zaterdag 31 december 2016

Dag 2016!

Wat zal 2016 ons brengen? Ik hoop veel wijsheid en minder medialawaai. Dat schreef ik vorig jaar op de laatste dag van 2015. Dromen. Ook dat wenste ik. En liefde. We hebben het hard nodig in een wereld die verwart. Een wereld waarin Trump president kan worden. Waarin duizenden mensen op de vlucht zijn voor oorlog. Waarin duizenden mensen sterven door oorlog. In Aleppo is geen vredesbestand heilig. Er worden overal ter wereld aanslagen gepleegd.

Vaak zou ik willen dat de wereld kleiner was. Dat we het ophakken in kleine stukjes en we binnen die kleine stukjes weer voor elkaar gaan zorgen. Verantwoordelijkheid nemen voor wat we doen en wat we niet doen en daar ook anderen op mogen aanspreken. Een mini-economie. Een mini-samenleving. Mini-uitdagingen en mini-problemen. Kapitalisme wordt minimalisme. We adopteren allemaal iemand om over te waken. Buiten familie en vrienden om. En zondag is rustdag. Net als vroeger maar dan zonder kerk. Het geloof is bezinning. Een dag geen nieuws. Tijd voor familie en vrienden zonder social media. En de winkels dicht...

Ondertussen knalt buiten het vuurwerk en tikt de klok onverbiddelijk door. Ik heb een beetje hoofdpijn maar de champagne moet nog komen. Gevangen tussen alles wat ik wil en werkelijkheid. Voor de wereld. Maar ook voor mijn eigen mini-wereld. Een blog schrijven in ieder geval. Waarin ik nog even terugkijk op het afgelopen jaar. Mijn afgelopen jaar. Tegenover de verwarring van de wereld was ik gezegend in een mini-wereld te kunnen leven vol grote geluksmomenten in ogenschijnlijk dagelijkse dingen. Een moeder die weer gezond is. Twee opa's en oma's voor de kinderen, die ons zo vaak bijspringen als dat nodig is. Ik besef hoe bijzonder dat is en geniet er ook van als we wekelijks met elkaar aan tafel zitten. Ik geniet ook van oudste, middelste en jongste die met zevenmijlslaarzen door het leven lopen. Kleine man naar groep drie, van lichte tegenzin naar met veel plezier. Hij is als een

VU
I
SS

vis in het water inmiddels. Een pratende vis, want hij kletst nog steeds de oren van ons hoofd. Heerlijk! Middelste droomde zich een weg naar groep 7 en slaagde met vlag en wimpel voor de wekelijkse taallessen van Els voor haar dyslexie. Als ze 's avonds voorleest voor mij en kleine man geniet ik van het plezier dat ze nu heeft in lezen. Een cadeau! Oudste houdt het liever bij de Donald Duck, maar leest al genoeg. Denk ik. Want met een onvoorstelbaar gemak zit ze alweer in het tweede jaar van het Technasium.  Gisteren werd ze veertien. Ons blonde geluk. En lief, is nog steeds mijn liever dan lief. Hij werkt nog steeds te hard maar iets minder dan vorig jaar. Hij beseft ook dat het toch nooit af is. Als ik hem naar zijn goede voornemens vraag, zegt hij hetzelfde als altijd. Dat hij daar niet aan doet. Net als terugblikken. Dus doe ik het ook voor hem. En denk aan de onvergetelijke Fiesta Fiesta van vrienden S. en A. Ze gaven elkaar in Spanje voor de 2e keer het jawoord. Ik zeg drie keer scheepsrecht? Ik denk aan onze berg in Italië en hoe dolce het was. Ik denk aan het feest dat vriendin W. en ik gaven voor ons 45e verjaardag en hoelang we al vriendinnen zijn.

Ik denk liever niet aan het hollen en haasten en wekkers die veel te vaak gingen, maar weet dat dat ook volgend jaar weer onvermijdelijk én overkomelijk zal zijn. Ik denk met een glimlach aan een droom die ik hardop deelde in de Snorfabriek en hoe die zomaar een beginnend staartje kreeg. Ik denk aan de schrijfworkshop die ik volgde en de mooie camera die ik kreeg om mijn mini wereld vast te leggen. Ik denk aan de coach die op mijn pad kwam en het vallen en opstaan soms. Maar al met al was het echt niet gek, lief 2016. Meer gelachen dan gehuild. Meer gewonnen dan verloren (en dan denk ik niet aan het straatje dat boven op de keukentafel ligt).

Natuurlijk heb ik weer veel te wensen voor het nieuwe jaar. Meer dan mijn hoofd aan kan. Maar het hart heeft genoeg ruimte én geduld. Dat is leven. Dat is vrijheid. Plannen maken. En ze bijsturen als het leven anders loopt. Ik wens iedereen voor 2017 een mini wereld om te schuilen tegen de verwarring van de grote wereld. En om vanuit al die mini werelden het goede te brengen. Liefde en dromen. Die werken aanstekelijker dan angst en haat. Vertel de mensen van wie je houdt dat je van ze houdt. Het kan niet vaak genoeg zijn. En tel je zegeningen. Ze troosten als je verdrietig bent. En lach. Om het mooie. Om de wereld. Om een ander en om jezelf. Het maakt je hoofd en hart lichter en daarmee maak je weer ruimte voor een ander.




maandag 26 december 2016

You have been loved

Lief maakt me wakker, zijn armen om me heen. Ik heb goed en slecht nieuws, wat wil je als eerste horen, fluistert hij. Ik wrijf mijn ogen wakker en met een vervelend gevoel in mijn buik vraag ik om het goede nieuws eerst. "Dat ik van je hou,"zegt hij schor. " Er is toch niemand dood", vraag ik ongerust. Maar ik weet eigenlijk al dat het zo is. George Michael, hij overleed op 1e kerstdag. Zijn last Christmas, cynisch én bijzonder tegelijkertijd. Veel te jong.

Dan belt mijn moeder. Nog meer verdrietig nieuws. Dichterbij. Mijn lieve tante S. is vanmorgen gestorven.  Ze was ziek, dus onverwachts is het niet. Ze had er vrede mee, maar dat maakt het niet minder verdrietig. Ze laat mijn lieve oom L. achter, die niet weet hoe hij zonder haar... en zoon P. die nog thuis woont. Twee mannen die niet goed weten hoe ze woorden moeten geven aan wat ze nu voelen. 

You have been loved, schreef en zong George Michael, over de pijn van het verliezen van een dierbare. What's the use in pressing palms. If you won't keep such love from harm. Het voelt oneerlijk, maar wie hoort ons beklag. De dood maakt onvermijdelijk deel uit van ons leven. En het enige dat we kunnen doen is praying for time, nog zo'n prachtig nummer van George Michael. We kunnen de herinneringen koesteren en delen. Dus vertel ik over tante S. aan de kinderen. Over de talloze ringen aan al haar vingers. Haar unieke kledingstijl. Hoe knap ze was vroeger. En hoe ze altijd iets meenam voor de kinderen. Een paar weken geleden vierde ze dat ze vijftig jaar getrouwd was met een groot feest. Eigenlijk al te ziek, maar daar wilde ze niet over praten.  In haar rolstoel was ze het stralende middelpunt. Geen tranen, vroeg ze, want vandaag was het feest. Op de verjaardag van mijn moeder was ze niet, dat ging al niet meer. Ik miste haar. Wie dronk er nu net dat glaasje teveel om daarna de giechels te krijgen en onschuldig met mijn lief te flirten alsof ze nog dat knappe meisje van vroeger was. Ze probeerde nog het nieuwe jaar te halen. Werd door brandweermannen naar het ziekenhuis gebracht, tot haar grote vreugde. Maar daar wilde ze al snel weer naar huis. Het huis waar oom L. en mijn vader opgroeiden. Daar deed ze vanmorgen in het bijzijn van haar geliefden haar ogen dicht.

Hoewel ik niet geloof, stel ik me een grote gedekte tafel voor. Tweede Kerstdag in de Hemel. Tante S. heeft haar mooiste sieraden om, een opvallende feestjurk en haar korte haar vlamt rood op. Het is er gezellig. Mijn opa en oma zitten naast elkaar. Oma T. is er ook. Vriendin P. lacht haar aanstekelijke lach en voert het hoogste woord. R. luistert aandachtig met zijn onvergetelijke zachtaardigheid. Poes pikt lekkers van tafel. En George Michael zingt

"You have been loved."  

vrijdag 2 december 2016

Out of office: chasing dreams

"Alles onder controle hoor", zeg ik tegen lief. Het is woensdag en mijn vrije dag. "De cadeautjes zijn binnen, mijn surprise is af en mijn gedicht ook". Terwijl ik het zeg, voel ik een zenuwachtig lachje opborrelen want ik weet dat ik vast iets ben vergeten. Als de deur dichtslaat achter het oudste kind, verzamel ik de dozen en pakjes die de post heeft bezorgd en door het huis verstopt zijn. Verdomd, het is onder controle. De pakjes voor pakjesavond, de cadeautjes voor nog twee avonden schoen en de verrassing voor mijn lief, die verjaart op dezelfde dag als bij ons het Sinterklaasfeest losbarst. De meiden hebben hun surprise gemaakt en zowaar dichterlijk gedicht. Klaar! En nog vier dagen te gaan. Triomfantelijk kijk ik naar de poes, bij gebrek aan gezelschap.

Toch daalt er geen rust in mijn hoofd. Zelfs niet als ik mijn schoonvader bel om kippensoep te maken en mijn moeder om er broodjes bij te smeren. Het zit hem niet langer in de Sint maar in iets anders. Het knispert in mijn hoofd en jengelt om aandacht. Het is belangrijk. Het is een droom die ik op papier wil zetten. Mag zetten. 

