijk prima te gebruiken als fort, spring- of surfplank). Onder de bank uit piept een voetbaltafelspel (dat we dus nergens anders kwijt kunnen vanwege de grootte). Het design én duurzaam geknoopte vloerkleed ligt of scheef of gerimpeld. Het zelfgemaakte bureautje is scheefgezakt omdat ik het advies van mijn vader in de wind sloeg. Onder datzelfde bureautje lacht de kluwen stekkers me dagelijks uit. De zwarte kast ernaast gaat niet goed dicht. Onze tafel was mijn eerste aankoop ooit en dat kun je zien en ook de lamp die ik kocht toen ik op mezelf ging wonen, is gebleven. Er hangen twee zelfgemaakte slingers en een knutselwerk van kleine man aan.
Bij het raam staat de stoel van mijn oma en daar zit Jan Steen. Hij heeft zijn schoenen niet bij de voordeur uitgetrokken en zijn kop koffie laat een kring achter op het kleine tafeltje naast de stoel. Hij heeft plezier. En ik? Ik moet het los laten. Dat was het derde kwartje, dat niet zozeer viel, maar dat ik er nog steeds probeer doorheen te duwen. Hij klemt een beetje. Ik troost mezelf dat ik heus stijl heb. Iets met eigen ervoor.
Van mijn huisgenoten moet ik het ook niet hebben. Lief zou het liefst in een witte kubus wonen met meubels die aan de muur zweven en tot die tijd heeft hij het los gelaten. De meiden maakt het niks uit, gezien het slakkenspoor dat ze dagelijks achterlaten tussen gemeenschappelijke ruimtes en eigen (zwijnen)stallen. En kleine man? Een zwijntje thuis en op school bouwt hij het meest luxe huis dat je ooit hebt gezien. Voor Piet Hein, een klein uiltje met een eikeltje op zijn hoofd dat met gouden glitters is bestrooid. Aan de muren hangt Gucci en Louis Vuitton (lees de logo's). Het bed heeft een deken van Burberry-ruitjes en in de tuin staat een jacuzzi (met dezelfde gouden glitters als op Piet Hein zijn hoofd). En in de oven ligt de broer van Piet Hein te bakken (tenminste dat was vanmorgen het geval). En wat denk je? Hartstikke netjes dus dat huis. Vanwege de dagelijkse zorg van de Piet Hein-club, waar kleine man trots lid van is en de huishoudster die rondloopt in een schort van Chanel. "Kijk mam, hoe cool ze is", wijst mijn zoon. Ik knik. Buiten de klas aan het prikbord hangt de Piet Hein-krant met artikelen over de belevenissen van de kleine stinkend rijke uil. Ik pak een pen, teken een kader en schrijf:
___________________________________________________________________________
Woonruimte gezocht! Gezellige man met eigen stijl zoekt huis voor onbepaalde tijd. Beloning: jacuzzi met gouden glitters. Mail jouw gouden tip naar JanSteen@home.nl
____________________________________________________________________________
Jan Havickszoon Steen, Het vrolijke huisgezin, 1668 (tja zo kun je het ook noemen)
zondag 24 november 2019
Mama
Ik hoor vaak dat ik op je lijk. Hoewel ik het graag zou willen, zag ik het nooit zo. Tot je me laatst een foto stuurde en de gelijkenis me trof. Ik begreep ineens wat anderen bedoelde. Aan de buitenkant. Waarom zag ik het niet eerder? Ik denk dat ik anders naar je keek. Een optelsom van de liefde. Zoveel meer dan alleen de buitenkant. Dat wat ik bewonder en wat ik weet. Dat wat ik begrijp en soms ook niet. Je mooie kanten en de minder mooie. Je doen en je laten. Je willen en je wetens.
Je bent een caleidoscoop. De moeder van vroeger - toen we nog kinderen waren - gaat over in die van nu, van een volwassen man en vrouw. Grote liefde van papa en een schoonmama. De allerliefste oma, ook met stief ervoor. De beste vriendin van a lucky few. De vrolijke noot die zich lastig laat kraken. De Florence Nightingale die een leven lang zorgde en het nog altijd niet laten kan. Wie zorgt er straks voor jou? De wijze en nog veel eigenwijzer. Nieuwsgierig maar discreet als geen ander. Al mijn geheimen zijn veilig bij jou. Hoeder van harten en een hart groot genoeg. Een knapperd. Elke ruimte licht een beetje op als jij binnenkomt. Het is magie van de beste soort. De lolbroek met een lach waardoor de kinderen alleen met jou enge films durven kijken. De fanatiekeling met spelletjes en voetbal. De luisteraar, ook tussen de regels door. De dromer met hier en daar wat spijt. Schrijver van de mooiste brieven, al toen ik op schoolreis ging en jij ze in mijn koffer verstopte. Snel ontroerd door muziek en zinnen. Ik wou dat geluk een ding was en dat ik het ergens vond en mee naar huis nam. Dat heb ik van jou. Vast. Boekenwurm en zendelinge van moois. Ik zeg niets...
Je maakte van mij een bofkont bij geboorte. Want hoewel ik als baby vast al een denkrimpel had, maak jij mijn leven licht. Alles wat liefde krijgt, groeit. Verklaart dat waarom je nu omhoog moet kijken als je mij een kus geeft. Vandaag vieren we dat je 75 jaar bent, mama. Geweldig en overweldigend tegelijk. Want tjonge, 75 jaar...
Ouderdom laat niet alleen rimpels achter, ook de binnenkant wordt zichtbaar aan de buitenkant. Een zachtaardige blik. Een flikkering van verdriet. Een dappere mond. Een slordig geworden kuiltje. Vervaagde sproeten. Lachrimpels. Hoekige heupen van het vele dansen. Een arm die alleen nog wil zwaaien als de koningin. IJdelheid die nooit verdwijnt. Een rechte rug. Dwarse voeten. Ze herinneren aan al die jaren. Je draagt ze met je mee. In je hoofd, in je hart en op je lijf. Trots. Gezegend.
Lieve mama, ik hoor vaak dat ik op je lijk. Ik hoop het.
Je bent een caleidoscoop. De moeder van vroeger - toen we nog kinderen waren - gaat over in die van nu, van een volwassen man en vrouw. Grote liefde van papa en een schoonmama. De allerliefste oma, ook met stief ervoor. De beste vriendin van a lucky few. De vrolijke noot die zich lastig laat kraken. De Florence Nightingale die een leven lang zorgde en het nog altijd niet laten kan. Wie zorgt er straks voor jou? De wijze en nog veel eigenwijzer. Nieuwsgierig maar discreet als geen ander. Al mijn geheimen zijn veilig bij jou. Hoeder van harten en een hart groot genoeg. Een knapperd. Elke ruimte licht een beetje op als jij binnenkomt. Het is magie van de beste soort. De lolbroek met een lach waardoor de kinderen alleen met jou enge films durven kijken. De fanatiekeling met spelletjes en voetbal. De luisteraar, ook tussen de regels door. De dromer met hier en daar wat spijt. Schrijver van de mooiste brieven, al toen ik op schoolreis ging en jij ze in mijn koffer verstopte. Snel ontroerd door muziek en zinnen. Ik wou dat geluk een ding was en dat ik het ergens vond en mee naar huis nam. Dat heb ik van jou. Vast. Boekenwurm en zendelinge van moois. Ik zeg niets...
Je maakte van mij een bofkont bij geboorte. Want hoewel ik als baby vast al een denkrimpel had, maak jij mijn leven licht. Alles wat liefde krijgt, groeit. Verklaart dat waarom je nu omhoog moet kijken als je mij een kus geeft. Vandaag vieren we dat je 75 jaar bent, mama. Geweldig en overweldigend tegelijk. Want tjonge, 75 jaar...
Ouderdom laat niet alleen rimpels achter, ook de binnenkant wordt zichtbaar aan de buitenkant. Een zachtaardige blik. Een flikkering van verdriet. Een dappere mond. Een slordig geworden kuiltje. Vervaagde sproeten. Lachrimpels. Hoekige heupen van het vele dansen. Een arm die alleen nog wil zwaaien als de koningin. IJdelheid die nooit verdwijnt. Een rechte rug. Dwarse voeten. Ze herinneren aan al die jaren. Je draagt ze met je mee. In je hoofd, in je hart en op je lijf. Trots. Gezegend.
Lieve mama, ik hoor vaak dat ik op je lijk. Ik hoop het.
zondag 27 oktober 2019
Hiep hiep
Jarig! Hoewel niet meer zo kriebel-verwachtingsvol-magisch-spannend als vroeger blijft het iets fijns. Kon ik vroeger niet wachten om ouder want wijzer en later en meer, dat veranderde rond mijn dertigste in een lichte verbazing om de getallen die ieder jaar kwamen aankloppen. Inmiddels verberg ik mijn lichte verbazing achter een rotsvast vertrouwen dat mijn hoofd en mijn hart ergens op het feestje voor mijn 28e zijn blijven hangen. Dat is aan de buitenkant niet te zien, dus die mevrouw blaast morgen keurig 48 kaarsjes uit. Haar ogen dicht en blij als ze alle kaarsjes in één keer uit blaast want dan mag ze een wens doen. Zachtop. Want er is nog zoveel te wensen. Tegelijkertijd zijn er al zoveel wensen uitgekomen en telt ze haar zegeningen.
De grootste zitten aan tafel en eten van de zelfgebakken appeltaart. Het meisje dat een stiefmoeder en moeder mocht worden. En trouwde met haar beste vriend van vroeger. Die nog steeds herinneringen kan ophalen met haar ouders. En standaard in de rol van kleine zus schiet met haar broer in de buurt. Die veilig achter vriendinnen W. en T. kan aanhobbelen die haar ieder jaar voorgaan met weer een jaartje ouder worden. Die altijd even denkt aan P. en aan R. die ze zo graag aan haar tafel had willen zien zitten. En dankzij hen telt ze nog wat harder...
Jarig! Er is geen houden aan, de kaarsjes passen maar net op de taart. Hoera! Al zoveel moois in the pocket. De 28-jarige zet de muziek alvast wat harder en trekt haar hoge- hakken-dansschoenen aan. 'Cause I've got one hand in my pocket and the other one is giving a peace sign. De mevrouw lacht en als je morgen goed in haar ogen kijkt, zie je de discolichtjes flikkeren.
woensdag 9 oktober 2019
Dag!
Dag! Nog niet echt, maar wel al een beetje. Ik kijk naar buiten en wens mijn hoofdpijn weg. In het water tussen het spoor en de weg - waar ik zo vaak op het bootje boterhammen at - zie ik twee zwanen zwemmen en tel ik 1... 2... 3... 4 meerkoeten! Ik glimlach om de laatste die als een cadeautje uit het riet tevoorschijn komt. Ik las dat meerkoeten niet graag vliegen maar zich bij voorkeur rennend over het water verplaatsen. Toch kunnen ze grote afstanden afleggen als ze midden in de nacht migreren. Deze lijkt voorlopig nergens naartoe te gaan. "En jij?" snatert het in mijn gedachten.
Ik draai mijn rug naar het raam en ga zitten. Tas en jas binnen handbereik op de lege stoel naast me. Een pen en een schriftje voor de zekerheid. Voor als ik het niet begrijp. Of voor houvast. Straks zal ik pas schrijven. Na het gesprek. Waarvan ik een beetje moet huilen. Niks aan te doen. Net zo monogaam als een meerkoet. Met duizend armen, hoor ik lief grinniken in mijn hoofd. Plus één, knipoog ik terug.