's Middags breng ik kleine man naar zwemles, halverwege besef ik dat ik zijn zwembroek ben vergeten. Te laat om te keren. We rijden toevallig langs de HEMA dus ik hol naar binnen om daar te horen dat er geen zwembroek meer wordt verkocht. Onder protest wordt er gezwommen in zijn rode onderbroek. Een schone gelukkig. Geen sporen van windjes. Bij het afdrogen ontdek ik dat zijn zwembroek toch in zijn tas zit. 

Donderdag breng ik kleine man naar school. We zijn op tijd. Fijn. Maar we staan voor een dichte klas. Dat is gek. Een verrassing vanwege de Sint? Er hangen geen jassen op de kapstok en het is toch al vijf voor halfnegen. "Gym", roept een moeder in het voorbijgaan. F*CK, dat is ook zo. Kleine man heeft vanaf deze week ook op donderdag gym. In een ander gebouw... Hollen, vliegen en tien minuten later slinger ik kleine man de grote gymzaal in. Ik geniet van de kleine wandeling terug naar mijn auto. Even niets voor ik aansluit in de file naar het werk. 

"Doe je niets geks", fluistert Brigitte Kaandorp de hele dag in mijn hoofd dat bonkt. Koffie en paracetamol proberen er wat van te maken. Maar de droom knaagt en ik voel me schuldig. Was Sinterklaas nog een reden om het uit te stellen... 

Als ik einde dag mijn auto instap, app ik baas M. "Ik neem morgen een dagje vrij." "Goed plan", appt ze vrijwel direct terug. Een vrije dag om dromen na te jagen. 




zaterdag 26 november 2016

GOK SINTicaat

Sint is in het land! Ik hou ervan. Het dagelijkse Sinterklaasjournaal waar zelfs oudste stiekem nog graag naar kijkt. De intocht. Het geknutsel. Het dichten. De geheimzinnigheid in huis omdat we elkaar niet willen verklappen wie we hebben getrokken. Natuurlijk is het wat geregel en ben ik al twee keer weer uit bed gestapt omdat ik vergeten was cadeautjes in de schoen te stoppen. Maar als ik dan halfslaperig van pepernoten de letters van onze kinderen aan het maken ben, heb ik alweer plezier. Om de dag wordt de schoen gezet. Waarom dat om de dag is, geen idee. Ik vroeg het laatst aan lief en die antwoordde: "gewoon". Gewoon dus.

En omdat Sint al een tijdje in ons land is, betekent dat best veel kleine schoencadeautjes regelen. Efficiënt als ik niet ben, had ik toch een hele tas vol leuke dingen tijdens het boodschappen doen. Een pen voor kleine man die leert schrijven, een knutsel-pakket voor middelste, een letter van chocola voor oudste, kerstsokken voor iedereen... én krasloten. Drie keer kans op 50.000 euro. Leuk dacht ik in de winkel. Toen ik de loten in de schoen deed, zag ik lief kijken. "Wat ga je doen als een van de drie prijs heeft?" "Euh", daar had ik geen moment over nagedacht. Ik was mijn hele leven al gelukkiger in de liefde dan in het spel. "Op hun spaarrekening natuurlijk", pareerde ik zijn opgetrokken wenkbrauw en strooide nog wat pepernoten en roze hartjes in de schoenen.

Zoals elke ochtend als zijn schoen is gezet, stond kleine man om half zeven voor ons bed. Sully, zijn draagbare monsterlamp in zijn hand, om op ontdekkingsreis te gaan beneden. "Kom nog maar even liggen", probeerde ik. Hij kroop nog even bij ons in bed en vertrouwde me toe dat hij op school twee wensen had gedaan. De eerste wens was alle LEGO van de wereld te hebben. De tweede wens was net zo rijk te worden als Dagobert Duck. Ik grinnikte en liep met hem mee naar beneden. Kleine man dook in zijn schoen en haalde er - beteuterd kijkend - het kraslot uit. "Wat is dat, mama?" Op dat moment besefte ik hoezeer ik de plank had misgeslagen met mijn cadeau. Zachtjes mompelde ik dat je met dat kraskaartje geld kon winnen, zodat hij misschien wel net zo rijk zo worden als Dagobert Duck. De pedagogische alarmbellen gingen af, terwijl mijn kleine eend nog wat beteuterder keek.

"Kijk, je krast deze hokjes open en als er drie hokjes zijn met hetzelfde getal, dan win je dat." Kleine man weigerde te krassen. "Ik vind het maar een gek cadeau mama van Sinterklaas." Ik kon niet anders dan hem gelijk geven want om nou te benadrukken dat 50.000 euro op je spaarrekening helemaal niet gek is... Met een boterham en een beker melk en twee zussen beneden die het fenomeen krassen wel kenden, probeerde hij toch de getallen achter de vakjes te ontdekken. Bij de eerste 5 keek hij verrukt. "Mama, ik heb 5 euro gewonnen!" Ik moest hem weer teleurstellen en liet zijn zussen het gok-principe uitleggen.

Na heel wat krassen, vingen zowel jongste, middelste als oudste bot. Op mijn 'dan zijn jullie gelukkig in de liefde' keken ze me vragend aan. "Dat leg ik nog wel een keer uit..." Kleine man liep nog maar eens naar zijn schoen en peinsde hardop dat ze gelukkig ook nog wat snoep hadden gekregen. Op school holde hij meteen naar beste vriend J. om te vertellen dat Sint hem en zijn zussen wel een heel raar cadeau had gedaan, een kraslot. Een vragende blik was opnieuw mijn deel. Deze keer van de moeder van J. Ik blikte, bloosde en mompelde: "gewoon".


Beeld: Fiep Westendorp

zondag 20 november 2016

Engeltjes en wensbootjes

Met vriendin D. vandaag naar een hal in Noord, waar een verzameling webshops was neergestreken met hun waar. Handig, want nog op zoek naar schoencadeautjes. Gezellig, want dat is het eigenlijk altijd met vriendin D. Terwijl we probeerden een plekje te vinden voor de auto, zagen we de duo's al lopen. Vriendinnen, uiteraard alleen vrouwen, in tweetallen, schuin tegen de wind met grote tassen aan hun schouders. Haren verwaaid maar vastberaden de hal te betreden. Eenmaal binnen, schrokken we van de drukte, keken elkaar aan om voorspelbaar "het is vandaag gratis!" te roepen en bedachten een route waar het hopelijk wat minder druk was.

Startpunt handlezeres, die we oversloegen vanwege een traumatische voorspel-ervaring van D. (dat klink vreemder dan ik bedoel) in de Snorfabriek. Langs de webshops dus. Na een paar begon ik een patroon te herkennen. Woonspullen, babyspullen, papierspullen en weer woonspullen. Niks mis mee toch? Behalve dat het allemaal op elkaar leek. Het was alsof ik de vorige avond teveel had gedronken en de wereld nu dubbel en door een softlens zag, terwijl er heel veel wijsheden naar mijn hoofd werden geslingerd. Live! Laugh! Au!

Terwijl mijn humeur kelderde, snakte ik naar wat originaliteit of tenminste een wanklank. Schilderijen met galopperende paarden, in airbrush en dan een hele stand vol. Vitrines met Swarovski diertjes, die mijn oma vroeger verzamelde en ik met liefde afstofte. Een frikadel speciaal met uitjes tussen de hippe happen. Om het nog erger te maken, mopperde vriendin D. dat ze me steeds kwijt was. "Je valt niet op!" Ik viel niet op maar verdween moeiteloos in de shoppende massa. En bedankt. Misschien waren de hoeden op de stand waar we op dat moment langsliepen de oplossing? Maar hé, had ik die een rij eerder niet ook gezien.

Ik slaakte een diepe zucht. Maar de vrouwen die de storm buiten hadden doorstaan, shopten onverstoorbaar door. Vriendin D. stond gevaarlijk lang te kijken bij een jurkje dat van verschillende lappen retro-stof aan elkaar was genaaid. Ik zweeg en liet mijn blik praten. We liepen duo-achtig door. En net toen ik op het punt stond te gaan gillen, kwamen we bij de stand van Jurianne Matter.

Haar engeltjes en wensbootjes redden de ochtend. En toen de verkoper de 'linnen kunst' achter de kassa aanprees als "je kunt ze altijd nog als theedoek gebruiken" antwoordde ik opgelucht lachend "origineel idee!"

De storm blies ons naar huis en daar was alles nog heerlijk hetzelfde. LEGO op de vloer, een bank die een poes in huis verraadde en drie Swarovski-uiltjes in een overvolle boekenkast en nergens groen.
Stijlvol? Nee. Maar wel origineel!

Reddende engel!

donderdag 10 november 2016

De ontelbaren

Lief maakt me wakker. Met zijn vraag "zin in koffie?" lijkt de dag goed te beginnen. Ik knik slaperig een tevreden ja, maar hij gaat niet uit bed. "Ik moet je iets vertellen", zegt hij en zijn bruine ogen kijken serieus. "Trump is aan het winnen." Terwijl ik boven de deken uitpiep, mopper ik dat hij daarover geen grapjes moet maken. Ik wacht op zijn aanstekelijke lach, maar het blijft stil. "Verdomme", mompel ik. "Zetten ze gewoon de wereld op zijn kop, terwijl ik lig te slapen." Ik zet de tv aan en hoop op een wonder. De afstand tussen Trump en Clinton is te groot voor een wonder. Met zevenmijlslaarzen haalt hij de laatste deelstaten binnen en spreekt John Podesta een aangeslagen democratische aanhang toe naar huis te gaan. Nog geen halfuur later belt Hilary Clinton om de nieuw gekozen president te feliciteren.