Maar ik kan het, weet ik. Verstrengeld en in de knoop geraakt, laat ik ze langzaam los. Dag! En dankjewel. Denk ik. Niemand is er vandaag. De meesten zijn al weg. Ik neem de lift naar beneden en toch weer omhoog. Voor koffie bij de barista die Nederlands leert en lachend woordjes met met oefent. Ik krijg er een hartje bij. De stempelkaart voor korting laat ik liggen. Ik loop langs het prikboord en hap even naar adem, 1... 2... 3.... 4. Bij het opstijgen uit het water, leggen ze het eerste stuk rennend af. Niet halfbakken maar heldhaftig. Wholehearted. Rennen op water. Kleine helden.
Terwijl ik in de lift stap begint in mijn hoofd het deuntje van Fleetwood Mac. You can go your own way...
Dag! Bijna.
Ik draai mijn rug naar het raam en ga zitten. Tas en jas binnen handbereik op de lege stoel naast me. Een pen en een schriftje voor de zekerheid. Voor als ik het niet begrijp. Of voor houvast. Straks zal ik pas schrijven. Na het gesprek. Waarvan ik een beetje moet huilen. Niks aan te doen. Net zo monogaam als een meerkoet. Met duizend armen, hoor ik lief grinniken in mijn hoofd. Plus één, knipoog ik terug.
Maar ik kan het, weet ik. Verstrengeld en in de knoop geraakt, laat ik ze langzaam los. Dag! En dankjewel. Denk ik. Niemand is er vandaag. De meesten zijn al weg. Ik neem de lift naar beneden en toch weer omhoog. Voor koffie bij de barista die Nederlands leert en lachend woordjes met met oefent. Ik krijg er een hartje bij. De stempelkaart voor korting laat ik liggen. Ik loop langs het prikboord en hap even naar adem, 1... 2... 3.... 4. Bij het opstijgen uit het water, leggen ze het eerste stuk rennend af. Niet halfbakken maar heldhaftig. Wholehearted. Rennen op water. Kleine helden.
Terwijl ik in de lift stap begint in mijn hoofd het deuntje van Fleetwood Mac. You can go your own way...
Dag! Bijna.
Laat staan vliegen...
vrijdag 4 oktober 2019
Humeurig, harig en hartveroverend.
We zijn thuis met zijn zessen. Een vader, een moeder, drie kinderen en een poes. Deze harige en humeurige dame kreeg mijn lief cadeau toen hij voor me koos. Ik kreeg twee meisjes. We boften allebei, want hiermee vormden we een instant en ronkend gezin. Bovendien bleek mijn zwaar allergische lief niet allergisch voor mijn huisgenoot. Wat een klein wondertje was. Hoewel hij het zelf wijt aan de zware verliefdheid die hij onder de leden had en die hem immuun maakte tegen kattenharen. Grote vrienden zijn ze nooit geworden, maar wel familie. De harige en humeurige dame weet dat - hoewel die grote man als eerste opstaat en beneden komt - hij nooit haar etensbakje zal vullen. En zodra hij in bed stapt, zoekt zij haar heil ergens anders in huis. Hij kan haar echter kammen als de beste en als niemand kijkt, wil hij ook nog wel eens aaien. Prrrr... Zij vermaakt hem door de beste plek op de bank in te pikken en toen ze heel klein was onverwacht aan zijn blote voeten - die uit de twijfelaar staken - te gaan hangen.
Toen ik haar kreeg was ze nog maar zes weken oud. Een bolletje geluk dat als ik niet oplette tussen de twee kussens van mijn bank wegzakte. 's Nachts sliep ze het liefst op mijn hoofd, luid knorrend van genoegen. Met haar in huis was ik nooit alleen. Spinnend, slapend, spelend, miauwend, hongerig, om aandacht verlegen en uitermate tevreden met wat zon en een plekje om te liggen. Zo werd ze groter en groeide met me mee.
Inmiddels is ze de Grande Dame van ons gezin. Humeurig, harig en hartveroverend. De oogappel van oudste, een kersenpit voor middelste en een luisterend oor voor jongste. Ze komt en gaat zoals het haar uitkomt. Koningin van onze tuin en een voorzichtige avonturier daarbuiten. Binnen kan ze jaloersmakend lummelen, in de zon liggen en slapen. Bij grote uitzondering komt ze op schoot, veel vaker schuift ze dicht tegen je aan om gekriebeld te worden. Als je verdrietig bent, likt ze het zout van je wangen. En als er een feestje is, verschuilt ze zich bij voorkeur in de kast. Nog steeds ben ik nooit alleen, zelfs niet nu ik vaker thuis ben. Zij is er altijd.
Haar naam is Teigermuis, speels als Teigetje van Winnie de Pooh en lief als een muis. Ze is 12 jaar in kattenjaren of zoals kleine man omrekent x 7 naar mensenjaren: 84! Een Grande Dame dus. Ik hou van haar tot aan de maan en weer terug. Ze is mijn bolletje geluk x 7!
Van bolletje geluk naar...
Grande Dame van ons gezin. Geluk blijft het!
donderdag 3 oktober 2019
Mijn konijn is dood
Ik zit in de hal van school. Kleine man wil uitdelen op Woest Zuid, de naschoolse opvang waar hij op dinsdag en donderdag levend Stratego speelt en latten-voetbal. Hij werd in de zomer 9 en dit is welgeteld de 5e viering rondom deze heuglijke gebeurtenis. Gisteren was zijn partijtje (nummer 4) en omdat we dat hebben overleefd kan ik in de hal zitten met 30 zakjes chips.
"Mijn konijn is dood." Een kleuter komt voor me staan.
"Goh", ik moet even omschakelen van mijn regelmodus naar mijn gesprekmodus.
"Was hij oud?"
"Nee", de kleuter glijdt vrolijk van links naar rechts.
"Hij was een jaar oud."
"Goh", peins ik.
"Wat is er gebeurd?" wil ik weten terwijl ik mijn ogen vragend mee beweeg van links naar rechts.
"Hij lag op zijn zij."
"Goh", vind ik. "Ben je verdrietig?"
De kleuter staat stil en kijkt me aan. Verbaasd alsof hij daar nog niet over heeft nagedacht en stuift weg. Naar huis. Misschien mag hij een nieuw konijn.
De naschoolse kinderen komen gezellig om me heen zitten. Een mand met 30 zakjes chips doet wonderen. "Het zijn er niet genoeg", aldus L. het kleine zusje van de beste vriend van kleine man. Een jongetje met het mooiste rode haar en een brilletje knikt. Hij kijkt me vorsend aan, want hoe heb ik het zo verkeerd in kunnen schatten. "Dan neem jij toch niet", stel ik voor aan L. Dat vindt ze grappig en stelt voor dat de jarige (die alweer twee maanden 9 is) niet neemt. Ik knik. Daar komt het feestvarken al aan. Op zijn nieuwe tweedehands Nike Air die zijn beste vriend voor hem heeft geregeld - na heel lang zoeken samen met zijn moeder - op marktplaats. Hij knapt bijna uit zijn gympen van trots en dat is maar goed ook want ze zijn nog een maatje te groot. Geeft niks. Met zulke vrienden mag je je trots voelen. Terwijl ik afspreek dat ik nog maar een grote zak uitdeel-chips ga kopen, knikt het jongetje met het mooiste rode haar en brilletje me bemoedigend toe. "We zijn wel met heel veel", roept hij me na. Ik knoop het in mijn oren.
De kleuter met het dode konijn zie ik niet meer. Ik denk aan het artikel dat ik vandaag las over small talk en hoe we het door onze afhankelijkheid van de mobiele telefoon steeds meer verleren. Jammer. Gelukkig is het enige wat we hoeven doen, minder op ons scherm kijken en leren van kleine kinderen. Zij zijn er meesters in.
dinsdag 1 oktober 2019
Hoge hakken, echte liefde
Helaas heb ik er nooit op kunnen lopen. Op hoge hakken. Mijn moeder wel. Als ik mijn ogen dicht doe, zie ik haar weer voor me zoals ze vroeger was. Mooi opgemaakt, dik blond haar, hippe kleren en hoge hakken, waar ze op liep alsof het gympies waren. Klaar om naar haar werk te gaan of naar een feestje. Dan kuste ze me gedag en rook de kamer naar L'Air du Temps van Nina Ricci, weet ik nu, toen rook het gewoon naar mijn moeder.
Als ze ging werken - dat deed ze drie avonden in de week bij de PTT (toen er nog heel veel post werd verstuurd) - gingen mijn vader en ik voor het raam staan om naar haar te zwaaien terwijl ze op de bus of in de auto stapte. Standaard verzuchtte mijn vader dan dat mijn moeder zo'n knappe verschijning was en ik kon niet anders dan het met hem eens zijn. Als mijn moeder met de bus was, zorgde mijn vader dat hij haar na het werk met de auto ophaalde. Ze werkte tot laat en mijn vader moest voor zijn werk vroeg op, maar toch. Ook toen ze haar rijbewijs had gehaald en zelf heen en weerde, bleef mijn vader wakker om nog wat te drinken en te kletsen zodat ze niet in een slapend huis thuis kwam.
Dat was heel gewoon voor mij als kind. Net als dat mijn moeder -voordat ze naar haar werk ging - het eten klaar had staan en mijn vader het alleen nog maar moest opwarmen als we iets later aan tafel gingen. Mijn vader zijn enige specialiteit zijn frietjes, die hij zelf schilt, snijdt en bakt en die inmiddels ook favoriet zijn bij zijn kleinkinderen. Maar buiten de keuken kan hij maken wat zijn ogen zien. Zo timmerde hij het tuinhuisje waarin we eindeloos veel zomers doorbrachten, de bedden in onze kinderkamers, bureaus op maat en op de groei en weer wat nieuws bij de volgende fase of gril. Hij haalde en bracht ons van A naar B en als nodig naar Z. Met liefde. Krant mee en de radio afgestemd op zijn favoriete muziek. Ruzie was er zelden. Hooguit wat gemopper dat altijd weer werd overstemd door liefde en lachen. Want dat werd er veel bij ons thuis, gelachen. Om elkaar, om verhalen, om running gags, om een boekje met brieven waaruit we elkaar tijdens het eten voorlazen tot de tranen over de wangen van mijn ouders liepen.
Mijn moeder bewaakte onze harten met thee, een luisterend oor en (ant)woorden die verraadden dat ze ook in ons hoofd kon kijken. Thuis was de plek waar we mochten zijn wie we waren en meer, want ook dat zagen mijn vader en moeder in mijn broer en mij. Mijn lieve Italiaanse (ook al is ze er niet geboren), stoere mama en mijn zachtaardige, sterke papa die het boeddhisme bedacht zou kunnen hebben zonder er ooit een woord over te hebben gelezen. Vandaag zijn ze 55 jaar getrouwd. En nog steeds lachen ze samen de tranen over hun wangen. Nog steeds kan mijn vader verzuchten dat hij bij kans de knapste vrouw ter wereld heeft getrouwd. Nog steeds bewaakt mijn moeder het hart van mijn vader.
Liefde was het begin én het antwoord. Mijn nest, mijn geluk.
Als ze ging werken - dat deed ze drie avonden in de week bij de PTT (toen er nog heel veel post werd verstuurd) - gingen mijn vader en ik voor het raam staan om naar haar te zwaaien terwijl ze op de bus of in de auto stapte. Standaard verzuchtte mijn vader dan dat mijn moeder zo'n knappe verschijning was en ik kon niet anders dan het met hem eens zijn. Als mijn moeder met de bus was, zorgde mijn vader dat hij haar na het werk met de auto ophaalde. Ze werkte tot laat en mijn vader moest voor zijn werk vroeg op, maar toch. Ook toen ze haar rijbewijs had gehaald en zelf heen en weerde, bleef mijn vader wakker om nog wat te drinken en te kletsen zodat ze niet in een slapend huis thuis kwam.
Dat was heel gewoon voor mij als kind. Net als dat mijn moeder -voordat ze naar haar werk ging - het eten klaar had staan en mijn vader het alleen nog maar moest opwarmen als we iets later aan tafel gingen. Mijn vader zijn enige specialiteit zijn frietjes, die hij zelf schilt, snijdt en bakt en die inmiddels ook favoriet zijn bij zijn kleinkinderen. Maar buiten de keuken kan hij maken wat zijn ogen zien. Zo timmerde hij het tuinhuisje waarin we eindeloos veel zomers doorbrachten, de bedden in onze kinderkamers, bureaus op maat en op de groei en weer wat nieuws bij de volgende fase of gril. Hij haalde en bracht ons van A naar B en als nodig naar Z. Met liefde. Krant mee en de radio afgestemd op zijn favoriete muziek. Ruzie was er zelden. Hooguit wat gemopper dat altijd weer werd overstemd door liefde en lachen. Want dat werd er veel bij ons thuis, gelachen. Om elkaar, om verhalen, om running gags, om een boekje met brieven waaruit we elkaar tijdens het eten voorlazen tot de tranen over de wangen van mijn ouders liepen.
Mijn moeder bewaakte onze harten met thee, een luisterend oor en (ant)woorden die verraadden dat ze ook in ons hoofd kon kijken. Thuis was de plek waar we mochten zijn wie we waren en meer, want ook dat zagen mijn vader en moeder in mijn broer en mij. Mijn lieve Italiaanse (ook al is ze er niet geboren), stoere mama en mijn zachtaardige, sterke papa die het boeddhisme bedacht zou kunnen hebben zonder er ooit een woord over te hebben gelezen. Vandaag zijn ze 55 jaar getrouwd. En nog steeds lachen ze samen de tranen over hun wangen. Nog steeds kan mijn vader verzuchten dat hij bij kans de knapste vrouw ter wereld heeft getrouwd. Nog steeds bewaakt mijn moeder het hart van mijn vader.
Liefde was het begin én het antwoord. Mijn nest, mijn geluk.
donderdag 26 september 2019
Lang Leve Lou!
Zes jaar geleden maakte ze mijn leven al lichter, toen ik in de boekwinkel haar art-journal Groots en Meeslepend Leven ontdekte. Een ode aan de dagelijkse sleur. Van Lou Niestadt. Het heeft lang op mijn nachtkastje gelegen omdat wat ze schreef zo waar is en een reminder hoe ik mijn leven wil leven. Genietend van de dagelijkse dingen (niet voor niets de naam die ik aan mijn blog gaf) en de grootsheid van het schijnbaar gewone.
Een paar jaar later kocht ik ook haar tweede boek Less is Luxe. Licht en avontuurlijk leven. Net als haar eerste boek prachtig handgeschreven en geïllustreerd. Bam! Alweer een schot in de roos. Want wie wil dat nou niet, licht en avontuurlijk leven? Als we niet zo hard zouden werken, als we niet ons geld moesten verdienen, als we niet zo druk zouden zijn, als we niet... Maar ook met die dagelijkse beslommeringen kun je avontuurlijk en licht leven. Niet náast alles wat moet maar mét alles wat moet. Het gaat samen. Alleen al door anders te kijken. Bedenken of het gewone wel zo gewoon is. Dankbaar te zijn, eigenwijs en anders en met een kleine feestslinger op zak. Zo maakt Lou een feestje van boodschappen doen, de dagen van de week door ze magische namen te geven, een zwerf- en ontdekkingstocht te maken van haar dagelijkse wandeling met de hond en een guerrilla-artist te zijn door post-its met mooie zinnen op te plakken op onverwachte plekken. Zo makkelijk is het. Mijn hart maakt al een buiteling bij de ideeën alleen. Schreef ik vorige week nog dat niets mij gelukkiger maakt dan een handgeschreven brief. Daar hoef je niet eerst de lotto voor te winnen. Daar heb je alleen maar papier, pen, aandacht en liefde voor nodig en dan volgt de rest vanzelf.
Toen onze zomervakantie voorbij was en de kinderen weer naar school en lief weer naar zijn werk, leek mijn draad kwijt. Hoe ging dat ook alweer, het gewone leven? Hoe raakte ik wegwijs en welke weg was de juiste richting? Toen kwam Lou weer om de hoek kijken, die - ontdekte ik - ook de draad was kwijt geraakt in de wirwar van het leven en zichzelf een jaar had gegeven om weer te zijn wie ze werkelijk wilde zijn en het leven te leven dat ze werkelijk wilde leven. In aanstekelijk eerlijke, grappige, ontroerende, eigenzinnige en wijze podcasts deed ze hier verslag van. Hoewel haar jaar al bijna de magische ontknoping had bereikt, begon ik bij het begin van haar Joyride to Freedom die langzaam de mijne wordt.
Lang leve Lou! Ze werd mijn bondgenoot als ik kleine man op de fiets naar school had gebracht en weer naar huis reed, als ik de auto pakte voor een afspraak of als ik in huis aan het opruimen was. Ze leerde me over haar millimeter movement en the laws of attraction en mijn leven werd (alweer) lichter. Hoewel mijn wegwijzer nog steeds alle kanten op wijst, durf ik te vertrouwen op mijn eigen navigatiesysteem. Ingebouwd in mijn hart. Het pakt mijn hand en fluistert vertrouwen als ik verdwaal en laat me zien dat er altijd weer nieuwe en mooie paadjes zijn. Op onverwachte momenten met onverwachte maar meer dan welkome bondgenoten.
Een paar jaar later kocht ik ook haar tweede boek Less is Luxe. Licht en avontuurlijk leven. Net als haar eerste boek prachtig handgeschreven en geïllustreerd. Bam! Alweer een schot in de roos. Want wie wil dat nou niet, licht en avontuurlijk leven? Als we niet zo hard zouden werken, als we niet ons geld moesten verdienen, als we niet zo druk zouden zijn, als we niet... Maar ook met die dagelijkse beslommeringen kun je avontuurlijk en licht leven. Niet náast alles wat moet maar mét alles wat moet. Het gaat samen. Alleen al door anders te kijken. Bedenken of het gewone wel zo gewoon is. Dankbaar te zijn, eigenwijs en anders en met een kleine feestslinger op zak. Zo maakt Lou een feestje van boodschappen doen, de dagen van de week door ze magische namen te geven, een zwerf- en ontdekkingstocht te maken van haar dagelijkse wandeling met de hond en een guerrilla-artist te zijn door post-its met mooie zinnen op te plakken op onverwachte plekken. Zo makkelijk is het. Mijn hart maakt al een buiteling bij de ideeën alleen. Schreef ik vorige week nog dat niets mij gelukkiger maakt dan een handgeschreven brief. Daar hoef je niet eerst de lotto voor te winnen. Daar heb je alleen maar papier, pen, aandacht en liefde voor nodig en dan volgt de rest vanzelf.
Toen onze zomervakantie voorbij was en de kinderen weer naar school en lief weer naar zijn werk, leek mijn draad kwijt. Hoe ging dat ook alweer, het gewone leven? Hoe raakte ik wegwijs en welke weg was de juiste richting? Toen kwam Lou weer om de hoek kijken, die - ontdekte ik - ook de draad was kwijt geraakt in de wirwar van het leven en zichzelf een jaar had gegeven om weer te zijn wie ze werkelijk wilde zijn en het leven te leven dat ze werkelijk wilde leven. In aanstekelijk eerlijke, grappige, ontroerende, eigenzinnige en wijze podcasts deed ze hier verslag van. Hoewel haar jaar al bijna de magische ontknoping had bereikt, begon ik bij het begin van haar Joyride to Freedom die langzaam de mijne wordt.
Lang leve Lou! Ze werd mijn bondgenoot als ik kleine man op de fiets naar school had gebracht en weer naar huis reed, als ik de auto pakte voor een afspraak of als ik in huis aan het opruimen was. Ze leerde me over haar millimeter movement en the laws of attraction en mijn leven werd (alweer) lichter. Hoewel mijn wegwijzer nog steeds alle kanten op wijst, durf ik te vertrouwen op mijn eigen navigatiesysteem. Ingebouwd in mijn hart. Het pakt mijn hand en fluistert vertrouwen als ik verdwaal en laat me zien dat er altijd weer nieuwe en mooie paadjes zijn. Op onverwachte momenten met onverwachte maar meer dan welkome bondgenoten.
donderdag 19 september 2019
Lievs
Niets maakt me zo gelukkig als een brief door mijn bus, schreef ik gisteren. En wat denk je... vandaag ligt er een brief op mijn mat! De magie van het wensen lijkt net zo betrouwbaar als de magie van het schrijven. Het keurige handschrift op de envelop herken ik uit duizenden en mijn hart maakt een sprongetje. Een bericht van mijn kleine grote man die voor de allereerste keer een week op kamp is. Dit lekkers kan ik niet bewaren voor later. Met mijn jas nog aan, scheur ik de envelop voorzichtig open. Met halen en lussen en op zijn aller netst vertelt hij over hoe leuk en hoe spannend en hoe het van slapen niet echt komt. We krijgen maar liefst tien kusjes en een zachtaardige
Lievs
Ik glimlach en zie hem de brief in de envelop stoppen, ongeduldig inmiddels want de beek, het bos en het kampvuur wachten. Deze brief gaat bij de brieven die we kregen van zijn twee zussen. Toen zij op kamp waren en met hun eigen halen en lussen dat geluk in een envelop stopten om met ons te delen. Voor later, zoals voor mij de brieven die mijn moeder bij elk schoolreisje en toen ik volwassen was bij elke reis die ik maakte onderin mijn koffer verstopte. Geluk.
Ben jij al begonnen aan een brief?
Lievs
Ik glimlach en zie hem de brief in de envelop stoppen, ongeduldig inmiddels want de beek, het bos en het kampvuur wachten. Deze brief gaat bij de brieven die we kregen van zijn twee zussen. Toen zij op kamp waren en met hun eigen halen en lussen dat geluk in een envelop stopten om met ons te delen. Voor later, zoals voor mij de brieven die mijn moeder bij elk schoolreisje en toen ik volwassen was bij elke reis die ik maakte onderin mijn koffer verstopte. Geluk.
Ben jij al begonnen aan een brief?
woensdag 18 september 2019
Liefste
Wil je mij gelukkig maken? Schrijf me dan een brief. Handgeschreven met een datum en plaatsnaam in de hoek. Liefste of Beste of een vrolijk Hallo! In mijn hoofd is het voltallige concertgebouworkest al gaan zitten. Tromgeroffel klinkt terwijl ik het niet kan laten de blaadjes te tellen die de brief beslaan. Misschien stel ik het moment van lezen nog even uit zoals je soms het lekkerste voor later bewaart. Dan wacht er op mijn nachtkastje een brief voor het slapen gaan en de gedachte alleen al geeft de dag een gouden randje.
Ik heb veel brieven geschreven en ik heb er veel gekregen. Grappige, ontroerende, lange, korte, liefdes, moeilijke, eerlijke en dappere. Stuk voor stuk bijzonder omdat de afzender je iets van zichzelf geeft. Dat is de magie van een brief schrijven. Ga er maar eens voor zitten en kijk wat er gebeurt.
Gisteren in DWDD zat Jet Steinz aan tafel. Ze stelde het boek P.S. samen met de (volgens haar) 150 opmerkelijkste Nederlandse brieven. Wat een feest, dacht ik, tegelijk met waarom heb ik dit boek niet bedacht en samengesteld. Ze was in archieven gedoken en vertelde vol liefde over elke brief in haar boek dat ze kende bij hart. Samen met Matthijs wenste ze dat mensen weer meer brieven gingen schrijven. Amen, mompelde ik.