"Verdomme."

Hoewel de wereld op zijn kop staat, draait hij gewoon door. Beneden maak ik ontbijt voor de kinderen. Kleine man wil het naadje van de kous weten. Dus ik vertel hem nog een keer over de twee kandidaten. Het stemmen. En dat ik verdrietig ben over de uitslag. Terwijl kleine man de verdwaalde Ted en Ed-hagelslag op tafel in zijn mond stopt, legt oudste uit dat Donald Trump gestoord is. "Waarom dan?" vraagt middelste. Waar moet ik beginnen. Maar kleine man onderbreekt ons met de oplossing: "Waarom doen ze het niet samen?" Terwijl ik in gedachten een wetsvoorstel indien om het stemrecht van volwassenen aan kinderen te geven, kus ik mijn drie wijzen naar school.

De dag wil niet meer lukken. De eerste grappen komen al voorbij op mijn telefoon, maar ik kan er niet om lachen. Er is een president gekozen die vrouwen minacht, buitenlanders haat en gedreven wordt door macht, geld en ego. Geen grap kan dat relativeren. Was het maar waar. Op tv zie ik Trump speechen, zijn zoontje staat naast hem te knikkebollen van de slaap. Zijn ongelukkige blik lijkt symbool te staan voor iedereen die dit niet heeft gewild.

Clinton won de popular vote. Bernie Sanders had Trump wél verslagen. Dit was geen verkiezing maar een statement van het volk. De meningen buitelen de hele dag over elkaar heen. Bekvechtend als Donald Trump. Experts die het hadden zien aankomen of het tenminste kunnen verklaren.

Het wonder blijft uit. Ik zoek houvast. Ik vind het in de ontelbaren. De ontelbare mensen die net zo aangeslagen zijn als ik. Ontelbaar genoeg om te waken over het goede en het verschil te blijven maken.

donderdag 3 november 2016

Sterrenstof

Kleine man zit achterin de auto. Bij manlief, maar ik hang aan de telefoon en hoor dus zijn lieve stemmetje in mijn auto resoneren. Hij vertelt over het knakworstenspel bij de naschoolse opvang en hoe hij geen knakworst werd omdat hij als een ventilator over het voetbalveld vloog. Ik grinnik en hoor manlief hetzelfde doen. Dan is het even stil.

"Lu...
Een...
Ba...
Ku...
Kur...

LEEN BAKKER", schalt het door de auto.

"Goed", roepen we in koor en ik weet waar ze rijden. Ze staan waarschijnlijk stil voor het stoplicht want naast de Leen Bakker zit de...

"Isss...
Is...
Tik...
Balll...

ISTIKBAL!"

Leren lezen, ik weet nog goed hoe leuk ik het vond. Maan, Roos, Vuur. Ook ik las alles wat er op mijn pad kwam. Van het bordje U-I-T op de snelweg tot het PEEEEEEEE-P-SJOW op de luifel in de binnenstad (wat is dat dan?). Het komt allemaal weer naar boven nu mijn kleine man zijn eerste stappen in de wondere wereld van letters, woorden en zinnen zet. En ik besef weer eens de gave van kinderen om sterrenstof te strooien over ons dagelijks leven. Ze zien dieren in wolken en schateren om ademwolkjes als het koud is. Letters zijn vormen en klanken die eindeloos moeten herhaald en beschreven. Zo is de B maar een valse omdat hij aan het einde van kleine man zijn naam doet alsof hij een P is. Een spelletje tikkertje wordt magie als je als ventilator meedoet. En naar bed gaan is geweldig als mama je inpakt als een postpakket en een etiket met het adres van opa en oma op je voorhoofd plakt. "Oh nee, mama, vandaag niet naar opa en oma. Vandaag mag je me naar de Gouden Eeuw sturen". Wat alweer een nieuw en verrassend gesprek oplevert dat eindigt met de pest en daarna een lekker slapen.

Sterrenstof dwarrelt dagelijks over mijn leven. Dankzij mijn kleine grote man.










woensdag 2 november 2016

Taarten, 10 minuten en weer geen NaNoWriMo

De tijd lijkt te vliegen en hoewel ik op Loesjes advies probeer mee te vliegen, mis ik toch zo nu en dan een deadline. Zo had ik me voorgenomen samen met vriendin S, dit jaar mee te doen met NaNoWriMo. Wat? De National Novel Writing Month waarin men zich wereldwijd ertoe zet een boek te schrijven in de maand november. Daarin gesteund door groepjes op Facebook en bijeenkomsten IRL, waar je dan naast het schrijven wel even de tijd voor moet vinden.

Terwijl de 1e van de 11e naderde, stak ik mijn kop in het zand. Te druk met andere zaken. 45 jaar worden, de pasgeboren olifant in Artis bewonderen, niet sporten, een jaren 70 outfit shoppen voor het feestje van vriendin W. en mezelf, daar weer een beetje over stressen en taarten bakken om te trakteren. Ook waren er weer 10 minuten gesprekken te plannen op school. Dat betekende een ware run op de invullijstjes die naast het schoollokaal hangen en geen sinecure als je er twee hebt en co-oudert. Moeder N. en ik wisten het - ondanks een sprint tussen beide lokalen - te presteren het gesprek van middelste en kleine man op precies dezelfde tijd te plannen. Bleek. We dachten namelijk dat het precies aansluitend was en dat had ik lief ook verteld. Maar toen we gisteren op school aankwamen en we een voormalig klassenmoeder met haar man voor het lokaal zagen staan, zakte de moed me al een beetje in de schoenen. "Jullie om half 8?", probeerde ik nog even. Maar helaas hadden zij mijn gedachte tijd gereserveerd en ook nog eens een foto genomen van het lijstje. "Ik neem wel een helft van je mee", probeerde ik nog te grappen tegen lief, die keek zoals hij altijd kijkt als ik iets heb geregeld.

De 10 minuten vlogen omdat ik nooit genoeg kan horen over mijn kind. Meester G. beschreef mijn kleine man met liefde en aandacht en ik gaf nog net geen kopjes. Maar daar was geen tijd voor omdat ik nog lieve woorden wilde horen over middelste. Dat gesprek liep gelukkig wat uit, dus hoorde ik het staartje van het schoolleven van krullenbol. Niets nieuws onder de zon. Lief als altijd en dromerig met een hoofdletter D.

Eenmaal thuis besefte ik dat de kop eraf was. Van de maand waarin ik mijn boek ging schrijven. Nog geen letter op papier. Maar oudste had thee gezet en wilde vertellen over biologieles. En bij het naar bed brengen moesten we ons hoofd breken over de vraag: "Wil je weten op welke dag je doodgaat?" Een beetje zenuwachtig giechelend stelden we het ons voor en besloten eenstemmig van niet. Voordat ik in bed stapte appte ik vriendin S. die vanmorgen pas antwoordde: "Bij het 1000e woord ben ik in slaap gevallen". Doe je niks geks, grinnikte ik zachtop terwijl ik uit bed stapte.

Mijn novemberboek wordt denk ik - dit zeg ik niet hardop - een blogmarathon. Als er niet van alles tussenkomt natuurlijk.




zaterdag 29 oktober 2016

Be kind

Volgens Roald Dahl is kindness de beste eigenschap die een mens kan hebben. Of zoals hij het zelf verwoordde: "I think probably kindness is my number one attribute in a human being. I'll put it before any of the things like courage or bravery or generosity or anything else. Kindness - that simple word. To be kind - it covers everything, to my mind. If you're kind that's it.” 

Deze uitspraak van een van de meest geweldige schrijvers op de wereld, raakt en ontroert me. Omdat het zo waar is. Ik had ooit een manager die schamperde over mensen die te aardig waren. In haar beleving was er een te mogelijk in combinatie met aardig. Met die mensen kon je de gracht dempen, schamperde ze nog wat door. Een uitdrukking die ik later moest opzoeken om erachter te komen dat ze eigenlijk bedoelde dat je met aardig zijn niet erg ver komt. Niet waar, denk ik.

Kindness kan wonderen verrichten. Denk alleen al aan Gandhi. Denk aan Nelson Mandela. Kind men die de wereld veranderden. Ik denk aan Maggie Doyne die 50 kinderen onder haar hoede nam in Nepal en met haar liefdesbrieven voor hen niet alleen mij maar duizenden mensen inspireerde. Maar ze zijn ook dichterbij, vriendin W. die jarenlang koffie dronk met een oude dame tegen de eenzaamheid, collega E. die voorleest bij kinderen aan wie anders nooit zou worden voorgelezen, mijn opa die na zijn dood oneindig veel goede doelen bleek te steunen, mijn ouders voor wie kindness voorop stond in hun opvoeding van mijn broer en mij. 

Aardig. Het heeft een minder spannend imago dan avontuurlijk, sexy of waaghalzerig. Maar als iedereen zou proberen aardig te zijn, zou Donald Trump geen podium hebben. Zou er minder eenzaamheid zijn. Zouden er geen mensen hoeven vluchten. Is het dan zo moeilijk? Misschien maar oefen gewoon maar eens en kindness zal je deel zijn. Word je uitgescholden in het verkeer? Een vrolijk sorry laat tenminste een verbaasde blik achter. En oordeel je weer eens te snel over een ander? Dwing jezelf dan iets aardigs te bedenken, dat verandert je blik en uiteindelijk je gevoel.

Kindness ontwapent, letterlijk en figuurlijk. Anderen maar ook jezelf. En vind je het moeilijk, wees dan allereerst eens wat aardiger voor jezelf. Want waar boosheid, verdriet, angst of frustratie vaak aanleiding zijn voor onaardig gedrag naar anderen, kan een milde blik op jezelf daar misschien wel verandering in brengen.