Dus, wil je iemand gelukkig maken? Schrijf dan een brief. Handgeschreven met een datum en plaatsnaam in de hoek. Je kunt beginnen met Liefste of Beste of een vrolijk Hallo! En dan komt de brief vanzelf. Zul je zien. Het is magie van de aller betrouwbaarste soort.
Ik heb veel brieven geschreven en ik heb er veel gekregen. Grappige, ontroerende, lange, korte, liefdes, moeilijke, eerlijke en dappere. Stuk voor stuk bijzonder omdat de afzender je iets van zichzelf geeft. Dat is de magie van een brief schrijven. Ga er maar eens voor zitten en kijk wat er gebeurt.
Gisteren in DWDD zat Jet Steinz aan tafel. Ze stelde het boek P.S. samen met de (volgens haar) 150 opmerkelijkste Nederlandse brieven. Wat een feest, dacht ik, tegelijk met waarom heb ik dit boek niet bedacht en samengesteld. Ze was in archieven gedoken en vertelde vol liefde over elke brief in haar boek dat ze kende bij hart. Samen met Matthijs wenste ze dat mensen weer meer brieven gingen schrijven. Amen, mompelde ik.
Dus, wil je iemand gelukkig maken? Schrijf dan een brief. Handgeschreven met een datum en plaatsnaam in de hoek. Je kunt beginnen met Liefste of Beste of een vrolijk Hallo! En dan komt de brief vanzelf. Zul je zien. Het is magie van de aller betrouwbaarste soort.
vrijdag 13 september 2019
Tips, kwartjes en kamp
De week wervelt en ik waai mee. Op mijn fietsje met Lou als bondgenoot. Het regent kwartjes en ik lach. Om de reiger die tot aan zijn enkels in de sloot staat en prinselijk onverschillig de regendruppels negeert die op hem vallen. We gaan snel naar huis omdat we van suiker zijn en kleine grote man met beste vriend een hut wil bouwen. Onder de lakens is het gezellig, zeg ik. De mannen vinden het vooral sfeervol en daar hoort behalve een discobal ook muziek bij. Klassiek is het verzoek, dus niet veel later klinkt Bach uit de kamer en een hoop gegiechel. Ik lach en maak een lijstje voor het feest dat we zaterdag vieren. Met negen kaarsjes erop en hopelijk in de tuin omdat de lavendel zo lekker ruikt.
Door het huis een spoor van speelgoed en avonturen. Als beste vriend is opgehaald, help ik opruimen en vul het bad. Met zijn duikbril kan kleine grote man onder water verder kletsen. Ik hoef dus niets te missen. Zijn flippers spetteren me nat en ik denk aan het badstoeltje waar hij als mollige baby in zat te schateren. Washandje op zijn hoofd en meestal een zus erbij. Mijn hoofd spoelt door. Naar zijn blote billen nu die straks weer een vrolijke herinnering zullen zijn.
Eenmaal op de bank krijgt duikmans een preek omdat hij - na al het opruimen - alweer een slakkenspoor achter zich laat. Slak is met een half oor en oog al bij Mario tot hij beseft dat we de enige twee mensen in de kamer zijn en de preek dus wel voor hem bedoeld moet zijn. Prompt komt hij van de bank om verbaasd te constateren dat het toch gek is dat hij nooit iets doet met mijn tips. Hij is ze altijd meteen vergeten. Argwanend kijk ik mijn jongste aan, maar ik zie geen spoortje sarcasme als hij al zou weten wat dat zou zijn. Ik lach.
Ik wervel.
Ik waai. Door naar donderdag. Ik ontmoet mijn oudste die op zich laat wachten maar als ze er is de tijd het nakijken geeft met haar lach en haar verhalen. Die ochtend zwaaide ze haar kleine zusje uit naar kamp zoals ze maandag ook gaat doen met haar kleine broertje. Dat herinnert me aan de heimwee-brief die ik nog moet schrijven en die waarschijnlijk ongeopend het schoolarchief ingaat. Maar toch. Morgen. Ik voel aan mijn nieuwe haar. Nieuw begin? Volgens mijn oude collega's die ik die avond zie wel. We eten, lachen en praten bij.
Vrijdag de dertiende. Vandaag. Een dag die de schijn tegen heeft. Maar de drie taarten die ik bak, lukken. En lief is vrij en brengt koffie op bed. Ik lach. Er schuift nog een kleine man bij. Makkelijk. Aan het einde van de dag zijn we weer compleet als de meiden komen. Twee wervelwinden. Ik waai eromheen. Pizza want moe van al het bakken. Ik zwaai want lief en oudste waaien alweer uit, op het fietsje. Een kus voor kleine man. Voor het slapen. En straks een voor middelste. Boven mijn hoofd allebei.
De week wervelde en ik woei mee. Kwartjes tellend. Lachend. Dankbaar.
Door het huis een spoor van speelgoed en avonturen. Als beste vriend is opgehaald, help ik opruimen en vul het bad. Met zijn duikbril kan kleine grote man onder water verder kletsen. Ik hoef dus niets te missen. Zijn flippers spetteren me nat en ik denk aan het badstoeltje waar hij als mollige baby in zat te schateren. Washandje op zijn hoofd en meestal een zus erbij. Mijn hoofd spoelt door. Naar zijn blote billen nu die straks weer een vrolijke herinnering zullen zijn.
Eenmaal op de bank krijgt duikmans een preek omdat hij - na al het opruimen - alweer een slakkenspoor achter zich laat. Slak is met een half oor en oog al bij Mario tot hij beseft dat we de enige twee mensen in de kamer zijn en de preek dus wel voor hem bedoeld moet zijn. Prompt komt hij van de bank om verbaasd te constateren dat het toch gek is dat hij nooit iets doet met mijn tips. Hij is ze altijd meteen vergeten. Argwanend kijk ik mijn jongste aan, maar ik zie geen spoortje sarcasme als hij al zou weten wat dat zou zijn. Ik lach.
Ik wervel.
Ik waai. Door naar donderdag. Ik ontmoet mijn oudste die op zich laat wachten maar als ze er is de tijd het nakijken geeft met haar lach en haar verhalen. Die ochtend zwaaide ze haar kleine zusje uit naar kamp zoals ze maandag ook gaat doen met haar kleine broertje. Dat herinnert me aan de heimwee-brief die ik nog moet schrijven en die waarschijnlijk ongeopend het schoolarchief ingaat. Maar toch. Morgen. Ik voel aan mijn nieuwe haar. Nieuw begin? Volgens mijn oude collega's die ik die avond zie wel. We eten, lachen en praten bij.
Vrijdag de dertiende. Vandaag. Een dag die de schijn tegen heeft. Maar de drie taarten die ik bak, lukken. En lief is vrij en brengt koffie op bed. Ik lach. Er schuift nog een kleine man bij. Makkelijk. Aan het einde van de dag zijn we weer compleet als de meiden komen. Twee wervelwinden. Ik waai eromheen. Pizza want moe van al het bakken. Ik zwaai want lief en oudste waaien alweer uit, op het fietsje. Een kus voor kleine man. Voor het slapen. En straks een voor middelste. Boven mijn hoofd allebei.
De week wervelde en ik woei mee. Kwartjes tellend. Lachend. Dankbaar.
woensdag 4 september 2019
Drieduizend gedachten
De mens is complex. Of was jij daar al lang achter? Ik weet het ook, natuurlijk, stel je voor dat ik dat op mijn 47e nog moest ontdekken. Maar hoewel ik het weet, kan het me toch nog verbazen. Op een nou-ja-zeg! beetje verontwaardigde manier maar tegelijkertijd ook op een nou-ja-zeg! verwonder en bewonder manier. Gisteren op de fiets vertelde Lou (waarover later meer) me dat een mens per wakker uur wel drieduizend gedachten heeft. Drie-duizend! Holy Macaroni dacht ik op mijn fietsje, terwijl ik tegelijkertijd dacht (natuurlijk): dan heb ík er vast drieduizend en nog wat.
Dat denken doen we dus de hele tijd, als ware multitaskers tijdens het eten, een vergadering, het kussen, de boodschappen, het zwemmen, het autorijden, het ja-woord, het opruimen, het bevallen, noem maar op. Hoewel, misschien zijn er wel momenten dat je gedachten heel even stil zijn.
...
Nee, daar zijn het de types niet voor. In het beste geval zitten ze met jou in het moment en proberen ze daar hun gedachtes over te laten gaan en niet teveel uit de bocht te vliegen met hersenspinsels die je op dat moment helemaal niet wilt horen. Niet dat ze het kwaad bedoelen. Denken is gewoon wat ze het beste kunnen. Hardop in je hoofd en dus de hele dag door. Dus, wanneer je je schoenen aantrekt, bedenk je dat je nog regenlaarzen moet kopen voor je kind omdat hij op kamp gaat. Maar je moet ook nog naar de kapper. Hoe je haar zat vanmorgen kan echt niet. En kan een pony eigenlijk nog wel op je 47e? Kort en pittig, grinniken de types in je hoofd. Terwijl de volgende gedachte alweer is dat je benen nog nooit zo bruin zijn geweest. Is het een idee om ze in te smeren met dat spulletje dat je ooit kocht dat zulke bruine benen als je nu hebt, beloofde. De types lachen alweer, deze keer omdat ze beweren dat de wereldvrede bepaald niet bereikt wordt met bruine benen. Zucht!
Hardop in je hoofd en dus de hele dag door. Ze zijn met veel, de types. De verslaggever die achter zijn microfoon verslag doet van jouw dagelijks leven, de tienkoppige jury die er vervolgens van alles van vindt, de strever, de dromer, het type dat zich voor alles verontschuldigt waaronder de allerzwartste gedachten van het andere type, het vrolijke kind, de angsthaas, de avonturier, de introvert die door de extrovert wordt uitgedaagd en ga zo nog maar even door. Het is kortom een schoolplein in je hoofd. De rust zet pas in als ieder kind zijn tanden heeft gepoetst en met beerlief naar dromenland is vetrokken. Maar daar ben jij ook, dus daar gaat je winst. Bij het opstaan hangen ze alweer ondersteboven aan het klimrek en joelen dat jij de tikker bent.
Drieduizend gedachten per uur. Hardop in je hoofd en dus de hele dag door, als je wakker bent. En met een beetje pech lig je langer wakker vanwege al die gedachten. Zucht!
Dat denken doen we dus de hele tijd, als ware multitaskers tijdens het eten, een vergadering, het kussen, de boodschappen, het zwemmen, het autorijden, het ja-woord, het opruimen, het bevallen, noem maar op. Hoewel, misschien zijn er wel momenten dat je gedachten heel even stil zijn.
...
Nee, daar zijn het de types niet voor. In het beste geval zitten ze met jou in het moment en proberen ze daar hun gedachtes over te laten gaan en niet teveel uit de bocht te vliegen met hersenspinsels die je op dat moment helemaal niet wilt horen. Niet dat ze het kwaad bedoelen. Denken is gewoon wat ze het beste kunnen. Hardop in je hoofd en dus de hele dag door. Dus, wanneer je je schoenen aantrekt, bedenk je dat je nog regenlaarzen moet kopen voor je kind omdat hij op kamp gaat. Maar je moet ook nog naar de kapper. Hoe je haar zat vanmorgen kan echt niet. En kan een pony eigenlijk nog wel op je 47e? Kort en pittig, grinniken de types in je hoofd. Terwijl de volgende gedachte alweer is dat je benen nog nooit zo bruin zijn geweest. Is het een idee om ze in te smeren met dat spulletje dat je ooit kocht dat zulke bruine benen als je nu hebt, beloofde. De types lachen alweer, deze keer omdat ze beweren dat de wereldvrede bepaald niet bereikt wordt met bruine benen. Zucht!