Ik vind het soms maar lastig. To be kind. Dan ben ik te dwingelanderig. Te kort door de bocht. Heb ik de ander allang in een hokje gestopt voor hij of zij zich nog maar heeft voorgesteld. Hoor ik mezelf mopperen op die slak voor me op de A5 en sta ik regelmatig met mijn mening klaar zonder dat erom is gevraagd. Toch probeer ik het elke dag. Omdat ik geloof dat het een groot verschil kan maken. En als ik struikel, probeer ik het opnieuw en denk aan Roald Dahl. Dan is het ineens niet zo moeilijk.


Want waarom niet.

maandag 24 oktober 2016

Tranen in Rotterdam

We waren twee dagen in Rotterdam. Met de hele familie in zeemanshotel Santa Maria. Voor ons een familiekamer en de opa's en oma's in een kamer voor twee. De tweedaagse trip was bijna niet doorgegaan omdat we stuk voor stuk waren geveld door een hardnekkig buikvirus dat onze nachten had gebroken. Alleen middelste was fier overeind gebleven. Kleine man was ermee begonnen en pakte dapper het staartje mee. Op de ochtend van vertrek kwam zijn ontbijt eruit waarop hij een halfuur later prinsheerlijk voorin de auto - met spuugzak binnen handbereik - naar Rotjeknor toog. Het ging snel beter met hem, terwijl hij af en toe triomfantelijk naar ons op de twee krappe achterbanken keek.

Vanuit ons Scheepvaartkwartier verkenden we de stad. De indrukwekkende markthal, waar voor ieder wat wils was. Met de watertaxi naar de kop van Zuid over de hoerenloper naar Katendrecht op zoek naar de SS Rotterdam waar oudste en middelste Kate en Leonardo naspeelden op het dek. De zon brak door en we mijmerden aan het lege zwembadje over vergane tijden tot onze buiken rommelden en het tijd was om aan te schuiven aan het diner in Hotel New York. Voor de lekkerste pasta met ballen ooit, aldus kleine man. We lieten het ons smaken en eindigden de dag (zoals elk uitje) in een speeltuin, waar de kinderen nog even stuiterden terwijl wij genoten van hun silhouetten tegen de Maas.

De volgende dag was al net zo fijn. Samen slapen op één kamer en ontbijten in het hotel. Wandelen naar het Park in de buurt waar de Euromast ons lonkte en we ondanks hoogtevrees aan mijn kant van de familie toch even later in de toren omhoog zoefden. Daarna gingen we aan boord van een bus die ook een boot bleek te zijn, plus Rotterdamse gids die ons niet alleen bijspijkerde over de bijnamen die Rotterdammers aan alles geven maar ons ook bijna in ons broek deed piesen van het lachen. Daar moesten we even van bijkomen en dat deden we met een tosti in het prachtige Parqiet. Binnen, want terwijl de bomen in het park rood kleurden, begon het voorzichtig te regenen om vervolgens met bakken uit de lucht te vallen. Wat een mooi excuus was voor de fototentoonstelling in de Kunsthal. En terwijl de kinderen brillen knutselden snoven de volwassenen wat cultuur.

Moe gesnoven en geknutseld besloten we nog een afzakkertje te nemen in café Loos. Met een biertje, warme chocomel, wijntjes, bitterballen en een appelpunt besloten we dat de trip geslaagd was. Terwijl we proostten, begon kleine man te huilen om niet meer te stoppen. Met gevoel voor drama snotterde hij dat hij wilde blijven in Rotterdam en nooit meer weg wilde. Hij had nog lang geen genoeg van de pasta met ballen, de supergave watertaxi en de bootbus. We kregen hem niet getroost en toen de barman bezorgd kwam vragen wat er aan de hand was moesten we het vertellen.
"Hij wil niet weg uit Rotterdam", legde ik uit.
"Dat snap ik", was het antwoord en een bulderende lach toen ik er beteuterd aan toevoegde dat we Amsterdammers waren.
"Dan is er vast iets misgegaan in de opvoeding."


Lang leve de watertaxi!


zondag 2 oktober 2016

Note to self


  1. Geen nieuwe recepten uitproberen als je nog maar een paar uur hebt voor een picknick. 
  2. Als er in het recept staat, laat het deeg 1 uur in de ijskast staan, bedoelen ze ook echt 1 uur.
  3. Als het deeg kruimelig de ijskast ingaat én kruimelig de bakplaat op (en dat niet de bedoeling is) fiets je zonder taart naar de picknick.
  4. Het is niet erg om niet iets zelf te maken voor een picknick. 
  5. Het is wel erg om iets zelf te maken dat vervolgens mislukt.
  6. In de tijd dat je een taart bakt voor een picknick, had je de krant uit kunnen lezen, een kind kunnen knuffelen of eindelijk eens je nagels gelakt kunnen hebben. 
  7. Als er regen is voorspeld, gaat het vaak ook regenen. 
  8. Kaplaarzen en regenjassen zijn best een slimme uitvinding. Als je ze ook aantrekt. 
  9. Als je wilt dat kinderen meteen luisteren, moet je doen wat je zegt (lees: dreigt te gaan doen).
  10. Als je dreigt, bedenk dan eerst of dat wel handig, uitvoerbaar of realistisch is. (als je nu niet ophoudt, gaan we meteen naar huis... op je Italiaanse berg) 
  11. Niet dreigen is ook een optie.
  12. Oordoppen ook.
  13. Is niet per se een ongeluksgetal.




vrijdag 30 september 2016

Jommetjes van zes


  1. Maken bij alles wat ze doen een geluid (denk WOESJ, BENG, WOOHAA, IJAAAA).
  2. Zien in alles een mogelijkheid om te springen of te klimmen (bank, knie het is ze om het even).
  3. Zouden het liefst de hele dag hun piemel vasthouden.
  4. Hebben nu al vaak een snor (lees van chocopasta of ander lekkers).
  5. Klimmen nog altijd graag op schoot (om daar verder te wiebelen).
  6. Hebben onweerstaanbare fietsenrekken in hun mond.
  7. Laten met hun kusjes een ijskap smelten.
  8. Nemen de wereld serieus ("mama, ik vind het maar stom dat we dood gaan.").
  9. Houden je hand vast als je als je samen Star Wars kijkt en waarschuwen je als als er geweld aan te pas gaat komen ("Je zult zien dat het niet eng is, mama")
  10. Zingen graag achterop de fiets ("Beter in Mokum zonder poen, dan in Parijs met een miljoen.").
  11. Zitten snel vol van groenten maar hebben altijd plek voor zoetigheid.
  12. Vertellen hele verhalen tijdens het spelen (of ze nou alleen of samen zijn).
  13. Fietsen alsof ze op een motor zitten (zie ook punt 1).
  14. Ontdekken overal stokken en stenen (en deze moeten altijd bewaard). 
  15. Sparen blauwe plekken en schaafwonden.
  16. Laten windjes op commando om vervolgens de tranen in hun ogen te lachen.
  17. Fluisteren geheimpjes in je oor (dat je zo lief bent).
  18. Stellen vragen waar je niet altijd het antwoord op weet (waarom is er oorlog?).
  19. Zien er - net aangekleed - alweer verhabbezakt uit. 
  20. Worden later groot, stoer en sterk. 
Jommetjes van zes... maken de wereld mooier!


woensdag 28 september 2016

Diginek

Gemiddeld kijken we 221 keer per dag op ons scherm, lees ik in de Groene Amsterdammer. Het artikel heeft de pakkende kop: Sammy kijk omhoog. Iets wat we over lange tijd wellicht fysiek niet meer kunnen. Hebben onze nekwervels zich aangepast aan het kleine scherm dat onze wereld beheerst. Zoals de nek van de giraf is afgestemd op de blaadjes in de hoge bomen. Ik grinnik bij de gedachte aan al die licht kromme nekken, maar het artikel blijft hangen.

Verwachten we meer van onze smartphone dan van elkaar? De schrijver van het artikel haalt het boek Reclaiming Conversation: The Power of Talk in a Digital Age aan van de Amerikaanse sociologe Sherry Turkle. Ze schrijft: in situaties waarin mensen de gelegenheid hebben elkaar te bevragen, aandacht aan elkaar te schenken en elkaar in de ogen te kijken kiezen ze voor het scherm, soms uit gewoonte, maar vaak ook bewust. Het feit dat we meer connected zijn dan ooit zegt meer over kwantiteit dan over kwaliteit. Hoe connected zijn we echt? Digitale technologie legt de weg van de minste weerstand nog verder open. Maar is die stortvloed van WhatsApp-berichten, Facebook-posts en tweets geen pover substituut voor een echte conversatie, waarin gesprekspartners steeds dieper kunnen afdalen zonder te worden onderbroken door losse flarden uit tientallen andere gesprekken. Het scherm is een instrument om de stroperigheid van menselijke interactie te omzeilen. Het is oneindig veel makkelijker om sorry te zeggen als je niet wordt geconfronteerd met de gekwetste blik van de ander, schrijft Turkle.  En een afspraak afzeggen is makkelijk gedaan via een tekstbericht.

Dat ik het laatste af en toe doe, moet ik tot mijn schaamte bekennen. En dat het makkelijker is dan bellen, moet ik ongemakkelijk toegeven. Is het vandaar een kleine stap naar erger? Ik ken al twee vrouwen wiens relatie is verbroken via whatsapp. Of er symbooltjes aan te pas kwamen weet ik niet, maar dat hun harten IRL waren gebroken, alleen al door deze botte actie, weet ik wel. En hoe gewoon is het om via tekstberichten diepe gevoelens te delen als het IRL vaak al zo verdomd moeilijk is de woorden ervoor te vinden. Buurvrouw N. op onze Italiaanse berg vertelde hoe ze een moeilijke periode deelde met vriendinnen over whatsapp en zich vervolgens eenzamer voelde dan ooit. Een vliegend kus-symbooltje is toch echt anders dan een vriendin die op dat soort momenten tijd voor je vrijmaakt.

Maar het kan toch prima naast elkaar bestaan? Turkle wijst op standaardtesten voor empathische vermogens die onderzoekers elk jaar afnemen bij studenten. Die scores vertonen een afname van veertig procent in de afgelopen twintig jaar, met de grootste terugval gedurende de afgelopen tien jaar...

De week nadat ik het artikel heb gelezen, zie ik om me heen hoeveel conversaties worden onderbroken of eindigen met een scherm. Buurvrouw I. vertelt over een vloer die ze graag zou willen en als ik het materiaal niet ken, wordt de iPad al gepakt om te googlen. Ik lach en vraag haar het zonder een scherm aan me uit te leggen. Ook denk ik terug aan een logeerweekend met vriendin I. waarin ik - terwijl ik koffie voor haar zet - de woorden probeer te vinden voor iets dat ik graag met haar wil delen. Terwijl ik haper, kijkt zij op haar scherm. Een berichtje van een collega, zegt ze lachend om vervolgens verbaasd naar me te kijken als ik hier boos om word. Ik probeer uit te leggen waarom het me kwetst en ze zwijgt. Later lees ik een berichtje van mijn lief die met de man van I. op een festival is: 'Heeft I. een app-verbod van je gekregen?' Ik verbaas me opnieuw maar leg me de rest van het weekend neer bij haar niet onverdeelde aandacht. En waarom voelt het anders als lief naast me op de bank een boek aan het lezen is of eindeloos op zijn scherm aan het turen en tikken is. In de tweede wereld lijkt hij veel verder weg van me te zijn.

Er zijn gelukkig ook genoeg voorbeelden hoe het anders kan en ik denk ook dat het naast elkaar kan bestaan. Maar het kan geen kwaad er af en toe bij stil te staan. Hoe voel je je als je zonder telefoon de deur uit bent gegaan? Of lach je bij de gedachte alleen al, omdat dat je nooit zou gebeuren? De verleiding van de wereld die schuilgaat onder je scherm is groot, maar 221 keer per dag kijken kan toch niet de bedoeling zijn. Dat moet ten koste gaan van iets. 

Ik kijk niet 221 keer op mijn mobiel en ga er denk ik best bewust mee om. Aan de andere kant, ligt het apparaat best vaak binnen mijn handbereik. En de gedachte om er als experiment een tijdje mee te stoppen, stuitte op ogenschijnlijk onoverkomelijke bezwaren in mijn hoofd. Dan zou ik immers de updates van collega's missen in de ochtend en de ditjes en datjes van mijn vriendinnen-app die ik IRL toch al te weinig zie. Natuurlijk loopt mijn redenering scheef. Want wat zou ervoor in de plaats komen? En zou ik echt zoveel missen?

De oplossing heb ik niet. Maar als je weer eens om je heen kijkt, wat is dan jouw gedachte bij al die licht gebogen nekjes?


Als reactie op een 'schermenmaatschappij' maakte kunstenares Anna Hoetjes de korte surrealistische film Interface.  







dinsdag 27 september 2016

Snordrukkerij en steenzitterij

Ik schreef het al in mijn eerdere blog, soms is het leven ingewikkeld. Dat is niet erg. Dat is gewoon. Dan moet er zoveel dat je niet meer weet wat je moet en wat je wil. Snap je? Kinderen naar school. Dat moet. Ze weer ophalen. Moet ook. Zelf naar je werk. Moet ook. Koken. Boodschappen doen. Wekker zetten. Moet allemaal. Je kan het natuurlijk ook niet doen. Maar dan wordt het leven nog ingewikkelder. En de meeste tijd gaat het ook vanzelfsprekend. Voelt het niet als moeten.

Maar soms. Dan moet je daarnaast ook nog van alles van jezelf. Een perfecte moeder zijn. Een lieve vriendin. Een breed geïnteresseerd en georiënteerd persoon. Woest en wild aantrekkelijk voor je lief. Een luisterend oor voor wie maar wil. Werken aan je conditie en tussendoor dat boek schrijven dat al een paar jaar in de pen zit.

Hoofd heeft de regie overgenomen van hart en schreeuwt de verwachtingen in je oor tot er kortsluiting is. Vervolgens doe je (lees ik) niets meer, behalve dus datgene wat moet. Ik druk mijn snor bij dingen die ik eigenlijk graag wil en daarmee lijken de dingen die moeten ineens buiten proportie groot. 

Vriendin C. zou zeggen, je zit onder je steen. Waar ik dus af en toe onderuit piep voor het hoognodige. Het duurt nooit lang weet ik uit ervaring. Onder mijn steen is het fijn schuilen, maar ook wel saai. Dus gluur ik af en toe eronder vandaan of de mist al is opgetrokken, hoofd minder praatjes krijgt en ik hart weer wat harder hoor kloppen.

Snordrukkerij...

vrijdag 2 september 2016

Vriendin T.

Lieve T. alweer 8 jaar mijn vriendin! Ik kreeg je gratis cadeau bij mijn lief. Beste vriendin van en liefste tante van inmiddels 'mijn' middelste en oudste. We keken allebei een rode dikke kater uit de boom en toen was het beklonken. Je zorgde ervoor dat ik me welkom voelde in de vinex waarheen ik verhuisde voor de liefde.  Ik ben ze vergeten te tellen, maar wat zijn we de eerste jaren vaak bij jullie aangeschoven voor het eten of een wijntje op zondag. En ik zie ons nog zitten op het terras in de jordaan waar je als een ware zendelinge me probeerde te bekeren tot het moederschap. Dat wist ik natuurlijk allang, maar dat hoefde jij niet zo te doorzien.

Eenmaal die gelukkige moeder, liet kleine man zijn eerste lachje zien bij jou. Nadat je me nog maar net had gerustgesteld dat hij heus een keer ging lachen. De jaren vlogen, maar wat gebeurde er veel. De vakanties samen. Het droomhuis in Frankrijk, dat we gillend betrokken, ons plechtig voornemend onze eigen huizen nu ook eens fatsoenlijk in te richten. Dat andere huis in Frankrijk, toen jouw leven er ineens zo anders uit was gaan zien.

Je verhuisde uit de vinex, maar bleef gelukkig in de buurt. De judolessen van onze kinderen veranderden de dinsdag in vaste prik samen eten. Vaak hollen en vliegen en woonkamers overhoop, zodat we bij het afscheid weer moesten constateren niet te hebben bijgepraat. Niet erg. Op de juiste momenten wisten we elkaar te vinden. En in je nieuwe huis, je nieuwe leven, zag ik langzaam een andere kant van jou tevoorschijn komen. Wat vond ik je stoer en nog steeds. Dansend op straat in Buenos Aires. De dag plukkend en het glas halfvol. Dreaming and chasing. Want waarom niet? Ze kwamen uit, een nieuwe liefde, een prachtig nieuw huis, een fijne nieuwe baan. Maar het belangrijkste, dat zat van binnen.

En al die tijd mijn vriendin, beste van lief en liefste tante van inmiddels ook kleine man. Ik zeg het denk ik niet zo vaak, maar wat ben ik blij met je. En wat doe je het goed, als moeder van J. en gewoon in alle dagelijkse dingen. Vandaag ben je jarig - ook zo fijn dat je me voorgaat in deze respectabele leeftijd - en we bedenken alvast thema's voor het feestje dat we samen met vriendin W. willen gaan geven. Net als voor ons 38e en ons 40e. Pasgeleden dus nog maar...

Lieve T. ik wens je nog heel veel dreaming and chasing, halfvolle glazen en dagen die moeten geplukt. En inderdaad, dit paste niet allemaal op een verjaardagskaartje.


woensdag 31 augustus 2016

Vasthouden of loslaten...

Vakantie... wat was het fijn en wat wil ik het graag nog even vasthouden. Het samenzijn, het late opblijven, het uitslapen, het mooie weer. Ik weet het. Op het laatste heb ik geen invloed en nu school en werk weer zijn begonnen is het uitslapen en het late opblijven niet meer aan de orde van de dag. Het samenzijn dan? Had ik het al over school en werk gehad? Oudste en middelste pendelen inmiddels weer tussen twee huizen en kleine man gaat twee dagen in de week naar de naschoolse omdat zijn ouders nou eenmaal werken. Niet erg maar vakantieblues dus...

Terwijl manlief met groot gemak weer in het dagelijks ritme stapt, rek en zucht ik. Ik stap na een lange dag werken in de auto met kleine man voor een duik in de zee en een zonsondergang. Ik organiseer een avondpicknick in het park en als we pasta eten doe ik dat met ogen dicht en denk ons op onze Italiaanse berg. Maar het valt niet te ontkennen, de vakantie loopt op haar eind. Niemand lijkt ermee te zitten. Kleine man is naar groep 3 en vindt het de fijnste groep ooit. "Je leert er lezen en schrijven en rekenen, maar je mag ook nog gewoon spelen", vat hij het samen. Middelste is blij om haar vriendinnen weer te zien en kijkt reikhalzend uit naar kamp en oudste maakt grappen over de nieuwe leraar Duits en slaapt nog een beetje uit als er vakken uitvallen.