Hardop in je hoofd en dus de hele dag door. Ze zijn met veel, de types. De verslaggever die achter zijn microfoon verslag doet van jouw dagelijks leven, de tienkoppige jury die er vervolgens van alles van vindt, de strever, de dromer, het type dat zich voor alles verontschuldigt waaronder de allerzwartste gedachten van het andere type, het vrolijke kind, de angsthaas, de avonturier, de introvert die door de extrovert wordt uitgedaagd en ga zo nog maar even door. Het is kortom een schoolplein in je hoofd. De rust zet pas in als ieder kind zijn tanden heeft gepoetst en met beerlief naar dromenland is vetrokken. Maar daar ben jij ook, dus daar gaat je winst. Bij het opstaan hangen ze alweer ondersteboven aan het klimrek en joelen dat jij de tikker bent.
Drieduizend gedachten per uur. Hardop in je hoofd en dus de hele dag door, als je wakker bent. En met een beetje pech lig je langer wakker vanwege al die gedachten. Zucht!
Wist je dat we tegenover die duizenden gedachtes slechts dertig emoties hebben. Dertig!
vrijdag 16 augustus 2019
Negen
We vierden het alvast op woensdag, omdat ze donderdag gingen rijden, de vrienden waarmee we vakantie in Portugal vierden. Dat had jij bedacht, net als de gestapelde taart van gesuikerde donuts die vooral bij de kinderen in de smaak viel. ’s Avonds konden we wel gaan eten in dat ene restaurant waar je zoveel nieuwe dingen had geproefd. Regisseur van je eigen verjaardag en deze was nog maar de eerste. De echte kwam er nog aan, net als het voorgenomen verjaardagsuitje met beste vriend T., het feestje voor de familie en het partijtje. Op je bijna verjaardag, voelde het al hartstikke echt voor jou. Waarschijnlijk omdat we het grote cadeau gaven dat al twee weken in de koffer lag en dat je al een paar keer nietsvermoedend opzij had geschoven om een schone onderbroek te pakken. Het was dat wat je hardop wenste toen je de negen op de donut-taart in één keer uitblies.
Jarig in de zomervakantie. Een geïmproviseerde slinger aan de tent en opa’s en oma’s die de afstand proberen te overbruggen met een telefoontje. Maar in Portugal is het nog vroeger dan in Nederland en de jarige slaapt nog. Uitslapen gaat een stuk beter als je de cadeaus al hebt uitgepakt. Ik feliciteer lief fluisterend met ons grote geluk en we denken negen jaar terug in de tijd. Toen jij de tijd nam om geboren te worden. Te klein voor je romper en te lief om te bevatten. The days are long but the years are short. Niet voor jou. Terwijl je de slaap uit je ogen wrijft, constateer je tevreden dat je nu negen jaar bent. Best groot, vind jij, maar je zussen die naast je in het grote bed kruipen, vinden je nog een kleintje. Kijkend naar hun lange benen, grinnik ik en geef het op de ingewikkeldheid van tijd te doorgronden. Ik laat los en adem in. Klik!
Wie wil ontbijt? De jarige dag kan beginnen.
Jarig in de zomervakantie. Een geïmproviseerde slinger aan de tent en opa’s en oma’s die de afstand proberen te overbruggen met een telefoontje. Maar in Portugal is het nog vroeger dan in Nederland en de jarige slaapt nog. Uitslapen gaat een stuk beter als je de cadeaus al hebt uitgepakt. Ik feliciteer lief fluisterend met ons grote geluk en we denken negen jaar terug in de tijd. Toen jij de tijd nam om geboren te worden. Te klein voor je romper en te lief om te bevatten. The days are long but the years are short. Niet voor jou. Terwijl je de slaap uit je ogen wrijft, constateer je tevreden dat je nu negen jaar bent. Best groot, vind jij, maar je zussen die naast je in het grote bed kruipen, vinden je nog een kleintje. Kijkend naar hun lange benen, grinnik ik en geef het op de ingewikkeldheid van tijd te doorgronden. Ik laat los en adem in. Klik!
Wie wil ontbijt? De jarige dag kan beginnen.
vrijdag 19 juli 2019
Slik
Ik schreef het al eens, ik ben geen Florence Nightingale. Hoewel de zorg het zwaar heeft, zie ik niet hoe ik zou kunnen bijdragen. Ik zou eventueel hun marketing kunnen doen of de ziekenhuisverhalen kunnen opschrijven die me bij het idee alleen al nieuwsgierig maken, maar daar houdt het wel mee op. Ik ben lief hoor. Heb een luisterend oor. En ik wil ook je hand vasthouden, maar als er geprikt wordt, wacht ik liever even op de gang. Ik hoef ook niet te horen over het hoe en wat van een medische ingreep, mijn voorstellingsvermogen is te groot en ik moet er zo een uurtje van bijkomen.
Toen mijn lief ooit een knip liet zetten, voelde ik het bijna zelf. En toen mijn vader een pacemaker kreeg, durfde ik bijna zijn hand niet vast te houden vanwege het infuus dat er net zo wiebelig uitzag als ik me voelde. Ik zou willen dat het anders was. Echt. Dan was ik een praktische verpleegkundige die zorgen wegnam. In werkelijkheid zou ik witter zien dan mijn uniform. Niet klepperend maar tanden klapperend op mijn Zweedse klompen.
Nu ging ik deze week met mijn lieve schoonvader naar de oogarts. Hij zag zo slecht de laatste tijd. Ik ging mee omdat hij een onderzoek zou krijgen waardoor hij niet terug zou kunnen rijden. Puur praktisch. Mijn schoonvader is niet het type dat zijn hand laat vasthouden. Het gaat eigenlijk altijd goed met en volgens hem en dit slechter zien was waarschijnlijk een kwestie van een nieuwe bril. Omdat zijn gehoor al veel langer slecht is, was mijn aanwezigheid geen overbodige luxe. In de wachtkamer, die gelukkig niet naar ziekenhuis rook, was ik zijn paar oren. Zeker nadat ze zijn ogen met een prikkend spul hadden gedruppeld en hij de wereld en monden die articuleerden door een waasje zag.
Braaf hobbelden we achter twee jonge artsen aan van de ene kamer naar de andere, van een scan naar een meetinstrument en een ouderwets letterbord. Mijn schoonvader zakte. De uitkomst was verdrietig. Natte maculadegeneratie in zijn rechteroog. Een derde arts, die achter de schermen had meegekeken, kwam het samen met een slap handje bevestigen. We waren er even stil van. Tot een van de artsen met bulderende stem vertelde dat het oog meteen behandeld moest worden. Dat hoorde mijn schoonvader goed. Gelukkig maar, want toen de arts verder bulderde dat ze met een injectie vocht uit het oog gingen halen, voelde ik me een beetje wiebelig worden. Mijn schoonvader niet, die knikte dapper en schijnbaar stoïcijns. Ik knikte braaf mee maar voelde een appelflauwte opkomen bij de uitleg van de INJECTIE IN HET OOG. Bulder. Slik.
Weer terug in de wachtkamer moesten alle paperassen en afspraken in gang gezet worden. Gelukkig was het zicht van mijn schoonvader nog steeds wazig, waardoor hij niet zag dat mijn gezicht de kleur van de steriele muren van de wachtkamer hadden aangenomen. "Ik ga morgen met je mee hoor", beloofde ik in de auto op de weg naar huis. "Dat is fijn", vond mijn schoonvader. "En ik bestel de vitaminen die je nodig hebt." Hij knikte en stopte de benodigde papieren in mijn dashboardkastje.
De volgende dag vertrouwde ik hem in de wachtkamer toe dat ik niet mee naar binnen wilde. "Natuurlijk niet", keek hij me verbaasd aan. Had lief hem al over mijn niet gemiste roeping verteld? Terwijl een vrolijke assistente mijn schoonvader naar binnen riep, wankelde er een zware dame naar buiten. Zonder voet en met klompschoen. Ze maakte nog een grap voor ze de lift in strompelde. Slik. Ik nam een dubbele espresso, las over de liefde in het Psychologie Magazine en dacht: injectie, injectie, injectie. Met een soepoog kwam mijn schoonvader weer naar buiten. Met een licht schuldgevoel kon ik toch niet anders dan opgelucht zijn toen hij zijn zonnebril opdeed en soepoog aan mijn zicht verdween. "Ging het goed?", piepte ik, niet nieuwsgierig naar de details. "Prima", bevestigde mijn schoonvader. En ik hield weer een beetje meer van hem.
In de auto deed hij mijn dashboardkastje open en haalde er het recept voor de vitaminen uit. "Zal ik deze anders in je tas doen?", grinnikte hij. Lief had hem zeker over mij verteld. "Goed hoor", blufte ik. Na twee dagen en drie telefoontjes van mijn schoonmoeder, heb ik de vitaminen besteld. Ik moest even zoeken, want het recept was inmiddels uit mijn tas verdwenen. Ik had het waarschijnlijk op een plek gelegd zodat ik het niet zou vergeten. Maar waar?
De volgende afspraak van mijn schoonvader zijn we op vakantie en kan ik niet mee. Hij nam het luchtig op, toen ik het vertelde.
Toen mijn lief ooit een knip liet zetten, voelde ik het bijna zelf. En toen mijn vader een pacemaker kreeg, durfde ik bijna zijn hand niet vast te houden vanwege het infuus dat er net zo wiebelig uitzag als ik me voelde. Ik zou willen dat het anders was. Echt. Dan was ik een praktische verpleegkundige die zorgen wegnam. In werkelijkheid zou ik witter zien dan mijn uniform. Niet klepperend maar tanden klapperend op mijn Zweedse klompen.
Braaf hobbelden we achter twee jonge artsen aan van de ene kamer naar de andere, van een scan naar een meetinstrument en een ouderwets letterbord. Mijn schoonvader zakte. De uitkomst was verdrietig. Natte maculadegeneratie in zijn rechteroog. Een derde arts, die achter de schermen had meegekeken, kwam het samen met een slap handje bevestigen. We waren er even stil van. Tot een van de artsen met bulderende stem vertelde dat het oog meteen behandeld moest worden. Dat hoorde mijn schoonvader goed. Gelukkig maar, want toen de arts verder bulderde dat ze met een injectie vocht uit het oog gingen halen, voelde ik me een beetje wiebelig worden. Mijn schoonvader niet, die knikte dapper en schijnbaar stoïcijns. Ik knikte braaf mee maar voelde een appelflauwte opkomen bij de uitleg van de INJECTIE IN HET OOG. Bulder. Slik.
Weer terug in de wachtkamer moesten alle paperassen en afspraken in gang gezet worden. Gelukkig was het zicht van mijn schoonvader nog steeds wazig, waardoor hij niet zag dat mijn gezicht de kleur van de steriele muren van de wachtkamer hadden aangenomen. "Ik ga morgen met je mee hoor", beloofde ik in de auto op de weg naar huis. "Dat is fijn", vond mijn schoonvader. "En ik bestel de vitaminen die je nodig hebt." Hij knikte en stopte de benodigde papieren in mijn dashboardkastje.