Behalve ik dus. Vakantieblues is mijn trouwe vriend. Dus drink ik met hem een wijntje in de tuin en luister naar de eigenwijze krekel in de struiken. Ik weet dat hij het geluid voor mij maakt. Ik kijk naar boven maar zie geen sterren. Ook krijg ik het een beetje koud. Lief zit op de bank. Er geen moeite mee te hebben. Kleine man slaapt boven en de meiden een eindje verderop. Wat was het fijn, denk ik nog een keer koppig en roep dan naar lief voor een kopje thee.

Vasthouden lukt niet meer.
Loslaten dan maar...


Letterlijk loslaten, met oudste schommelen hoog boven onze mooie stad.

donderdag 11 augustus 2016

Bijna...

Lief stuurt me een foto van kleine man. Ze zijn samen de boekenkast uit elkaar aan het schroeven. Ik kijk een paar minuten naar zijn blonde koppie. Mijn collega wordt nieuwsgierig en kijkt mee. Ze is verbaasd: "Dat kan toch niet dat hij al zo groot is, hij is nog maar net geboren." Ik knik, omdat dezelfde gedachte door mijn hoofd was geschoten toen ik zijn lange benen op de foto zag.

Bijna zes, vertel ik haar. Volgende week dinsdag. "Onvoorstelbaar toch" en ik lach. Ze heeft net een dochter gekregen en vindt het soms best pittig. Ik bijt op mijn tong omdat er anders teveel clichés uit kunnen rollen, maar ik denk geniet! Ik kijk nog een keer naar de scheve glimlach van mijn bijna zesjarige. Koning kletsgraag. Als ik mijn ogen dichtdoe hoor ik hem babbelen met zijn vader. Drie voortanden in zijn mond, omdat zijn melktand weigert plek te maken voor zijn grote mensen tand die daar geen boodschap aan heeft. Als hij de R zegt, doet hij dat met zijn tong naar buiten, waardoor die niet wil rollen. Ik vind het schattig maar kleine man vindt het iRRitant. Dus leren we hem zijn tong bij de R gevangen te houden achter zijn tanden. "Laat hem niet ontsnappen." Hij neemt het serieus, zoals hij alles serieus neemt. Om een minuut later te schateren als hij een windje heeft gelaten.

Zelf wordt hij graag 6. Vooral vanwege de cadeaus. Het verlanglijstje is met zorg samengesteld en wordt met smart verwacht. Als ik hem probeer uit te leggen dat een verlanglijstje niet per se is wat je ook krijgt, kijkt hij me niet begrijpend aan. "Maar van jou krijg ik toch gewoon dat Kylo Ren verkleedpak en laserzwaard." Ik doe geen beloftes.

Als het niet vanwege de cadeaus was, zou hij graag nog een tijdje baby zijn gebleven, vertelde hij me laatst bij het bed naar brengen. "Dat was fijn mama en zo gezellig. Dan hoefde ik niets te doen." "Ook wel een beetje saai toch?", vraag ik. "De hele dag slapen en in je luier plassen en poepen." Als hij is uitgelachen om het woord poepen, is hij het niet met me eens. "Nee hoor, dan hoefde ik niet naar school. En ook geen weektaken te doen. Want die zijn moeilijk." Daar komt de aap uit de pyjama-mouw van mijn kleine man. "Maar dan had je ook geen leuke vriendjes en maakte je niet al die leuke dingen mee", besluit ik. Terwijl hij zijn plappie pakt om te gaan slapen, zie ik dat hij daar nog even over gaat nadenken.

Bijna 6 jaar dus. En bijna naar groep 3. Leren lezen en schrijven en rekenen. Nooit meer spelen, denkt hij zelf, maar ik weet wel beter. En ik weet dat hij het leuk gaat vinden en een beetje spannend en ook vast een beetje stom soms.  Maar eerst nog zomervakantie en zijn verjaardag vieren. Met taart, kaarsjes en heel veel kusjes. En een verkleedpak en laserzwaard van Kylo Ren.



maandag 8 augustus 2016

Tutto va bene

We zaten op een berg. Wij en nog zo'n zeven Hollandse gezinnen. Allemaal via een volgeboekt Nederlands adresje doorverwezen naar de agriturismo van Patrizia. We verstonden haar niet en zij ons ook niet. Maar dat maakte niets uit. De taal van handen en voeten bleek internationaal en elk gesprek leverde wel iets verrassends op (zoals kledinghangers in plaats van een extra handdoek).

Op de veranda van ons huisje vonden we wat we zochten: vakantiegevoel. Als we op onze tenen gingen staan, zagen we heel in de verte de Adriatische zee. Bleven we lui zitten op onze meegebrachte campingstoeltjes zagen we oneindig veel olijfbomen tegen de heuvel. En vanonder aan dezelfde heuvel hoorden we zwijntjes, kippen, krekels en een haan. Het leven kon niet veel beter worden. Dachten we. Maar toch wel. Aan het zwembad, gelegen op vijf minuutjes lopen. Aan zee, gelegen op vijf minuutjes slingerend de berg af. In Montefiore dell'Aso, een klein dorpje waar ze in Pasticceria Dorina de lekkerste cappuccino maakten. Of 's avonds als Luigi de heerlijkste pizza uit zijn steenoven voor ons op tafel toverde, de kinderen op salamander-jacht gingen en wij ons Nederlands oefenden met de ouders.

Na een weekje bedachten wij Hollanders - lui lummelend aan het zwembad - dat Patrizia best een klein ijskastje daar neer zou kunnen zetten. Wat ijsjes. Wat koud water. Pen en papiertje erbij voor de administratie. Dat zou fijn zijn voor ons en Patrizia zou er lekker aan verdienen. Of wat te denken van de mogelijkheid een cappuccino te bestellen op het terras bij de receptie. Onze buurvrouw, die een jaar in Rome had gewoond en daardoor jaloersmakend Italiaans sprak, bedacht dat ze Patrizia zou kunnen helpen haar site beter vindbaar te vinden, zodat ze vaker in het jaar gasten zou krijgen. En het stel uit Limburg, dat ook al zo vloeiend Italiaans sprak en er al zes jaar kwam, vond dat Patrizia een tijd naar Nederland zou moeten komen om daar de taal en gewoontes te leren.

We waren er even stil van. Zou ze dan ook ontdekken dat Hollanders de gekke gewoonte hebben van alles te willen veranderen aan een plek waar alles eigenlijk al goed is zoals het is?

We besloten dat het beter was als Patrizia op haar agriturismo bleef. In de veronderstelling dat Italianen veel meer klagen dan Nederlanders (lang leve de taalbarrière!). En een beetje beschaamd gaven we aan elkaar toe dat het leven niet veel beter kon worden dan op dat moment op die berg. Zonder ijskastje. Zonder cappucino bij de receptie en met handen en voeten. Daar gingen ze de lucht in. Zwaaiend naar Patrizia en Luigi.

"TU
TTO VA BENE!"



zaterdag 6 augustus 2016

Stom!

Vandaag brengen we de meiden weg. Na drie weken vakantie bij ons, gaan ze nu naar mama. Nog een keer op vakantie. Een van de weinige voordelen van gescheiden ouders, aldus oudste. Ik ben blij voor ze, met mijn hoofd, maar in mijn buik voelt het anders. Een bokkig en chagrijnig gevoel. Ik vind het stom! Drie weken zonder de meiden. Nog een laatste lange knuffel van middelste. Ik ruik aan haar krullen en vraag haar de zon mee terug te nemen. Dat belooft ze. Ook belooft ze elke dag bij de lekkere patatas bravas van Celeste aan me te denken. Dan doe ik dat aan haar als ik een boterham met kaas eet. En dat is elke dag. Oudste geeft me een knuffel en moppert dat mijn shirt in de was moet. In de gang krijg ik snel nog een zeldzame kus op mijn mond. En daar gaan ze.

Ik maak een koffie en bedenk wat we vandaag gaan doen. Om de vakantieblues die nu dubbelop voor de deur staat op afstand te houden.

donderdag 14 juli 2016

Tellen maar...

En als het dan vakantie is...
En als je daar dan heel erg aan toe bent...
Is dat een mooi moment om wat zegeningen te tellen...


  1. Een kleine man in dromenland vers geknipt door de kapper waardoor hij zomaar een jaartje ouder lijkt, zacht voelt als een kitten en morgen de kappersklap op school kan verwachten
  2. Oudste die met vlag en wimpel haar eerste jaar als brugpieper op de middelbare heeft afgerond. Een cijferlijst om van te dromen met een gemak waar lief en ik ons niet over proberen te verbazen. Zo groot al en zo lief nog steeds.
  3. Middelste die alweer naar groep zes gaat volgend jaar, krullerig en dromerig en uniek. Zo ijverig geoefend met taal en rekenen, terwijl ze het aller aller liefste tekent en knuffelt. Mag daar ook een diploma voor komen? 
  4. Lief die toe is aan vakantie en veel te hard heeft gewerkt. Te eigenwijs dat ook en me liever dan lief ondanks. 
  5. Een kaartje in de bus van vriendin W.
  6. Een doosje vakantiegeluk van vriendin D.
  7. De allerliefste opa's en oma's die zich stiekem een beetje verheugen. Ook zij hebben even vakantie van halen, brengen, tosti's en aanschuivende kinderen
  8. Hamburgers eten met de dinsdagavond familie. Proosten op de laatste keer zo en weer een andere keer anders. 
  9. Een stapel vakantieboeken. 
  10. Tijd om te dagdromen en om te schrijven.


woensdag 6 juli 2016

Mijn zonnetje

Het gaat te snel. De tijd. Aan de ene kant kan het me niet snel genoeg gaan. De weken, want wat heb ik veel zin in vakantie. Maar tegelijkertijd maken deze weken me bang. De mails met plan X voor het afscheid van de oudste kleuters. Nog een krukje knutselen als afscheidscadeau voor de juffen. Het rapport waarin succes wordt gewenst in groep 3. Op het schoolplein zie ik een moeder met een wiebelig kind, een jaar of twee. Niet ouder, eerder jonger. Ik weet het nog zo goed. De wiebelbenen van kleine man, die het lopen sowieso lekker lang uitstelde. Maar toen hij eenmaal ging, armpjes naar me uitgestrekt en een schaterlach die ik nog steeds kan horen. Als ik eraan denk voel ik gelukspijn.