De volgende dag vertrouwde ik hem in de wachtkamer toe dat ik niet mee naar binnen wilde. "Natuurlijk niet", keek hij me verbaasd aan. Had lief hem al over mijn niet gemiste roeping verteld? Terwijl een vrolijke assistente mijn schoonvader naar binnen riep, wankelde er een zware dame naar buiten. Zonder voet en met klompschoen. Ze maakte nog een grap voor ze de lift in strompelde. Slik. Ik nam een dubbele espresso, las over de liefde in het Psychologie Magazine en dacht: injectie, injectie, injectie. Met een soepoog kwam mijn schoonvader weer naar buiten. Met een licht schuldgevoel kon ik toch niet anders dan opgelucht zijn toen hij zijn zonnebril opdeed en soepoog aan mijn zicht verdween. "Ging het goed?", piepte ik, niet nieuwsgierig naar de details. "Prima", bevestigde mijn schoonvader. En ik hield weer een beetje meer van hem.
In de auto deed hij mijn dashboardkastje open en haalde er het recept voor de vitaminen uit. "Zal ik deze anders in je tas doen?", grinnikte hij. Lief had hem zeker over mij verteld. "Goed hoor", blufte ik. Na twee dagen en drie telefoontjes van mijn schoonmoeder, heb ik de vitaminen besteld. Ik moest even zoeken, want het recept was inmiddels uit mijn tas verdwenen. Ik had het waarschijnlijk op een plek gelegd zodat ik het niet zou vergeten. Maar waar?
De volgende afspraak van mijn schoonvader zijn we op vakantie en kan ik niet mee. Hij nam het luchtig op, toen ik het vertelde.
donderdag 11 juli 2019
10 x 30 x en door
Het werk verwees me door. Een arbeidscoach. Al bekend bij de collega's die me voorgingen. Een vriendelijke lach, pretogen en een gezicht dat bijna met pensioen ging. Hem maakte niemand meer iets. Ik zeker niet, die ondanks mijn tranen om hem moest lachen. Toen ik buiten stond, wist ik dat ik niet meer terug zou komen. Naar de huisarts dus. Zij verwees me door. Een psychologe die verbonden was aan de praktijk. Jong, rustig, jong. De ruimte vulde zich met ongemakkelijkheid van ons beiden. De tweede keer dat we het probeerden, vroeg ze of er een nog jonger iemand bij het gesprek mocht komen zitten die een dagje stage liep. Eh, liever niet. Ze was blij met mijn assertiviteit. Maar dat was nou net niet... De ruimte vulde zich met verbazing en ongemakkelijkheid. Toen ik buiten stond - met een inlog voor een online cursus mindfulness - wist ik dat ik niet meer terug zou komen. Nou, één keertje dan omdat de huisarts van me verwachtte dat ik de psychologe zou uitleggen waarom. Eh... De ongemakkelijkheid duurde deze keer maar vijf minuutjes.
Het was nog steeds verstandig om met iemand te praten. Het werk verwees me door. Een loopbaancoach die ook verstand had van vastlopen. We maakten een vliegende start met een slordige landing. Ik pakte mijn parachute omdat ik steeds meer buikpijn kreeg van haar stijl van vliegen. Toen ik naar beneden dwarrelde, wist ik het even niet meer. Behalve dat ik niet terug zou komen.
Ondertussen was ik begonnen met hardlopen. 10 weken lang, drie trainingen in de week ging ik voor de 5 km in een redelijk tempo en zonder tussenpozen. De Belgische Evy en Douwe Bob verzorgden het loopschema en de support. Het viel niet mee maar wat was het fijn. Wat ik leerde?
- Dat je soms langzaam gaat en soms hard.
- Dat er niet altijd een peil op te trekken valt.
- Dat het eenvoudiger is als je het in stukjes hakt, al is het in je hoofd.
- Dat de eerste 8 minuten aan een stuk verdomd zwaar is , maar vergeleken bij de volgende 15 minuten aan een stuk een eitje.
- Dat je op heel veel verschillende manieren kunt ademen (en naar adem kunt happen).
- Dat je kunt stampen maar ook veren.
- Dat je ook vooruit komt met een rechtervoet die zwiept.
- Dat winnaars een plan hebben en verliezers een excuus (volgens Evy dan).
- Dat je jezelf kunt aanmoedigen (zachtjes en hardop).
- Dat het leuker is als je lacht naar iedereen die je tegenkomt.
- Dat mensen terug lachen en lieve en grappige dingen zeggen.
- Dat hardlopen in de regen niet leuk is (nog minder leuk met mascara op).
- Dat Amsterdam Noord groen is.
- Dat er af en toe zomaar iemand in het hoge gras ligt te slapen.
- Dat de sloot vol zit met pulletjes en waterhoen-kuikens.
- Dat waterhoen-pubers grappig zijn.
- Dat honden je met rust laten.
- Dat je niet alleen bent.
- Dat op dat ene bankje altijd iemand aan het mijmeren is.
- Dat in dat ene huis die ene man altijd de krant leest op dezelfde plek.
- Dat armen lastiger zijn dan benen, terwijl die relatief niet veel hoeven te doen.
- Dat bomen schaduw geven en fluisteren.
- Dat ik wil wonen in dat ene huis op de dijk.
- Dat ik het kan.
Ik zie hier dus een krul in :-)
woensdag 10 juli 2019
Zucht!
Zucht, ik doe het regelmatig hardop de laatste tijd. Enorm suf, vind ik. Toch doe ik het. Of nog erger, ik praat hardop. Tegen de kat, in het beste geval. Tegen niemand in het bijzonder, in de meeste gevallen. De leden van mijn gezin valt het niet op, in het beste geval. Of ze negeren het, in het meer waarschijnlijke geval. Zou het komen omdat ik niet werk? Hoewel ik er op mijn werk ook wat van kon, hardop zuchten achter mijn laptop, waarop collega's bezorgd vroegen wat er was. Nou ja op den duur ook niet meer.
Het is denk ik toch het huishouden dat me harder doet zuchten. Niet zo voor gemaakt. Meer een opgeruimd karakter dan een opgeruimd huis. Ik ben toch altijd een beetje verontwaardigd als die wasmand weer vol zit. Het is het repetitieve karakter van al die klussen dat me dwars zit. Ik hou nu eenmaal van afvinken. En van afwisseling. En verrassingen. Behalve dan als de vaatwasser de etensrestjes in schaaltjes laat zitten na een intensieve vaat. Niet dat soort verrassingen. Zucht! En daar is 'ie dan. De hardop zucht. Of als ik de bedden opmaak en ik na twee keer draaien het hoeslaken nog verkeerd om het matras doe waardoor ik te lang heb aan de korte kant en te kort aan de lange kant. Of het wasgoed opruimen, inmiddels houd ik het ondergoed van de meiden niet meer uit elkaar en de sokken van de kleine man komen regelmatig in de sokkenla van de grote man en andersom. Zucht!
Als dan alle was is gewassen, gevouwen en opgeruimd, staat het aanrecht alweer vol. Geen beginnen aan en toch doe ik het elke keer weer. Zacht mopperend over de slakkensporen die de kinderen door het hele huis achterlaten. Donald Duckies, oplaadsnoertjes, de gitaar of tenminste de versterker, de iPad en kleine frutsels. Op de trap bouw ik spullentorentjes per kind, maar ze lopen er makkelijk tien keer langs zonder te verblikken of te verblozen. Dan volgt er een preek en verdwijnen de torentjes van de trap. Voor even. Want ook dit is repetitief. Zucht!
Maar ik mag niet mopperen, zeg ik vaak tegen niemand in het bijzonder. Want elke week komt N. en die poetst en die klopt ons hele huis schoon. Voor een dag zijn we stof- en zuchtvrij. Eén dag. Want een huishouden. Dat is verdomd terugkerend.
woensdag 3 juli 2019
Levenslessen voor gratis
Pas volgde ik een workshop bij The School of Life, opgericht door filosoof Alain de Botton omdat we volgens hem veel leren op school, maar weinig over de levensvragen die hem 's nachts wakker houden. Wat is een goede vriend? Hoe voer je een echt gesprek? Hoe vind je een baan die bij je past? Hoe vind je liefde? Antwoorden kunnen we vinden met behulp van bijna drieduizend jaar intellectuele ontwikkeling door filosofen, kunstenaars, schrijvers en wetenschappers. Kortom je staat er niet alleen voor en je bent zeker niet de enige die 's nachts weleens wakker ligt, dat gebeurt dus al minstens drieduizend jaar.
Kleine man heeft geen levenslessen op zijn rooster staan. Toch leert hij volop. In de praktijk. Deze week ondervond hij hoe ingewikkeld vriendschap kan zijn. Met dikke tranen kwam hij uit school omdat beste vriend T. alweer niet wilde afspreken. Vriendje O. wilde graag, maar dat wilde kleine man weer niet waardoor ook teleurstelling doorbrak op het gezicht van O. Er schoot me even geen wijsheid te binnen om het grote verdriet te verzachten. Kleine man snikte en mijmerde over groep drie toen het nog echt leuk was met T. Toen was er nog geen poezennest, de reden waarom T. graag thuis is en niet wil afspreken. Ik probeer hem uit te leggen dat vrienden niet altijd hetzelfde willen als jij. Dat dat soms jammer is. Maar dat het omgekeerd ook zo werkt. En dat je dan evengoed vrienden kunt zijn. Vrienden zijn nu eenmaal geen robots die je kunt programmeren op jouw wensen. Ik wist zeker dat geen filosoof dit ooit gezegd had, maar ik had dan ook geen levenslessen op school gevolgd. Kleine man keek me niet begrijpend aan en snikte nog wat harder.
Toen probeerde ik hem uit te leggen dat het ook goed is om je eigen plan te trekken en open te staan voor andere vriendjes (ik dacht aan het beteuterde gezicht van O.). Maar zijn eigen plan was nou juist spelen met T. en in groep drie... Terwijl ik bleef praten en troosten, haalde kleine man plotsklaps zijn neus op: "Zullen we er nu over ophouden mam, ik word alleen maar verdrietig van al dat gepraat". Tsja. Erover ophouden bleek het beste idee van de middag. Samen met limonade en zijn lievelings Donald Duck. Binnen vijf minuten was hij luidkeels aan het schateren.
Ik denk aan mijn workshop, waar me na een uur ook het gevoel bekroop dat iedereen eens even lekker zijn mond moest houden. Vooral de juf, die op alles zei, "dat is mooi" om vervolgens een betekenisloze stilte te laten vallen. Niet aardig, maar toch dacht ik het. Antwoorden kreeg ik ook al niet. In het winkeltje kon ik wel boekjes kopen en doosjes met wijze quotes. Ik vond ze duur maar wat voor prijskaartje hang je aan levensvragen? Aan de hoop op antwoorden valt natuurlijk te verdienen. En niks is voor gratis. Hoewel. Ik denk aan Socrates. En aan kleine man. En aan vriend F. die beweert dat alles vanzelf gaat. Ik grinnik en voel mijn slechte humeur langzaam wegebben. All you need is love, herhaal ik mijn eigen mantra stilletjes in de drukke hipster-winkel waar ik niks koop. En sneeuwschuivers blijven we.
Ik loop naar de buiten waar de zon schijnt en haal diep adem. Dat had ik veel eerder moeten doen. En hoewel ik niet veel wijzer ben geworden, weet ik één ding. Antwoorden komen soms vanzelf en niet altijd op de plaatsen waar je ze zoekt. Fijn toch.