En nu wiebelt hij niet langer maar holt en springt en stuitert. Ik haal hem op van school en kom thuis met alleen zijn rugzak. Hij doet een affie.  Ik herinner me de eerste keer dat hij met een vriendje ging afspreken, een mijlpaal vond ik en even wennen om de woensdagmiddag zonder mijn zonnetje door te brengen.  We zijn inmiddels heel wat affies verder en het is nog steeds weleens een beetje wennen. Want dan heb ik tijd om na te denken hoezeer de tijd vliegt. Au!

Vanmiddag naar zwemles en na de zomer leren lezen en schrijven. Zijn benen worden langer en inmiddels wiebelen zijn tanden. Hij plakt dino-plaatjes, voetbalt in de tuin en kan prima een middag zonder zijn moeder. Heerlijk toch. Zo hoort het te zijn. Ik weet het. Maar ik ben bang dat ik op mijn vader lijk en nostalgie in mijn DNA heb zitten. Een beetje maar hoor. Ik combineer het met heel veel zin in alles wat nog komen gaat. Mijlpalen, grote en kleine. Groeipijnen, letterlijk en figuurlijk. En geluksmomenten, zo groots dat ze een beetje pijn doen.



woensdag 29 juni 2016

Soms

Soms is het allemaal veel. Dan raast het leven. Dan raast mijn hoofd. Rust is dan de enige remedie. Maar die laat zich lastig plannen. Misschien wel in tijd, maar niet in gedachten. En zo kan een rustig moment verstoord worden door gepieker of onzekerheid. Kringetjes in mijn hoofd. Als van een sigaret die ik maar een paar keer in mijn leven heb gerookt.

Terwijl de hele wereld het beter lijkt te weten en te doen, wiebel en wankel ik me door de dag. Alles een beetje lastig. De regen die valt, de tranen die ik moet wegslikken bij een verhaal van middelste, de dingen die ik niet of wel doe. Niks is goed. 

Maar ik weet, het gaat over. Om me soms weer te overvallen. Dat is niet erg, weet hart. Nu nog hoofd.


woensdag 22 juni 2016

Aan toe!

"Ze zijn toe aan vakantie", zei juf van kleine man vanochtend. Ik knikte een beetje afwezig terwijl ik naar 24 hollende kinderen op het schoolplein keek. Ze zwierden en zwaaiden op het klimrek, roetsjten van de glijbaan en speelden tikkertje met verlos. Ik werd al moe als ik er naar keek. Ik had net met de oudste kleuters het afscheidscadeau voor de juffen geknutseld. Erg leuk, zoals altijd als ik meehelp op school. Vijf, bijna zes en de dingen die ze zeggen en de kunstwerken die ze maken. Priceless, zou Mastercard zeggen.

Maar dus toe aan vakantie. Ik keek naar juf en verdacht haar van een flink potje projectie. Helemaal niet erg, want ook mijn projector begon op volle toeren te draaien. Mijn gedachten dwaalden af naar dat magische woord: vakantie! Naar elke dag mooi weer, slippertjes en bruine benen. Naar geen wekker en stiekeme middagdutjes in de schaduw. Naar Italiaanse pasta en kleine kopjes espresso...

Kleine man zette me weer met beide benen op Hollandse bodem door aandacht te vragen voor een koprol aan het rek. Met een piep en een kraak begonnen mijn hersenen langzaam weer op volle toeren te draaien. Ik had nog precies een uur om boodschappen te doen. Dan weer terug naar school. Daarna paspoorten verlengen, hopelijk ging dat snel, want we moesten ook nog naar de tandarts én zwemles. Doe je niks geks, zou Brigitte Kaandorp zeggen en ik grinnik zachtjes. 

Werk, school, een gezin, het is een wondere wereld schreef ik ooit. Die na het instoppen, verhaaltje lezen en kusjes heel even tot stilstand komt. Als een sneeuwbol. De avond strekt zich verleidelijk voor je uit, de mogelijkheden zijn oneindig. Was je maar niet zo moe. 

En daarom heeft iemand ooit vakantie bedacht. Zodat je daar lekker aan toe kunt zijn






zondag 12 juni 2016

Magic

Het circus is in Amsterdam Noord. Al een paar weken. Middelste wil zo graag en slaakt een verontruste kreet als ze in het rommellaatje kortingsbonnen vindt en leest dat vandaag de laatste dag is. We gaan, beloof ik. Zonder tegenzin want het circus ontroert me. Vorig jaar zaten we er ook, met anderhalve kip en dus klapte ik net wat harder dan nodig.

Hoewel we vijf kortingsbonnen hebben, willen oudste en lief niet mee. Lief onder het mom dat hij dan bij oudste blijft en oudste onder het mom van 'gewoon'. Kleine man twijfelt vanwege de rode knop waar de clown vorig jaar op wilde drukken. "En dan roept het hele publiek jaaaaaaaaaaaaaa! en alleen ik roep neeee! en dan drukt hij toch", vat hij zijn twijfels samen. "En weet je wat een lawaai dat dan is?" Hij demonstreert het en ik verbaas me dat ik de rode knop ben vergeten.

Als onverwachts oma M., neefje D. en nichtje R. langs komen, vallen onze circusplannen bijna in het water. Maar we hebben op tijd de zelfgebakken taart van oudste op en kletsen doen we een andere keer weer verder. Kleine man wil het toch niet missen en gaat mee. We zijn precies op tijd en sluiten als laatste in de rij. Volle bak deze keer. Met onze billen op de bovenste rij van de harde tribune, wil kleine man per se tussen ons in. Zijn hand legt hij stevig op mijn been terwijl hij met een wantrouwende blik naar de clown kijkt die het publiek begroet. Terwijl de meeste kinderen zijn vrolijke grappen begroeten, kijkt jongste wijselijk de andere kant op als de clown onze kant op komt. Het is nu al leuk.

Dan begint de show van het Magic-Circus. De tent is klein en warm maar de piste biedt genoeg ruimte voor spannende capriolen aan trapezes. Een goochelaar tovert wel twintig paraplu's uit zakdoeken en de clown laat een meisje uit het publiek zweven. Op de punt van een klapstoel. Als dan ook nog een bokkig geitje heen en weer loopt over een smalle balk, doen we onze monden niet meer dicht. In gedachten bedenk ik het leven van de circusartiesten erbij. De clown is in het echte leven vast een sombermans en zouden de acrobate en de goochelaar een stel zijn?

In de pauze plukken we aan een suikerspin en kijken naar het paardje dat vandaag een vrije dag heeft. Om de circustent staan een paar kleine armoedige caravans. De artiesten zijn te vinden achter de kraampjes, waar behalve spinnen worden gesuikerd ook poffers worden gebakken en grote zakken met popcorn gevuld. De tweede helft is weer net zo fijn, met een knappe man die aan palen danst en omgekeerd aan het tentplafond hangt. Zijn voeten in lussen en om zijn ogen een zakdoek. Kleine man kan het niet aanzien en jammert "oh, nee" terwijl zijn suikervingers in mijn knie knijpen. Gelukkig gaat het goed en kunnen we weer opgelucht adem halen.

Als de voorstelling is afgelopen, lopen we naar buiten. Daar staan ze allemaal, de clown, de acrobaten, de goochelaar en de circusdirecteur. Kleine man zucht als hij niet ontkomt aan een high-five met plafondzwever. Middelste grinnikt. Hij heeft pas weer praatjes als we in de auto zitten.

Lang leve het circus!



dinsdag 7 juni 2016

Harry en Gerrit

Oudste houdt van proefjes. Experiment Harry en Gerrit is haar nieuwste experiment. Ontmoet beide heren, twee potjes tuinkers uit de selectie moestuintjes van de Albert Heijn. Harry heeft het getroffen, hij mag zich - sinds zijn zaadjes voet onder de grond hebben gekregen - verheugen in een overdosis liefde, aandacht en water natuurlijk van A. Gerrit trekt aan het kortste eind, hij krijgt water - net als Harry - maar ook dagelijks de wind van voren. Oudste bejegent dit onschuldige potje tuinkers met verwensingen en strenge commando's. Lees: "Wat moet jij nou weer? Denk maar niet dat je meer water krijgt dan dit." Tegenover: "Dag lieve Harry, kijk eens wat ik voor je heb. Je bent nog maar klein maar nu al zo mooi..." Ze speelt nog net geen gitaar voor de groene bofkont.

In een logboekje houdt ze sinds dit weekend haar conversaties met zowel Harry als Gerrit bij. Ik grinnik, raak nieuwsgierig en ben er als de kippen bij als het dagelijkse ritueel plaats vindt. "Maar wat nou als Gerrit meeluistert als je tegen Harry praat en denkt dat je het tegen hem hebt?" Uitgesloten volgens oudste, daarom heeft ze de plantjes een naam gegeven zodat ze weten tegen wie ze praat. "En als ik vannacht Harry en Gerrit nou stiekem verwissel?" Geen antwoord, slechts een opgetrokken, licht dreigende wenkbrauw. Ik laat de wisseltruc na, hoewel mijn hart wel uitgaat naar Gerrit. "Stel dat Gerrit - ondanks jouw harde woorden - groeit, dan neemt hij straks vast wraak op ons beschuitje. Door heel vies te smaken." "Als hij groeit", antwoordt A. Tsja...

Er zijn inmiddels genoeg experimenten die aantonen hoe belangrijk liefde en aanraking is voor mensen en dieren. En dat je tegen je planten moet praten, komt toch ook ergens vandaan. Ik begin het een steeds beter experiment te vinden en geniet van wetenschapper in de dop A. die het met precisie en aandacht uitvoert. Tot vandaag dan. We waren laat thuis en in bed bedacht ze dat ze Harry en Gerrit was vergeten. "Wil jij ze water geven?" Vereerd met mijn rol als assistent van dit project, knik ik.

Braaf vul ik mijn gietertje en zoek Harry en Gerrit tussen de moestuintjes. Daar staan ze. Verrek! Uit het potje van Harry steken brutaal de eerste groene blaadjes boven de aarde uit. En Gerrit? Eén miezerig groen streepje piept net boven de rand van het potje uit. Ik moet twee keer kijken.  Terwijl ik beide heren van water voorzie, kan ik het niet laten. Snel kijk ik om me heen of er niemand in de buurt is. Ik zak op mijn knieën totdat ik vlakbij Gerrit ben, voorzichtig buig ik mijn pink om het groene streepje en fluister: "Laat je niet kisten, jongen". De moestuin doet er het zwijgen toe...


Ontmoet Harry en Gerrit.

zaterdag 4 juni 2016

KLIK!

KLIK!, in gedachten maak ik een foto. Als je slaapt en ik je kamer binnensluip om naar je te kijken. Mijn lieve vijfjarige, springerig haar op je kussen. Je draait je zuchtend en smakkend om als ik het niet kan laten om je zachte wang te strelen. Ik denk niet aan later als je groot.. ik KLIK! en probeer de tijd te bevriezen.

Toen je nog in mijn buik zat, zei vriendin A. dat mijn wereld zou veranderen. "Je wereld wordt kleiner, maar je ziet ineens het gras groeien." Ik moet er nog vaak aan denken. Aan hoe jouw komst de dagelijkse dingen groots en meeslepend heeft gemaakt. Alsof ik voor de tweede keer de wereld mocht ontdekken, deze keer door jouw ogen.

Het is zaterdag. De wekker ben jij. Het is half acht. Ik zou nog wel even willen slapen, maar jij denkt er anders over. Klaarwakker en gereed om naar beneden te gaan. Terwijl ik mijn ogen wakker wrijf, babbel jij al honderduit. Met je hoofd schuin, krijg je het voor elkaar om de dag te beginnen met filmpjes van Lego. Een halfuurtje maar. Met je mond half open, kijk je hoe anderen bouwen. Ik drink koffie en grinnik zachtjes. "Lekker mama?", vraag je me. KLIK!

Als er boterhammen zijn gesmeerd en gegeten, wil je mee boodschappen doen. In de auto reken je hardop uit dat je vijf jaar en een half en een kwart bent. Ik zeg dat je dan dus vijf en driekwart bent. Terwijl ik naar je verbaasde blik in de achteruitkijkspiegel kijk, probeer ik het uit te leggen. Jij denkt er duidelijk anders over, want "dat wat jij zegt mama klinkt veel jonger." KLIK!

Dan gaan we fietsen, even kijken op een plek waar we misschien wel willen wonen. Je mond staat niet stil, terwijl je alweer wat groter lijkt gegroeid op je groene mountainbike. Honderden vragen heb je en evengoed tijd om tussendoor te zingen. Want fietsen en zingen gaat zo lekker samen, terwijl je beentjes de trappers een slinger geven. KLIK!

Mijn hoofd vol beelden en uitspraken van jou. Je blote billen in het zwembad in de tuin. Je schaterlach. Je kleine handjes die de boodschappen op de lopende band leggen. Je trotse blik als je naar de avondvierdaagse-medaille op je shirtje kijkt. Je gekke kunsten op de bank. Je gestuiter en gefilosofeer. KLIK!

Groot geluk in een kleine man.







woensdag 1 juni 2016

Een hoofd als een bus

Niet denken maar doen. Dat zeg ik zo af en toe tegen mezelf. Nouja, eigenlijk denk ik dat dan, want dat is wat ik doe, denken. Over van alles. De hele dag door. Gelukkig ben ik een goede slaper, maar als ik 's ochtends wakker word, heb ik soms zo raar gedroomd dat ik daar dan meteen weer over na ga denken. Niks mis mee hoor, dat denken. In mijn hoofd spelen zich de leukste dingen af. Ik verzin verhalen bij mensen die ik zie. Ik droom. Ik mijmer. Ik maak plannen.

Het is minder leuk als het denken piekeren is. Piekeren over van alles. Als ik mijn ogen dichtdoe, zie ik ze over elkaar heen buitelen die gedachten. Erg kritisch, weinig compassie. Laatst was ik uit eten met vriendinnen W., E. en V.. Alledrie grappig, lief en wijs. We kwamen op de stemmen in ons hoofd, de blokkades die we soms voor onszelf opwerpen. Het stelletje beren dat zich in de holen van je hersenen verschuilt. "In de psychologie noemen ze dat Voice Dialogue", wist vriendin V. te vertellen of eigenlijk "die bus met mensen in je hoofd, waarvan eentje achter het stuur zit. En soms wordt het tijd die bestuurder even achterin de bus te zetten en een ander plaats te laten nemen." Daar proostten we op, terwijl we moesten lachen om de busbewoners in onze hoofden.

Ooit de geweldige film Inside Out gezien waarin Pixar de Voice Dialogue op een onnavolgbare wijze vorm geeft? Ik zag de film met mijn kinderen en we hebben er nog lang over na gepraat. Over de 'karakters' die in hun hoofd een rol spelen, vooral plezier maar voor kleine man soms ook angst als hij nieuwe dingen gaat doen.

Voortaan, als ik teveel pieker, zet ik dat pinnige dametje met fronsrimpel en strenge bril achterin de bus. Ga jij maar even lekker rustig uit het raam kijken. Ik zet de boomlange en relaxte Rastaman achter het stuur. De zon gaat meteen schijnen als hij de muziek in de bus aanzet en zijn vriendelijke lach laat zien. Het gepieker valt stil, ik haal diep adem. Fijn!

Vandaag maakt Rastaman plaats voor de avonturier in mijn bus, niet-denken-maar-doen is haar motto. Met haar aan het stuur durf ik het en doop ik (eindelijk) mijn Dagelijkse Dingen-Facebook pagina voor geopend. Vertel je me daar (of hier) wie er in jouw bus zitten? 



zondag 22 mei 2016

Stuk

#schrijfopdracht

Ze keken allebei naar buiten. Onhandig en stil. Stilte na de storm. Hij was blij dat ze was opgehouden met praten. Teveel woorden. Teveel betekenis. De storm in zijn hoofd had ze alle kanten opgeblazen tot hij alleen nog haar mond zag bewegen. Haar mooie en vertrouwde mond. Het spleetje tussen haar tanden waardoor ze de r in zijn naam nooit helemaal goed kon laten rollen. Hij glimlachte bij de gedachte tot hij haar blik zag. Verbaasd. Gekwetst.

Hij had ineens zin in een sigaret terwijl hij al 5 jaar was gestopt. Was vandaag een reden om weer te beginnen?  Ze was ooit de reden waarom hij was gestopt, dan werd ze nu de reden om er een op te steken. Als een verongelijkt jongetje voelde hij een bekende woede in zich opborrelen. Had ze hem net echt verteld dat ze bij hem weg ging. Die woorden had ze niet letterlijk uitgesproken, wel een hoop eromheen geluld. Over hoe onvolwassen en dat mensen nu eenmaal uit elkaar kunnen groeien. Mensen? Sinds wanneer waren zij van geliefden mensen geworden. Onderdeel uitmakend van de grijze massa, waar zij nooit deel van uit zouden maken. Hij zuchtte, leunde achterover en zag hen samen fietsen door de stad. Als overwinnaars, zigzaggend door de straten, haar armen om zijn middel geklemd.  Hij pakte haar hand beet, maar herinnerde zich toen dat ze een naam had genoemd. Een naam zonder r erin. Haar ogen hadden heel even opgelicht en hij wist dat hij de wedstrijd  had verloren. Hij was nooit goed geweest met woorden en schoot ook vandaag weer eindeloos tekort. 

Maar was ze het dan allemaal vergeten.
Hij vroeg het haar.
Ze keek hem aan en weer weg.

In zijn hoofd had de storm plaats gemaakt voor een film. Liefdesscenes waarin hij alles stuk maakte. Alles, hij wist niet beter. Hij was stuk. Heel op de wereld gezet, maar stuk gemaakt. Hij dacht aan zijn beer van vroeger, de versleten plekken, de plekken waar hij zijn hoofd in verborg. Nooit een veilige plek gekend, tot haar. Overwinnaars. Waarvan. Hij keek naar zijn handen, dezelfde als van zijn vader. Niet voor de liefde gemaakt.

Haar mond was nat. Hij boog over de tafel om haar traan weg te vegen, maar ze keerde haar hoofd weg. Te laat. Straks zou ze weglopen en hem alleen de herinneringen laten. Hij zou opstaan en een pakje sigaretten kopen. Verloren. Ingehaald door zijn verleden.

Verhuisbericht

Mijn blog is verhuisd naar dagelijksedingen.blog Zie ik je daar?