Kleine man heeft geen levenslessen op zijn rooster staan. Toch leert hij volop. In de praktijk. Deze week ondervond hij hoe ingewikkeld vriendschap kan zijn. Met dikke tranen kwam hij uit school omdat beste vriend T. alweer niet wilde afspreken. Vriendje O. wilde graag, maar dat wilde kleine man weer niet waardoor ook teleurstelling doorbrak op het gezicht van O. Er schoot me even geen wijsheid te binnen om het grote verdriet te verzachten. Kleine man snikte en mijmerde over groep drie toen het nog echt leuk was met T. Toen was er nog geen poezennest, de reden waarom T. graag thuis is en niet wil afspreken. Ik probeer hem uit te leggen dat vrienden niet altijd hetzelfde willen als jij. Dat dat soms jammer is. Maar dat het omgekeerd ook zo werkt. En dat je dan evengoed vrienden kunt zijn. Vrienden zijn nu eenmaal geen robots die je kunt programmeren op jouw wensen. Ik wist zeker dat geen filosoof dit ooit gezegd had, maar ik had dan ook geen levenslessen op school gevolgd. Kleine man keek me niet begrijpend aan en snikte nog wat harder.
Toen probeerde ik hem uit te leggen dat het ook goed is om je eigen plan te trekken en open te staan voor andere vriendjes (ik dacht aan het beteuterde gezicht van O.). Maar zijn eigen plan was nou juist spelen met T. en in groep drie... Terwijl ik bleef praten en troosten, haalde kleine man plotsklaps zijn neus op: "Zullen we er nu over ophouden mam, ik word alleen maar verdrietig van al dat gepraat". Tsja. Erover ophouden bleek het beste idee van de middag. Samen met limonade en zijn lievelings Donald Duck. Binnen vijf minuten was hij luidkeels aan het schateren.
Ik denk aan mijn workshop, waar me na een uur ook het gevoel bekroop dat iedereen eens even lekker zijn mond moest houden. Vooral de juf, die op alles zei, "dat is mooi" om vervolgens een betekenisloze stilte te laten vallen. Niet aardig, maar toch dacht ik het. Antwoorden kreeg ik ook al niet. In het winkeltje kon ik wel boekjes kopen en doosjes met wijze quotes. Ik vond ze duur maar wat voor prijskaartje hang je aan levensvragen? Aan de hoop op antwoorden valt natuurlijk te verdienen. En niks is voor gratis. Hoewel. Ik denk aan Socrates. En aan kleine man. En aan vriend F. die beweert dat alles vanzelf gaat. Ik grinnik en voel mijn slechte humeur langzaam wegebben. All you need is love, herhaal ik mijn eigen mantra stilletjes in de drukke hipster-winkel waar ik niks koop. En sneeuwschuivers blijven we.
Ik loop naar de buiten waar de zon schijnt en haal diep adem. Dat had ik veel eerder moeten doen. En hoewel ik niet veel wijzer ben geworden, weet ik één ding. Antwoorden komen soms vanzelf en niet altijd op de plaatsen waar je ze zoekt. Fijn toch.
Lang leve Loesje, mijn favoriete filosofe.
maandag 1 juli 2019
Klotehommel en klepmondjes
Dit weekend lag het geluk voor het oprapen. Samen met vriendin I., haar kinderen en kleine man in een huisje achter de duinen. Elk jaar zoeken we elkaar op als onze mannen zich onderdompelen op Rock Werchter of Pinkpop of allebei. Ik leerde vriendin I. kennen toen ik net samen was met M. Ze kwam erbij inbegrepen zeg maar, als nichtje van de moeder van mijn meiden en haar man een van de beste vrienden van mijn lief. De eerste keer was even wennen omdat waar ik, eerst haar nicht... en nou ja omgekeerd dezelfde drempel. Het was overkomelijk en meer dan dat. De tweede keer was koninginnenacht en leuk. We maakten plannen voor een vakantie samen die onvergetelijk zou worden en inmiddels voelt ze als familie.
I. zou een uitstekende personal planner zijn ware het niet dat ze al een uitstekende psycholoog en gedrags-therapeut is. Maar in haar vrije tijd kan ze het niet laten. Omdat ik stiekem een beetje jaloers ben op haar doortastendheid, plaag ik haar hier regelmatig mee. Het maakt haar niet uit. Voor het weekend stuurde ze me dan ook praktische boodschappen-, verdeel en to-do-lijstjes. De voorpret kon beginnen en het gourmet-stel moest mee, want I. maakt graag onze kinderen blij. Toen kleine man nog echt klein was, wilde hij op vakantie liever zwemmen met 'de andere mama', I. kende namelijk alle zwemliedjes uit haar hoofd en zweefde de kinderen eindeloos door de lucht bij het liedje 'helikopter'. En dan kende ze ook nog eens de volledige namen van alle Cars-auto's uit haar hoofd, ik verzin het niet.
Het huisje was fijn, de duinen mooi, het strand korrelig en het zeewater verkoelend. Nadat ik stellig had beloofd dat het geen dag voor kwallen was, kreeg ik ook N., de oudste van I., het water in. Hij spetterde net zo tevreden als ik me voelde tot hij met een hoge stem vroeg of dat een kwal was. Het bewijs tentakelde doorzichtig langs onze benen. "Een hele lieve?", probeerde ik nog maar N. stond al aan de kant. Gelukkig had I. emmers en schepjes meegebracht en waar ik dacht dat ze die ontgroeid waren, werd er tot laat in de middag geschept en gegraven. Een dam tegen de vloed en de kwallen. Drie figuurtjes druk in de weer. Klik, in mijn hoofd nam ik een polaroid.
Natuurlijk moest er ook gebowld, gegourmet, gezwommen en gesprongen op het enorme luchtkussen. Het eerste met hekjes voor de kinderen, waardoor de moeders meesterlijk werden ingemaakt. Het tweede twee keer, omdat de hamburgers het aflegden tegen de slappe pannenkoeken en er dus over was. Natuurlijk was er naast zoveel geluk ook gedoe. M., de jongste van I., verbrandde haar vinger tijdens het gourmetten aan een pannetje en de volgende avond nog maar weer eens. En kleine man werd geprikt door een hommel, waardoor we ook meteen wisten waar de krachtterm klotehommel vandaan kwam. Zijn teen werd twee keer zo dik, maar J. besefte dat de hommel meer pech had. Een pechhommel dat hij net even op dat grasveld was gaan liggen waar de jongens blotevoetenvoetbal aan het spelen waren.
Wanneer de kinderen in bed lagen, was er wijn en bijkletsen. Klepmondjes, aldus de kleine man die als een pot met grote oren in het stapelbed zijn klepmondje ook niet stil liet staan tegen N. "We hebben ook zoveel te bespreken", vertrouwde hij me later toe terwijl hij de slaap nog maar eens uit zijn ogen wreef.
Terwijl we de spullen weer inpakten, verheugden we ons alweer op de zomer. Samen in Portugal. Ga je dan veel voor me zingen, grinnikte ik omdat I. dit jaar de stoute schoenen had aangetrokken en zangeres van een band was geworden. Alleen als jij een keer over me schrijft, knipoogde ze terug. In de auto naar huis deden we alsof de maandag wegens omstandigheden was verzet. Dat krijg je ervan, van zo'n weekend en zo'n vriendschap.
I. zou een uitstekende personal planner zijn ware het niet dat ze al een uitstekende psycholoog en gedrags-therapeut is. Maar in haar vrije tijd kan ze het niet laten. Omdat ik stiekem een beetje jaloers ben op haar doortastendheid, plaag ik haar hier regelmatig mee. Het maakt haar niet uit. Voor het weekend stuurde ze me dan ook praktische boodschappen-, verdeel en to-do-lijstjes. De voorpret kon beginnen en het gourmet-stel moest mee, want I. maakt graag onze kinderen blij. Toen kleine man nog echt klein was, wilde hij op vakantie liever zwemmen met 'de andere mama', I. kende namelijk alle zwemliedjes uit haar hoofd en zweefde de kinderen eindeloos door de lucht bij het liedje 'helikopter'. En dan kende ze ook nog eens de volledige namen van alle Cars-auto's uit haar hoofd, ik verzin het niet.
Het huisje was fijn, de duinen mooi, het strand korrelig en het zeewater verkoelend. Nadat ik stellig had beloofd dat het geen dag voor kwallen was, kreeg ik ook N., de oudste van I., het water in. Hij spetterde net zo tevreden als ik me voelde tot hij met een hoge stem vroeg of dat een kwal was. Het bewijs tentakelde doorzichtig langs onze benen. "Een hele lieve?", probeerde ik nog maar N. stond al aan de kant. Gelukkig had I. emmers en schepjes meegebracht en waar ik dacht dat ze die ontgroeid waren, werd er tot laat in de middag geschept en gegraven. Een dam tegen de vloed en de kwallen. Drie figuurtjes druk in de weer. Klik, in mijn hoofd nam ik een polaroid.
Natuurlijk moest er ook gebowld, gegourmet, gezwommen en gesprongen op het enorme luchtkussen. Het eerste met hekjes voor de kinderen, waardoor de moeders meesterlijk werden ingemaakt. Het tweede twee keer, omdat de hamburgers het aflegden tegen de slappe pannenkoeken en er dus over was. Natuurlijk was er naast zoveel geluk ook gedoe. M., de jongste van I., verbrandde haar vinger tijdens het gourmetten aan een pannetje en de volgende avond nog maar weer eens. En kleine man werd geprikt door een hommel, waardoor we ook meteen wisten waar de krachtterm klotehommel vandaan kwam. Zijn teen werd twee keer zo dik, maar J. besefte dat de hommel meer pech had. Een pechhommel dat hij net even op dat grasveld was gaan liggen waar de jongens blotevoetenvoetbal aan het spelen waren.
Wanneer de kinderen in bed lagen, was er wijn en bijkletsen. Klepmondjes, aldus de kleine man die als een pot met grote oren in het stapelbed zijn klepmondje ook niet stil liet staan tegen N. "We hebben ook zoveel te bespreken", vertrouwde hij me later toe terwijl hij de slaap nog maar eens uit zijn ogen wreef.
Terwijl we de spullen weer inpakten, verheugden we ons alweer op de zomer. Samen in Portugal. Ga je dan veel voor me zingen, grinnikte ik omdat I. dit jaar de stoute schoenen had aangetrokken en zangeres van een band was geworden. Alleen als jij een keer over me schrijft, knipoogde ze terug. In de auto naar huis deden we alsof de maandag wegens omstandigheden was verzet. Dat krijg je ervan, van zo'n weekend en zo'n vriendschap.
Pechhommel-teen
dinsdag 25 juni 2019
Pretletters
Vorige week ging ik met mijn vader fietsen in Amsterdam Noord. Voor zijn verjaardag nog. Langs Oedipus en Walhalla, twee brouwerijen en een rondje langs wat oud en nog veel meer wat nieuw. We kletsten bij en lachten. Amsterdam Noord deed haar best. De zon scheen, de brouwer brouwde en de terrassen lonkten. Aan het IJ fietste een Engelsman komkommers in schijfjes vanwege National Cucumber Day, verkochten Amsterdammers oude spullen uit hun kofferbak en we reden een poosje achter een zingend koor aan. Tegen de avond bestelden we nog een laatste proeverijtje om het af te leren en proostte mijn vader op een onvergetelijk dag. Hij verheugde zich al op de volgende, want dan zou hij nog eens kunnen terugkijken op vandaag. Napret.
Op de fiets naar huis bedacht ik dat je mensen waarschijnlijk kunt indelen in twee types, de voorpret-mensen en de napret-mensen. Mijn moeder is van de voorpret, net als mijn broer. Wanneer mijn moeder vroeger alleen al haar zin begon met 'we gaan vandaag...' gingen zijn handen al de lucht in. "Yoeheee!" Als mijn moeder haar zin dan afmaakte met '... naar de tandarts', had hij de voorpret in ieder geval al in zijn zak zitten. Mijn lief is van het moment, net als middelste. Als boeddhisten kunnen ze enorm van het moment genieten maar daarvoor en daarna zijn ze alweer druk met die andere momenten. Oudste is van de voorpret, vooral over wat ze allemaal gaat doen later als ze groot is (lees: op vakantie gaat met vrienden, op zichzelf woont met vrienden en nog zo wat varianten zonder ouders).
Hoewel ik achteraf kan nagenieten van een leuke dag, ben ik beter in voorpret. Ik hou van iets voor de boeg. Een vrolijke punaise op de denkbeeldige planner. En kleine man? Die heeft het uitgevonden. Voorpret bij alle plannetjes die hij bedenkt. Voorpret bij een mop die hij vertelt en waar ik de clou nog niet van begrijp. Voorpret bij zijn verjaardag (het hele jaar door). Voorpret als hij met zijn beste vriend T. op mijn telefoon aan het appen is en hij T. alleen nog maar ziet tikken. Hij hupst dan van zijn ene been op de andere, zegt minstens 10x mama terwijl ik al luister en lacht zo aanstekelijk dat je niet veel anders wil dan zijn plannen een zetje geven.
Voorpret of napret, waar je ook van bent, extra pret is het. En daar kan ik dan weer enorm van genieten.
Op de fiets naar huis bedacht ik dat je mensen waarschijnlijk kunt indelen in twee types, de voorpret-mensen en de napret-mensen. Mijn moeder is van de voorpret, net als mijn broer. Wanneer mijn moeder vroeger alleen al haar zin begon met 'we gaan vandaag...' gingen zijn handen al de lucht in. "Yoeheee!" Als mijn moeder haar zin dan afmaakte met '... naar de tandarts', had hij de voorpret in ieder geval al in zijn zak zitten. Mijn lief is van het moment, net als middelste. Als boeddhisten kunnen ze enorm van het moment genieten maar daarvoor en daarna zijn ze alweer druk met die andere momenten. Oudste is van de voorpret, vooral over wat ze allemaal gaat doen later als ze groot is (lees: op vakantie gaat met vrienden, op zichzelf woont met vrienden en nog zo wat varianten zonder ouders).
Hoewel ik achteraf kan nagenieten van een leuke dag, ben ik beter in voorpret. Ik hou van iets voor de boeg. Een vrolijke punaise op de denkbeeldige planner. En kleine man? Die heeft het uitgevonden. Voorpret bij alle plannetjes die hij bedenkt. Voorpret bij een mop die hij vertelt en waar ik de clou nog niet van begrijp. Voorpret bij zijn verjaardag (het hele jaar door). Voorpret als hij met zijn beste vriend T. op mijn telefoon aan het appen is en hij T. alleen nog maar ziet tikken. Hij hupst dan van zijn ene been op de andere, zegt minstens 10x mama terwijl ik al luister en lacht zo aanstekelijk dat je niet veel anders wil dan zijn plannen een zetje geven.
Voorpret of napret, waar je ook van bent, extra pret is het. En daar kan ik dan weer enorm van genieten.
Luchtfietsen voor schijfjes komkommer...
dinsdag 18 juni 2019
Afscheid
Afscheid. We nemen het liever niet. Tenminste niet van wat ons lief is. Dat houden we het liefst altijd bij ons. Niet zo bewust misschien want wat je het liefste is, is ook vaak zo vanzelfsprekend. Die man met die mooie bruine ogen die 's ochtends op een veel te vroeg tijdstip de deur uit sluipt. Je wil hem nog zeggen hoeveel je van hem houdt maar je bent nog niet wakker en dat komt vanavond wel. Die lieve vriendin die zo belangrijk voor je is maar die je het laatste jaar bijna niet hebt gesproken. Je ouders waarvan je liever niet wilt zien dat ze toch echt ouder aan het worden zijn.
Afscheid. Ik ben er niet zo goed in. Afscheid van een fijne vakantie. Afscheid van dat de kinderen nog echt klein waren. Afscheid van een dierbare. Ik denk er liever niet aan. Het laatste. Schuif het voor me uit, de bocht om, niets te zien behalve een lange zonnige weg waarover ik in een oud Volkswagen busje rijd. Geen haast en een volle bak. Met alle lifters die mijn hart onderweg heeft opgepikt. Ik beloof veilig te rijden, maar we weten allemaal beter. Geen garanties.
Vandaag neemt mijn schoonzusje afscheid van haar vader. Met verstandige woorden probeert ze door de telefoon haar verdriet een plek te geven terwijl ze naar haar moeder in Limburg rijdt. De laatste weken was ze er vaak. Om nog bij hem te kunnen zijn. Iets wat zo lang vanzelfsprekend was. Gelukkig maar. Al die tijd troost nu. Bitterzoet.
Afscheid. We nemen het liever niet. En als we veel van iemand houden doen we het nooit helemaal. Mijn oma zit nog vaak bij me, in de lavendelblauwe stoel die van haar was en waar ik nu zo graag in dagdroom. Dan hoor en zie ik haar als ik mijn ogen sluit. Mijn opa scharrelt dan wat om haar heen, die kon namelijk nooit stilzitten. En R. en P. die zitten voorin in mijn busje met hun gordels veilig om terwijl ze een wedstrijdje doen wie het meeste kan ouwehoeren.
Hoe moeilijk ook, toch is het goed om wat meer te leven met die bocht in zicht. Niet om op de rem te gaan staan, maar wel om af en toe uit te stappen en dat stelletje lifters in je Volkswagen busje niet alleen door je achteruitkijkspiegeltje te zien.
Heb het leven en de lifters lief. En koester.
Afscheid. Ik ben er niet zo goed in. Afscheid van een fijne vakantie. Afscheid van dat de kinderen nog echt klein waren. Afscheid van een dierbare. Ik denk er liever niet aan. Het laatste. Schuif het voor me uit, de bocht om, niets te zien behalve een lange zonnige weg waarover ik in een oud Volkswagen busje rijd. Geen haast en een volle bak. Met alle lifters die mijn hart onderweg heeft opgepikt. Ik beloof veilig te rijden, maar we weten allemaal beter. Geen garanties.
Vandaag neemt mijn schoonzusje afscheid van haar vader. Met verstandige woorden probeert ze door de telefoon haar verdriet een plek te geven terwijl ze naar haar moeder in Limburg rijdt. De laatste weken was ze er vaak. Om nog bij hem te kunnen zijn. Iets wat zo lang vanzelfsprekend was. Gelukkig maar. Al die tijd troost nu. Bitterzoet.
Afscheid. We nemen het liever niet. En als we veel van iemand houden doen we het nooit helemaal. Mijn oma zit nog vaak bij me, in de lavendelblauwe stoel die van haar was en waar ik nu zo graag in dagdroom. Dan hoor en zie ik haar als ik mijn ogen sluit. Mijn opa scharrelt dan wat om haar heen, die kon namelijk nooit stilzitten. En R. en P. die zitten voorin in mijn busje met hun gordels veilig om terwijl ze een wedstrijdje doen wie het meeste kan ouwehoeren.
Hoe moeilijk ook, toch is het goed om wat meer te leven met die bocht in zicht. Niet om op de rem te gaan staan, maar wel om af en toe uit te stappen en dat stelletje lifters in je Volkswagen busje niet alleen door je achteruitkijkspiegeltje te zien.
Heb het leven en de lifters lief. En koester.
De tekst op het briefje is van Janne Schra en zo verdomd mooi en wijs.
maandag 17 juni 2019
Weeketariër
"Ik word vegetariër." Ik ben nog maar net binnen of oudste valt met haar deur in huis. Daar moet ik even voor gaan zitten. Je moet namelijk weten dat oudste behalve erg van koken ook erg van vlees houdt. En tot deze uitspraak was er geen enkel vermoeden dat ze het voorbeeld van haar vader, die nu al negen jaar geen vlees en vis meer eet, wilde gaan volgen. Integendeel. Af en toe verkondigde ze tegen niemand in het bijzonder (lees: haar vastberaden vega vader en twijfelende faketariër stiefmoeder) dat ze echt nooit ging stoppen met vlees eten.
"Maar je houdt zo van dieren", plaagde ik dan waarbij ik met de ene vinger naar haar en de andere naar mezelf wees. Waarop ze meestal haar hand in de lucht hield waartegen ik kon plagen als Brugman.
"Wat is er gebeurd?", vraag ik dan ook, verbaasd. "Niets", behalve dat ik vegetariër word, zegt ze met gevoel voor understatement. "Nou ja, alleen bij jullie dan, want bij mama mag het niet", vult ze praktisch haar zojuist gewijzigde levensstijl aan. Ik ben er even stil van. "Dus ook geen biefstuk van opa?", vraag ik. Vastberaden schudt ze van nee. "En de gehaktballen van oma?" "Die ook niet", bevestigt ze mijn vermoeden dat het serieus is. "En jouw spaghetti carbonara dan?" Ik moet ervan slikken en zie ook A. even verlekkerd wegdromen. "Nee", zegt ze vastberaden terwijl ik spijtig bedenk dat ze deze dus alleen nog maar bij haar moeder gaat maken.
"Ik vind het zielig voor de dieren", licht ze haar besluit toe. "En van vis hou ik eigenlijk toch niet", voegt ze er eerlijk aan toe.
Dus eigenlijk word je een weeketariër, vat ik ons gesprek samen. Ze moet lachen. "Ja, precies dat!" "Maar als jij geen vlees meer wil eten, kan ik ook niet meer achterblijven", pieker ik hardop. Oudste lacht nog maar eens. "Misschien", oordeelt ze mild. "en anders ben je gewoon een weaketariër!"
Idealist, parttime vleeseter én grappenmaker. Dat ze de wereld een stukje mooier maakt is zeker.
"Maar je houdt zo van dieren", plaagde ik dan waarbij ik met de ene vinger naar haar en de andere naar mezelf wees. Waarop ze meestal haar hand in de lucht hield waartegen ik kon plagen als Brugman.
"Wat is er gebeurd?", vraag ik dan ook, verbaasd. "Niets", behalve dat ik vegetariër word, zegt ze met gevoel voor understatement. "Nou ja, alleen bij jullie dan, want bij mama mag het niet", vult ze praktisch haar zojuist gewijzigde levensstijl aan. Ik ben er even stil van. "Dus ook geen biefstuk van opa?", vraag ik. Vastberaden schudt ze van nee. "En de gehaktballen van oma?" "Die ook niet", bevestigt ze mijn vermoeden dat het serieus is. "En jouw spaghetti carbonara dan?" Ik moet ervan slikken en zie ook A. even verlekkerd wegdromen. "Nee", zegt ze vastberaden terwijl ik spijtig bedenk dat ze deze dus alleen nog maar bij haar moeder gaat maken.
"Ik vind het zielig voor de dieren", licht ze haar besluit toe. "En van vis hou ik eigenlijk toch niet", voegt ze er eerlijk aan toe.
Dus eigenlijk word je een weeketariër, vat ik ons gesprek samen. Ze moet lachen. "Ja, precies dat!" "Maar als jij geen vlees meer wil eten, kan ik ook niet meer achterblijven", pieker ik hardop. Oudste lacht nog maar eens. "Misschien", oordeelt ze mild. "en anders ben je gewoon een weaketariër!"
Idealist, parttime vleeseter én grappenmaker. Dat ze de wereld een stukje mooier maakt is zeker.
Hoelang kom ik nog weg met deze geweldige uitspraak van Catootje...
Abonneren op:
Posts (Atom)
Verhuisbericht
Mijn blog is verhuisd naar dagelijksedingen.blog Zie ik je daar?
-
De tijd rolt met een razende Rrrrrr... het is vast mijn leeftijd want de kinderen hoor ik er niet over. Die wisselen moeiteloos Sint Maart...
-
Ik interview middelste voor mijn boek. We moeten er allebei een beetje om grinniken terwijl ik de dictafoon op mijn telefoon test. Met een k...